George Struikelblok (33)
Vroeger haalde hij onvoldoendes voor tekenen. Tót een vriendhem meenam naar het Nola Hatterman Instituut. Bijna twintig jaar later opentGeorge Struikelblok zijn nieuwste solo-expositie Adarsh, droombeeld. Deexpositie draagt de naam van zijn 1 maand jonge zoon. Zijn gezin en zijn werkgaan een nieuwe fase in.
Vertel eensiets over je jeugd?
“Toen ik werd geboren was mijn biologische vader aloverleden. Mijn moeder trouwde een nieuwe man, die mij adopteerde. De naamStruikelblok kreeg ik van hem. Maar ook hij overleed al snel. Ik was pas tweeen twee vaders armer. Daarna heb ik nooit meer een echte vader gekend.”
Wat heefthet met je gedaan?
“Toen ikvoor twee jaar naar Jamaica vertrok en mijn toen zes maanden oude dochter bijmijn vrouw achterliet, voelde ik voor het eerst hoe het is iemand te verlaten.Op dat moment kon ik me voorstellen hoe het moet zijn geweest iemand teverlaten en verlaten te worden, hoewel mik destijds te jong was voorherinneringen. Op Jamaica kwamen die gevoelens boven drijven en werd ikgedwongen om het verleden naar de oppervlakte te halen.”
Gedwongen?
“Tot dietijd tekende ik vooral realistisch; portretten, huizen, bloemen, veelopdrachten. Ik maakte wat de mensen wilden. Tijdens de opleiding op Jamaicamoest ik iets vinden wat van mezelf was. Daar heb ik nachten van wakkergelegen. Hoe doe je dat, je je werk eigen maken? Na veel gesprekken kwam ikerachter dat de dood van mijn vader nog ergens diep zat weggestopt. Schilderen bleek voor mij dé manier om het verleden te verwerken en er over tepraten.”
Waar komtdie roeping vandaan?
“Ik hadvroeger een Chinese vriend. We deden alles samen: fietsen, films kijken. En hijdeed nog iets anders. Hij tekende. Op een dag vroeg ik: ‘Waar ga je heen?’ Hijging naar het Nola Hatterman Instituut. Omdat ik me verveelde, vroeg ik of ikmee mocht. Ik was veertien. En daar heerste zo’n leuke sfeer dat ik bleefkomen. Ook bleek ik best een beetje te kunnen tekenen, terwijl ik op schoolvaak onvoldoendes haalde. Ik begon van tekenen te houden. Mijn moeder vond hetmaar niets. Zij wilde dat ik onderwijzer werd, daar kon je tenminste eendegelijk bestaan mee opbouwen. Met tekenen was geen geld te verdienen. In 1997kreeg ik een beurs voor Jamaica. Ik ging erheen met de gedachte dat ik heel watvoorstelde. Maar het enige wat ik eigenlijk kon, was mooie plaatjes maken.Iedereen probeerde Erwin de Vries na te doen. Op Jamaica leerde ik wat eenechte kunstenaar onderscheidt van dat wat wij deden.”
Wat is datdan?
“Een echtekunstenaar legt er iets van zich zelf in. Je moet maken wat je zelf wilt maken.Niet bang zijn.”
Wanneerwerd jouw werk kunst?
“Toen ikvan Jamaica terug kwam, waren mijn werken heel somber. Donkere kleuren. Op datmoment maakte het mij niet meer uit wat de mensen ervan vonden. Het kwam uitmezelf en ik voelde me er goed bij. Langzamerhand sloop er meer kleur in omdatik mijn verdriet een plaats kon geven. Ik kon er ook steeds makkelijker overpraten. Ik vertel mensen mijn verhaal met mijn doeken. Soms moeten ze huilenals ik de betekenis van een bepaald doek uitleg. Het is mijn verhaal, maar ookweer zo algemeen dat het voor veel mensen herkenbaar is: liefde, dood.”
Wat is ernieuw aan deze expositie?
“Het themaheeft een meer positieve lading. De figuren zijn er nog steeds, maar deachtergronden krijgen meer diepgang. De achtergrond is nu in vlakken verdeeld,de kleuren zijn helderder en er zitten schaduwen achter de figuren. Verder zieje dat ik veel gekleurde hokken gebruik en schrijf ik geen teksten meer, maarhet hele alfabet.”
Watbetekent dat allemaal?
“De vlakkenen hokjes geven uiting aan mijn gevoel van dat moment. Geel staat voor hoop,donkere kleuren voor verdriet. Ook blijdschap, vruchtbaarheid en andere dingendie op dat moment in mijn leven spelen, komen terug in de gekleurde vlakken.Het alfabet heb ik erin gezet omdat ik altijd vragen kreeg over de teksten inde schilderijen. Omdat met het hele alfabet alle woorden kunnen worden gemaakt,kunnen mensen er zelf uithalen wat ze willen.”
En defiguren blijven steeds hetzelfde?
“De koppenvan de figuren worden wel steeds kleurrijker. De figuren zelf zijn mijnkenmerk. Het stellen meestal mensen uit mijn gezin voor. Met de vorm, die nueenvoudiger en abstracter is geworden, en de houding druk ik de persoon uit enhet gevoel van de figuur. Zoals bij het schilderij ‘Bescherming’ waar eenvrouwfiguur over een kind staat gebogen. De vallende figuur is altijd mijnvader, omdat die uit een boom is gevallen
Hoe ben jeop dit idee gekomen?
“Altijd alsik zelf in het buitenland verbleef, sliep ik in een hotel. Slapen gaat daarprima, maar werken allerminst. Ik heb dit altijd als storend ervaren. Met ditatelier gaat een droom van mij in vervulling. Buitenlandse kunstenaars kunnenhier slapen en desnoods midden in de nacht op te staan om te werken. De ruimteis groot genoeg om bijvoorbeeld met verf te gooien en andere technieken toe tepassen waarvoor veel ruimte is vereist. En ze kunnen hier exposeren. Natuurlijkkunnen er ook galeries terecht Ik wilde dit zó graag voor elkaar krijgen dat ikal mijn geld erin heb gestopt.”
Ben je eenleermeester voor anderen?
“Ik denk weldat ik de jongere generatie kunstenaars die op het Nola Hatterman Instituutschilderen wat kan leren. Zelf heb ik bijvoorbeeld geen ezel, leg mijn doekenplat op de vloer en gebruik bijna nooit een penseel. De figuren komen tot standdoor de verf uit het blik te laten lopen en verder veel verf te spatten. Laagover laag. Alleen de vlakken erachter maak ik met een grote kwast. Dat is tochweer een andere techniek”
‘AtelierStruikelblok’ is gevestigd aan de Amsoistraat nummer 49. Of zoals Struikelblokhet zelf zegt: “Nieuw Charlesburg en dan bij de grote kankantrie direct naarlinks.”