Op de geur van gebakken patat
Een schone aarde, daar praten we vaak over, maar als het opgedrag aankomt dan is het even wat anders. Al dat gedoe! Het afval gaat met devuilophaal mee, wordt verbrand of in de bosjes gesmeten. Als we er maar van afzijn. Terwijl we er toch nuttige dingen mee zouden kunnen doen. Onze autostarten bijvoorbeeld.
Het opnieuw bruikbaar maken van afval is lastig, tijdrovend en levertniets op. Tenminste, dat is het gangbare idee. Neem nou oude spijsolie. Mijnbuurvrouw doet het in flessen bij het huisvuil. Bij een collega gaat het doorde afvoer, of in de grond. Beiden zijn zich er van bewust dat verstandig omgaanmet afval een belangrijk onderdeel is van het behoud van een gezond milieu.Maar met een geprikkeld geweten doen ze toch op deze manier afstand van hunkeukenprobleem. Want een andere oplossing hebben ze niet. Ook eenmilieuvriendelijke bestemming voor de grote hoeveelheden oude spijsolie uitfastfoodzaken en restaurants, ontbreekt. De Surinamerivier krijgt regelmatigeen culinair oliebad. Volgens deskundigen niet bepaald gezond voor mens enmilieu.
“Gelul!” vindt Glenn Nassy van Naskip. “Onze bevolking is te klein om tespreken van vervuiling op grote schaal. Waar we ons druk om moeten maken, is dekwikvervuiling in het binnenland, hormonen in de kip en bespoten groente. Laatze daar beginnen!”
Toch kan al die vette troep niet zomaar in de grond of in de rivier, isde mening van voedseltechnoloog Ricky Stutgart. “Al kan de hoeveelheidmisschien niet direct een milieuramp veroorzaken, het is organisch materiaal.Het veroorzaakt stank en maakt de poriën van de bodem dicht, waardoormicro-organismen doodgaan door zuurstofgebrek. In de rivier krijg je hetzelfde:olie blijft drijven en sluit het water af van de lucht.”
Zeep
Overigens zijn de handen van Nassy, waarmee hij heftig gesticuleert,letterlijk en figuurlijk schoon: wekelijks wordt zijn oude olie afgenomen dooreen stadsmarron. “Om zeep van te maken”, vertelt Nassy. “Hoe hij het doet weetik niet, daar is hij geheimzinnig over, maar ik ben er gelukkig mee. Hij mag ’tgratis hebben.” De plantaardige shortning van Naskip-frituurvet bevat een hoogglycerinegehalte, goed voor het maken van zeep. En dat wordt in het binnenlandveel gebruikt voor het glimmen van de afwas. Hoe groot het volume aan afval is,wil Nassy duidelijk niet kwijt. “Dat is moeilijk te zeggen”, doet hij vaag.Maar het is in ieder geval een mooie oplossing voor mens en milieu.
Interessanter wordt het wanneer het hergebruik van afval ons veel geldkan besparen. In deze snelle wereld die gericht is op productie en economischevooruitgang, is de vraag naar fossiele brandstof groot. De prijs van het zwartegoud heeft dan ook geen last van de zwaartekracht: de cijfers zweven richtingdak van de hemel. Het toverwoord is: een alternatief. En dan hebben we het nietover biobrandstof of hybride wagens, maar gewoon over oude olie uit de pan;daarmee kan elke dieselmotor draaien. Geen vieze stank en zwarte rookuitlaat, maar een schoneverbranding die ruikt naar gebakken frietjes. En nog gratis ook. In het buitenland gaat de ophaalwagen van MacDonald’s filiaal na filiaallangs voor het ophalen van alles dat gerecycled kan worden: papier en plastic,maar ook voedselresten voor veevoer. Dat alles op gebruikte frituurolie…
“We zien graag dat er in Suriname ook wat aan gedaan wordt,” zegt Frankde Jong Beekhuijsen van MacDonald’s Suriname. “Zodra de opslagtank van 2.500liter vol is, kunnen we niet anders dan Akanswarie bellen. Wat zij ermee doen,is niet onze verantwoording. We hadden vroeger iemand die er kunst mee maakte,maar die hebben we al een tijd niet gezien.” Hoe snel hun verloren goud dedeksel bereikt, wil ook De Jong Beekhuijsen niet precies verklappen. “Maarredelijk snel,” is zijn enigmatische antwoord.
Vetput
Bij een bekende kip-patatzaak aan de Zwartenhovenbrugstraat vragenBoslandcreolen regelmatig naar de afgewerkte spijsolie. “Niet voor zeep, maarvermoedelijk voor eigen consumptie,” zegt eigenaar Azimullah. “Een normaalverschijnsel. Het personeel maakt er zelfs een business van: lege flesjesworden opnieuw gevuld voor doorverkoop.” Geen prikjes op het geweten, de vraagis ernaar.
