Films & Muziek, 44
Iko, King of Kaseko
Zelden was collectief enthousiasme en nationale trots zo tastbaar aanwezig in Thalia. De première van ‘Iko, King of Kaseko’ tijdens de meest recente editie van het documentairefestival Paramaribo, bracht de aanwezige toeschouwers in een onverwachte staat van vervoering en euforie. De ongekende hoeveelheid uitsluitend positieve reacties op de documentaire over het leven van volkszanger Lieve Hugo bezorgden de producenten Vincent Soekra en Yvette Foster welverdiende lof voor het werk van jaren.
Weliswaar is ‘Iko, King of Kaseko’ meerdere malen vertoond tijdens het festival, maar omdat er nu eenmaal per keer maar vijfhonderd personen in Thalia kunnen zitten, zal een groot deel van Suriname deze spraakmakende documentaire nog niet hebben gezien. Een gemiste kans, die kon worden goed gemaakt nu de documentaire ook in Suriname op dvd op de markt werd gebracht. Maar inmiddels is deze alweer uitverkocht.
‘Iko, King of Kaseko’ bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een documentaire over het leven en de carrière van Hugo Uiterloo. Herinneringen en anekdotes van familieleden en muzikale collega’s leveren samen met oude beeldfragmenten en het bezoeken van Hugo’s geboortehuis en zijn laatste woning niet alleen een gedetailleerd overzicht van zijn leven op, maar geven ook een goed beeld van Lieve Hugo als mens. Dat de muzikant meer waardering krijgt dan de mens, lijkt inherent aan de status van muzikale fenomenen. Een status waarvoor Lieve Hugo de ondergrond legde in Suriname en die hij na zijn vertrek naar Nederland vanuit de Bijlmermeer omhoog stuwde naar mythische proporties. Een mythe die door zijn (te) vroege overlijden uiteraard alleen maar groter is geworden.
Het tweede deel is de registratie van een uniek concert in het concertgebouw van Amsterdam. Een even terechte als oprechte ode aan Lieve Hugo en zijn muziek door het Metropool Orkest, dat voor de gelegenheid vergezeld is van een groot aantal gasten. In totaal veertien van Lieve Hugo’s meest bekende nummers worden gezongen door Edgar Burgos, De Dijk, Angela Groothuizen, Oscar Harris, Re-Play, Berget Lewis, Boris, Izaline Calister en Robby Harman. Zowel de documentaire als het concert zullen elke Surinamer naast entertainment ook een aangenaam chauvinistisch gevoel bezorgen. De producers hebben de intentie om het concert eind 2010 naar Suriname te brengen. Als elke Surinamer die onder de indruk is van deze documentaire daar naar vermogen aan mee werkt, dan moet het een haalbare zaak zijn!
Alan Tijseling
Iko, King of Kaseko, producenten Vincent Soekra en Yvette Foster, 2009
Elk eind is een begin/Chaque fin est un debut is de derde film van regisseur Arie Verkuyl. Surinamer Milton Kam fungeerde bij de opnamen als director of photography. In deze rolprent worden Frans, Trio, Sranantongo en Nederlands gesproken. Het verhaal speelt zich voor een belangrijk deel af in Pelelu Tepu, waar een overdreven gestresste Française op zoek gaat naar haar collega, die niet is teruggekeerd van een zakenreis. De collega in kwestie blijkt in Pelelu Tepu de ware zin van het leven te hebben ontdekt.
Elk eind is een begin/Chaque fin est un debut, Arie Verkuyl (regisseur), 2009
Sounds of my soul
Voor wie het nog niet wist: Lisibeti Music Performing Arts is de noemer waaronder pianist, zangeres en zangpedagoge Liesbeth S.E. Peroti haar artistieke producties produceert en presenteert. Op zich een beetje verwarrend dat de zangeres en het productiebedrijf dezelfde naam dragen, maar bij nader inzien niet onlogisch. En het grote voordeel is natuurlijk dat Liesbeth Peroti voor de Surinaamse muziekliefhebbers geen nadere introductie behoeft waardoor het allemaal toch weer lekker overzichtelijk blijft.
Met haar aangeboren talent en de academische ontwikkeling daarvan aan het Rotterdams conservatorium (muziekpedagogie) en de universiteit van Cape Coast in Ghana (componeren en ethnomusicologie), heeft Liesbeth Peroti zich ontwikkeld tot een pianist en zangeres van formaat, zonder haar andere muzikale activiteiten daarmee te kort te doen. Lisibeti is net zo makkelijk performer als producer en publiceert met even veel liefde over muziek als dat ze er les in geeft. Een breed scala aan activiteiten, dat alleen maar kan worden ingegeven door een oprechte en diepe liefde voor muziek.
Het repertoire van de performer Lisibeti wordt gekenmerkt door een zelfde verscheidenheid. Jazz en folk mogen zich verheugen in een zelfde mate van waardering en belangstelling van de artiest als kaseko en klassiek. Een variatie aan stijlen die er voor zorgt dat Lisibeti met haar zang en pianospel moeilijk in een hokje te plaatsen is; met dit soloalbum lijkt ze ook te onderstrepen dat dit allesbehalve de bedoeling is. ‘Sounds of my soul’ laat horen dat Lisibeti in uiteenlopende genres nummers heeft die ze als persoonlijke favorieten beschouwt. Liedjes die haar inspireren en motiveren. Dat dit van Spirituals (‘We shall overcome’) naar Reggae (‘Redemption Song’) gaat en van ‘Blaka Rowsu’ naar het ‘Ave Maria’ zal niemand echt vreemd voorkomen.
Liesbeth Peroti is een vakvrouw pur sang, die alles wat ze doet naar haar beste kunnen wil doen en dat blijkt uit elk aspect van dit album. Niet alleen de muziek maar ook de vormgeving, lay-out en fotografie van ‘Sounds of my soul’ zijn met zorg, liefde en kennis van het vak bepaald. Met andere woorden: Lisibeti heeft een perfect product afgeleverd en daar blijkt vreemd genoeg ook de enige tekortkoming van ‘Sounds of my soul’ uit. De stembeheersing en het pianospel van Lisibeti zijn vaktechnisch zo perfect, dat het persoonlijk aspect niet meer terug te vinden is. The sound of her soul wordt dus alleen weergegeven door de keuze van haar favoriete nummers en niet door de uitvoering ervan. Dat kan een gemis zijn, maar misschien is het ook juist wel de bedoeling geweest.
Alan Tijseling
Sounds of my soul, Liesbeth Peroti, 2009
Denise Jannah hoeft zichzelf niet meer te bewijzen. Ook met deze cd toont ze niet alleen haar buitengewone vocale kwaliteiten maar ook haar talenten op muzikaal gebied. Gedichten omzetten in een lied is gewaagd, maar haar composities zijn gevarieerd en blijven boeien en ontroeren. Ook haar gevoel voor poëzie is dusdanig dat ze bij elk gedicht een passende melodie heeft weten te creëren. De 22 liedjes, waaronder ‘Waridikiri’ en ‘Wan bari odi’ laten daar geen twijfel over bestaan. Gerrit Komrij is terecht lyrisch over deze topprestatie.
Gedicht gezongen, Denise Jannah, 2004