Aandacht trekken met pitten
‘Bling bling, everytime I come around yo city. Bling bling, pinky ring worth about fifty’, zongen The Cash Money Millionaires in hun hit ‘Bling bling’. Hoe meer glitters en ander blinkend uiterlijk vertoon, hoe beter lijkt het wel. Bryan Simons (34) is wars van die ‘bling-bling’, zijn sieraden van awarra- en maripapitten zou je eerder ‘dof dof’ kunnen noemen. Toch hoopt hij daarmee de wereld, of op zijn minst Suriname, te veroveren.
“Geloof het of niet, maar er zijn in ons eigen land zelfs een paar mensen die liever mijn sieraden aantrekken in plaats van goud”, vertelt Bryan. “Ik wilde iets doen met kunst. Het is iets waar ik goed in ben.” Met de pitten, harde kernen van vruchten zoals awarra, maripa of kokosnoten, weet hij opmerkelijke kunstwerken te vormen.
Voor zijn carrière als kunstenaar deed hij hier en daar klusjes, zonder ooit echt van een vaste baan te genieten. Zijn liefde voor kunst ontstond toen hij tijdens zijn verblijf in Nederland naar het televisieprogramma ‘Tussen kunst en kitsch’ keek. “In dat programma kon je met je oude kunst naar de studio komen en dan werd er gekeken wat het waard was. Aan de hand van dat programma, ben ik gaan begrijpen dat je over 100 jaar misschien toch herinnerd wordt door de kunst die je achterlaat. Als je een bekende kunstenaar bent geweest, ook al ben je er niet meer, is het heel veel waard. Vanaf dat moment wist ik dat ik iets met kunst wilde doen”, zegt Bryan.
Hij kan zich nog herinneren dat hij als kind vaak bezig was met het slijpen van awarrapitten. “Als kinderen slepen we de awarrapitten gewoon aan een steen en dan kreeg je zo’n gladde vorm, als bij die ouderwetse trouwringen. Wat ik nu doe, is een beetje meer dan dat.” In sommige kokosnoten die Bryan heeft bewerkt, zijn vormen als handen of bloemen te zien en in andere herken je wiet-
bladeren. “Dat vinden mensen leuk”, zegt hij lachend.
Aan een stevig opgerold stuk papier zijn ringen van verschillende maten en soorten op elkaar geplaatst. Opvallend zijn de kleuren die zich hierin bevinden. Verf misschien? “Het is geen verf. Ik gebruik verschillende stukken plastic, die ik smelt en in de pitten verwerk. Ik verstop er wat spiegelglas onder, zodat het heel mooi kan weerkaatsen in de zon.”
Uniek
Allemaal mooi, maar Bryan beseft wel dat hij niet bepaald de enige crafter is die harde noten bewerkt onder de noemer kunst. “Er zijn ook andere mensen die deze pitten gebruiken voor handycraft. Maar wat ik maak, maak ik heel bijzonder. Dit ga je nooit bij iemand anders zien, want ik ben niet bezig met massaproductie. Ik maak ze heel uniek. Het is niet iets dat je in een bepaalde vorm kan smelten. Dit wordt met de hand gemaakt en er zal nooit hetzelfde uitkomen. Elke pit is ook anders.”
Maar het werk van deze crafter gaat niet zonder ongelukjes. De littekens op zijn vingers spreken boekdelen. “Soms raak ik ongeduldig als ik bezig ben en dan denk ik: ‘eey, zo lang’. Ritsj ritsj met de zaag en dan heb je weer een ongeluk.” Voor het slijpen moet hij een metaalzaag gebruiken, omdat de pitten even hard zijn als metaal.
De tijd die hij in zijn werk stopt is niet vast te stellen. “Het heeft te maken met het model dat ik wil vormen. Soms kan ik wel twee dagen bezig zijn met iets, maar een simpel ringetje duurt maar een half uur.”
Toeristen
Dat buitenlanders niet precies weten wat awarra’s en maripa’s zijn, valt hem vaak tegen. Bryan legt uit dat het heel moeilijk kan zijn om toeristen te overtuigen dat zijn sieraden van vruchtenpitten gemaakt zijn en nog meer als zij de vruchten niet kennen. Hij neemt behalve zijn sieraden daarom ook de vruchten met zich mee. Maar ze hangen niet het gehele jaar aan de bomen. “In de awarratijd moet ik er dus vooral voor zorgen dat ik een grote voorraad in sla, anders heb ik later een tekort en kan ik niet verder werken.
“Ik ben de ene dag thuis aan het slijpen en de andere dag sjouw ik mijn tas naar de stad om te verkopen. Ik kan er nog niet echt van leven. Misschien als ik een eigen werkplaats heb en iemand kan betalen om de dingen voor me te verkopen, dan wel.”
Een beetje terneergeslagen geeft hij toe dat de verkoop nogal stroef kan verlopen, terwijl hij vurig hoopt dat zijn kunst op een dag zijn hoofdinkomen kan worden. Wel heeft hij het afgelopen jaar zijn werk op een paar beurzen kunnen exposeren. “Kunst zou meer geapprecieerd moeten worden in Suriname. Er zijn wel kunstliefhebbers, maar de mensen hebben er niet altijd geld voor.” Op de vraag of het niet makkelijker is om zijn kunst aan galeries te verkopen, antwoordt hij: “Zóóó! Die mensen willen mijn spullen voor heel weinig geld afnemen en voor een veel hogere prijs verkopen. En dan verdien ik er bijna niets aan, terwijl ik wel degene ben die deze dingen maakt, ze ontwerp en er tijd in stop. Dan verkoop ik het toch liever zelf.”
Bryan weet zeker dat zijn sieraden de potentie hebben om met succes in de modewereld hun intrede te doen. “Waarom niet? Wij Creolen houden van goud, maar goud kan zo van je afgepakt worden. Als ik met zo’n ketting van pitten op straat loop, krijg ik heel veel aandacht. Iedereen weet wat goud is, maar niemand weet precies wat dit is.”