Natuurlijk blijft er nog genoeg afval over. Een van devergunningsvoorwaarden van de zaak was de verplichte aanleg van een vetput: eentank met tussenschotten in de grond, die als een filtersysteem werkt door watervan de olie uit de afvoer te scheiden. Zonder deze vetput zou de rioleringbinnen kortst mogelijke tijd verstopt raken. Per week gaan er 130 kilo bakveten 50 liter spijsolie op het vuur. “Als de put vol is, bel ik een van defecaliënophaalbedrijven om het te komen ledigen. Waar zij het dumpen weet ikniet. Ik weet alleen dat het me iedere keer 300 SRD kost.”
Stutgart raadt het mensen ten sterkste af om het afvalproduct nog eenste gebruiken. “Een afwijkende smaak en gevaar voor de gezondheid zijn gegronderedenen om niet met de oude spijsolie te koken. Bij een frituurtemperatuur van150˚-180˚C wordt acroleïne geproduceerd, een afvalstof die een negatievewerking kan hebben op de spijsvertering. Het cholesterolgevaar is dichtbij enhet kan hartziekten en darmkanker stimuleren.” En bovendien wordt de olie,hergebruikt of niet, tóch een keer gedumpt.
HINDERWET
“Hoe meer we dumpen en vervuilen, hoe meer geld we zullen moetenbesteden aan de gezondheidszorg,” zegt Cedric Nelom van het Nimos. “Vaak genoegzien we over het hoofd dat de kwaliteit van ons leven ook wordt bepaald door dezuiverheid van bodem, water en lucht – kortom: het milieu waarin we leven. Enniet alleen door de mate van luxe en vooruitgang. Als we het nalaten om vooreen oplossing te zoeken, zullen de toekomstige generaties ervoor betalen. Deondernemer zal ook mee moeten denken, want als het grondwater vervuild is, danheeft hij ook geen zuiver product.”
Nelom vindt dat de Surinaamse wetgeving nog ernstig tekortschiet als hetgaat om volksgezondheid en milieu. “De verplichte vetput valt – nu nog – onderde hinderwet, en niet onder milieubescherming. Maar er is licht in de tunnel:milieu- en afvalstoffenwetten zijn reeds in afrondende fase, beleidsmakershebben de dringende noodzaak ervan ingezien.” Elk idee of project dat belastingvan het milieu helpt tegengaan, wordt door het Nimos verwelkomd. “Ondernemerskunnen op technische en juridische ondersteuning van het instituut rekenen, enhelpen met het zoeken naar fondsen.” Voor het gebruik van oude spijsolie als vervanging van brandstof,afkomstig uit de horeca of huishoudens, ziet Nelom problemen in de constanteaanvoer. “En op termijn zal er een vergoeding voor gegeven moeten worden, hetomgekeerde van wat nu plaatsvindt.”
Toch is het de moeite waard hiervoor oplossingen te zoeken. Door elkeprijsstijging van brandstof aan de pomp, stijgt ook het rendement van hetverzamelde plantaardige goud uit de keuken. Eén reden om bewuster om te gaanmet afval. Dat brengt ons een stap dichterbij de andere: een schonere aarde.
Rudolph Diesel van de pindaolie Het gebruik van spijsolie als brandstof is niet nieuw. Maar lange tijd was diesel vele malen goedkoper dan spijsolie. De kennis en het gebruik van spijsolie voor de motor raakte in de vergeethoek. Tegenwoordig is de prijs van een liter diesel die van keukenolie gepasseerd. Het is interessant te weten dat Rudolph Diesel geen diesel gebruikte voor zijn uitvinding, maar verschillende spijsoliesoorten. Pindaolie bleek toen het beste te zijn. Nadeel was dat de olie eerst heet en schoon moest zijn om de dieselmotor te kunnen starten. Pas na zijn dood werd er een petroleumproduct geproduceerd waarmee de dieselmotor probleemloos kon starten. Het kreeg de toepasselijke naam ‘dieselbrandstof’.
Diesel of plantaardige olie, er is geen verschil in prestatie. In feite is elke spijsoliesoort geschikt voor de dieselmotor, maar gebruikers van oude spijsolie in hun tank prefereren sojaolie van hoge kwaliteit. Belangrijk is dat het gefilterd is van voedseldeeltjes. Een probleem: spijsolie kan niet zó in de brandstoftank, het is net iets te dik voor de verbranding en zal eerst voorverhit moeten worden. Een simpele oplossing is het plaatsen van een aparte tank met afsluitkraan voor de spijsolie en een leiding die langs hete delen van de motor loopt. Je start de motor met diesel, en eenmaal op temperatuur schakel je over op spijsolie. Door de voorverwarming is de olie nu dun en klontvrij. Voor het uitmaken van de motor dient men de spijsolietoevoer dicht te draaien en terug te schakelen op diesel om deze weer in het systeem te krijgen voor de volgende start. De kans is anders groot dat je de bus naar huis moet pakken. Ongemakkelijk voor korte stadsritten, maar veilig en voordelig voor lange afstandsritten, ook voor bijvoorbeeld staatsbussen en lichtmotoren in het binnenland. Er zijn ook systemen te verkrijgen die de spijsolie voorverwarmen in de tank, en de noodzaak van overschakelen elimineert.
|