Henna Brunings
Goedlachs en fotoschuw. Serieus en grappig. Kleurrijk endonker. Henna Brunings (59) is grafisch vormgeefster en schildert sinds 5 jaar.Haar derde expositie is te bewonderen op 23 oktober in Fort Zeelandia
Het huis waar Henna woont, heeft rondom ramen. Zo dringt opelk moment van de dag het mooiste licht de woonkamer binnen. Op een van deramen heeft ze naar eigen ontwerp stukken lichtwerend plastic geplakt. Het spelvan schaduwen laat een afbeelding van een indiaan op de vloer van de kamerachter; hij waakt over het huis.
Een aantal eigen werken hangt aan de muur. Niet noodzakelijkdoeken die af zijn. Het kan zijn dat verandering van omgeving leidt tot nieuweinzichten. Dan verhuist het doek linea recta naar zolder, waar Henna’s atelieris. De werken zijn abstract, soms met een knipoog naar de werkelijkheid. Zoalsdie van het SLM toestel dat wordt geraakt door een hoogwerker op Schiphol. Eenfoto in de Ware Tijd was de inspiratiebron. Inspiratie haalt ze ook uitbuitenlandse kunst(boeken). Verder komt het zoals het komt.
Hoe kwam de eerste pennenstreek op het maagdelijk wittedoek?
“Dat is gewoon een kwestie vandoen. Een beetje spatten, een beetje met verf gooien. Dan ontstaan er vormen.Vanuit de vormen die ik op dat moment waarneem, begin ik te schilderen. Het kanook zijn dat ik er de volgende dag iets anders in zie. Dan gaat er gewoon eenlaag overheen. Zo kan ik heel lang bezig zijn met een schilderij.” Ze haalt eendoek tevoorschijn van een week geleden en zet het voor een paar andere werken. “Ermoet écht nog wat aan gebeuren.”
Wanneer is een werk af?
“Dat is lastig. Er blijftaltijd de drang om er iets aan te veranderen. Zeker als ik het in nieuw lichtzie, in een nieuwe omgeving of in een andere gemoedstoestand. Maar soms heb ikhet gevoel dat het echt af is. Dan gaat mijn naam eronder. Klaar.”
Je bent nog niet zo lang geleden begonnen. Wat vraag je nouvoor zo’n doek?
“Dat vind ik nog erg moeilijk.Je moet nooit overvragen. Zeker niet als je net begonnen bent. Ik was extatischtoen ik op mijn vorige expositie een heel groot bedrag kreeg voor een doek. Ikwist niet wat me overkwam. Er was iemand die er zoveel geld voor over had omiets van mij te kopen. Van mij! Maar het stemde me ook treurig. Niet dat doek,maar wel de verkoop. Het is iets waar ik lang mee bezig ben geweest. Mijn zielen zaligheid zit erin. En dan moet je afscheid nemen van iets dat je heel ergeigen is. Zoals dit doek hier (van de serie ‘strange fruits’). Ik ben ereigenlijk nog niet over uit of ik het wel wil verkopen.”
Mensen zien in dit werk misschien alleen een stilleven metboulangers en vruchten. Hoe kun je ze dwingen om toch de meerwaarde ervan tezien?
“Ze moeten er afstand vannemen. Pas dan zie je de werkelijke betekenis.”
En dan zie ik het opeens ook.Het is schitterend: de achterkant van een brede man met zijn hoofd iets naarrechts gebogen. Een vrouwfiguur die geheel slap met haar hoofd tegen het zijnerust op zoek naar aandacht, bevestiging.
Hoewel hij een arm om haar middel slaat, lijkt hijer door de stand van zijn hoofd toch niet helemaal bij te zijn. Hoe langer jeblijft kijken, des te meer je ziet…
Hoe moet dit gaan heten?
“Ja, daar breek ik mijn hoofd over. Ik weet het nog niet.Binnenkort ga ik er met Marieke Visser voor zitten. Namen bedenken voor dedoeken en voor de expositie.”
Vind je dat je een eigen stijl hebt?
“George Struikelblok heeft megevormd. Maar ik heb zeker een soort eigen stijl. Al vind ik stijl niethelemaal het juiste woord. Het is meer een techniek. Wat je in al mijnschilderijen terugziet, is de combinatie tussen vlak en structuur. De structuurkrijg ik door het werken met een palletmes.”
Maar ik zie ook veel letters en cijfers…
“Ja, die zijn er dan opeens. Ikweet ook niet wat dat is, misschien omdat ik een grafische achtergrond heb.Maar ik doe dat niet bij al mijn doeken. Wel zit er bijna altijd een grap inhet schilderij. Playing tricks with the eyes… het is niet altijd wat je denktdat het is en je moet vaak langer en beter kijken om te zien wat ik bedoel.Daarom wil ik vooral mensen op mijn expositie die geïnteresseerd zijn, diekijken naar de inhoud van een schilderij. Ze moeten stil staan, de tijd nemen.Ze moeten kijken. Ik wil weten wat ze denken, wat ze zien. Er zijn doekenwaarin mensen heel andere dingen zien dan die ik zelf zie, dat vind ikinteressant. Sommige mensen zien het gewoon niet.”
Het?
“Ja, die zien echt alleen maardie stukken fruit en missen helemaal de achterliggende gedachte.”
Later, als het licht zachterwordt en de schaduw van de spijlen van haar balkon in het niets lijken te zijnopgegaan, werpt Henna nog een blik op het schilderij dat ze aan het begin vanons gesprek tevoorschijn haalde. Plotseling ziet ze het: “Misschien moet ik datding door midden zagen, een tweeluik!”
En zo wordt een week na de eerste lijnen misschien toch weereen nieuw doek geboren.
Henna Brunings is ook grafisch ontwerpster. Haar bureau heetArt Design en ze heeft onder andere de vormgeving van het boek van Soeki ophaar naam staan en het kunstboek ‘Zichtbaar’ ter ere van het 140 jaar bestaanvan De Surinaamsche Bank.