Rocking the Republic…
Als de vader van Apoplectic-gitarist en medeoprichter Riezvi Jessurrun niet over een uitgebreide collectie gitaarversterkers zou beschikken, dan was het misschien allemaal wel heel anders gelopen. Nu bezorgde dit gegeven junior echter net voldoende populariteit om mee te mogen doen met vriendjes die het snaartokkelen aanmerkelijk meer meester waren dan hij. Al doende leert men en al snel werd Riezvi opgenomen in een heuse heavy metal band met de ietwat curieuze samenstelling van een drummer en vijf gitaristen. Tja, Jessurrun senior had nu eenmaal vooral gitaarversterkers…
Vandaag de dag speelt Apoplectic al jaren in dezelfde bezetting; een unicum binnen het Surinaamse muziekwereldje waar bandwisselingen, al dan niet door vertrek naar het buitenland, meer regel dan uitzondering lijken te zijn. Met Audrey Bakrude (zang), Riezvi Jessurrun (gitaar), Chavelli Monzato (drums), Eldridge Balsemhof (bas) en Girish Ganga (gitaar, toetsen). De alternatieve rockmuziek van Apoplectic is inmiddels een diepgeworteld begrip bij de wel degelijk aanwezige rockliefhebbers in Suriname. Een aantal liefhebbers dat lijkt te groeien.
Het gaat niet alleen goed met Apoplectic, maar er is ook zichtbaar sprake van een toenemende waardering voor muziek van een wat ruiger en harder kaliber in het lokale uitgaansleven. Een circuit dat voorheen uitsluitend gedomineerd werd door kaseko, r&b en house. De sinds kort georganiseerde Rocknights in Havana Lounge en Bar Cozy leveren gegarandeerd een full house op en de recent gehouden eerste editie van Unkie’s Open Air Rock Fest te Leidingen mocht zich, hoewel ruimschoots buiten de stad, verheugen in een publieke belangstelling die de oorspronkelijke verwachting ver te boven ging. Een publiek dat tevens uit opvallend veel jongeren onder de twintig bleek te bestaan en dat samen met de oude garde vooral was gekomen voor de hoofdattractie van het festival, inderdaad Apoplectic.
Waardering
Het boegbeeld van de rock in Suriname is zich goed bewust van het even terechte als oude principe dat overdaad schaadt. Met hun, zonder uitzondering goed bezochte en net zo regelmatig als zorgvuldig geplande, optredens leveren ze een belangrijk aandeel in de huidige trend van toenemende waardering voor muziek van een wat steviger kaliber. Waardering die alleen maar zal toenemen wanneer lokale televisiestations het aandurven om de onlangs gepresenteerde eerste videoclip van Apoplectic de nodige ruimte te geven.
De laatste hit van Apoplectic, het eerste en tot dusver enige Spaanstalige nummer van de band, is minder recent dan de uitvoering doet voorkomen. Het nummer werd zeven jaar geleden al geschreven door zangeres Audrey Bakrude, die op dat moment met Spaanse les was begonnen. Geïnspireerd door de gedachte eens iets anders dan Engelstalig aan het repertoire van de band toe te voegen, kwam ‘Solamente Contigo’ tot stand. Het nummer kreeg ruimschoots de tijd om gedurende de vele optredens een vaste plaats in het repertoire van Apoplectic te krijgen en uit te groeien tot een publiekslieveling.
Op het moment dat Kevin Headley met het idee kwam om een videoclip voor Apoplectic te produceren was de keus voor juist dit nummer snel gemaakt. Solamente Contigo en bijbehorende videoclip werden bijzonder goed ontvangen tijdens de officiële presentatie voor de media in de Orange Blues Bar. Headley heeft met beperkte middelen maar wel met veel creativiteit en inventiviteit een product afgeleverd dat door veel van de aanwezigen het, misschien niet correcte maar wel veelzeggende, predicaat on-Surinaams goed opgelegd kreeg. Het al dan niet terechte predicaat on-Surinaams betreft echter een productie die natuurlijk wel 100 procent Surinaams is en door de even zichtbare als onderscheidende kwaliteit laat zien dat het wel degelijk mogelijk is om lokaal geproduceerde muziek en muziekproducties naar een hoger plan te brengen.
Taak
Binnen het kader van zaken naar een hoger plan brengen, ligt er voor Apoplectic overigens nog een schone taak weggelegd. Elke muziekformatie die zichzelf in kwalitatieve zin positief blijft ontwikkelen en daarbij met nummers van eigen makelij een eigen signatuur krijgt, ontgroeit vroeg of laat de status van coverbandje. Apoplectic is deze fase al geruime tijd voorbij en eigenlijk is de band het ook aan haar stand verplicht om nog uitsluitend eigen nummers te spelen. Vanuit de voorbeeldfunctie die een bepaalde mate van populariteit nu eenmaal met zich meebrengt en als bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de rockcultuur in Suriname.
Het argument om covers op de playlist te houden omdat het publiek de herkenbaarheid zo waardeert, houdt geen stand. Publiek groeit met een band mee en Apoplectic moet er op durven vertrouwen dat hun eigen producties net zo herkenbaar zullen worden, voor zover ze dat al niet zijn. Er is niets op tegen om optredens aan te kleden met een eigen interpretatie van klassieke rocknummers, maar domweg naspelen is inmiddels ver beneden het niveau van Apoplectic. Het stemgeluid van Audrey Bakrude is te goed voor het klakkeloos imiteren van Jon Bon Jovi en Riezvi Jessurrun is ondertussen zelf teveel gitarist geworden om Slash van Guns ’n Roses nog na te willen doen.
Het loslaten van covers in het repertoire van Apoplectic zal bovendien een stimulans zijn voor andere Surinaamse bands, ongeacht het genre muziek, om ook dat doel na te streven. Iets waar niet alleen de ontwikkeling van de Surinaamse muziekcultuur bij gebaat is maar uiteindelijk vooral ook het publiek.
Keuzes
Coverbandjes en hun publiek zullen er altijd blijven. Wie er echter voor kiest om zelf echt muziek te maken, zal op een gegeven ogenblik het imiteren moeten laten voor wat het is en met vertrouwen in eigen kunnen en even veel vertrouwen in het eigen publiek verder gaan. Ook als het plafond in eigen land al bereikt is en internationale waardering buiten handbereik ligt. Door de op zich bepaald niet onbegrijpelijke keus van een aantal bandleden om hun studie een hogere prioriteit te geven dan de muziek, zal de reputatie van Apoplectic waarschijnlijk nooit internationale dimensies bereiken. Naast onontbeerlijk veel geluk vraagt dit ook een totale toewijding aan het nastreven van een dergelijk internationaal avontuur. Los van keuzes en andere prioriteiten ligt de onbereikbaarheid hier van ook meer aan de kleinschaligheid die Suriname nu eenmaal eigen is dan aan het huidige niveau van Apoplectic of aan de individuele talenten van de bandleden.
Op dezelfde affiche als Bon Jovi en Guns ’n Roses zal er dus wel nooit van komen. Maar als je nu eenmaal toch al groot bent in Suriname is er natuurlijk niks op tegen om dat gewoon te blijven én de daarbij behorende verantwoordelijkheid te nemen. Adios Proud Mary, mas Solamente Contigo.