Shadow
Voor kinderen kan de Surinamer streng zijn, maar bij hetzien van zijn vogeltje smelt hij. Weerloze liefde voor die ondeugendemonki-monki, die rebbelende papegaai, die trouwe hond of kat. Kortom: een rubriek over mensen en hun dierbaarste huisgenoot…
Hetmoet gezegd worden: zowel schrijfster Ellen Ombre als haar grote Japansevriendin Shadow weten wat poseren is. Ze kijken ook helemaal niet raar op alsde fotograaf eerst het interieur verbouwt, tot de kolossale antieke sofa eindelijknaar het terras nabij de rivieroever is verhuisd: statig nemen ze plaats op dewitlinnen bekleding, statig kijken ze beiden in de lens Toegegeven, om deaandacht van de Sadow te trekken moet ik me wél verdekt achter de fotograafopstellen om op gepaste momenten ‘púppy’ of ‘kóékje’ te roepen maar dan houdt ze haar kop ook wel érgleuk schuin. En verder zijn ze volkomen naturel fotomodel.
Shadow (“Misschien een wat ordinaire naam als je nietweet dat ze naar mij, Ombre is genoemd, dus zet dat er even bij”) is een akitainu, een Japans ras. “Ik wilde eigenlijk een basenji, een Afrikaanse jachthond,maar mijn zoon Meik vond dat een te iele verschijning. Ik houd van pariahonden,de husky die ik vóór haar had was er ook een. Pariahonden zijn oerhonden die nogheel dicht bij de wolf staan. Het voordeel is onder meer dat ze niet blafferigzijn. En dat bleek, op een bovenhuis in Amsterdam een uitkomst. Maar ik vinddit soort honden ook, als je ze eenmaal naar je hand hebt gezet, het prettigstin de omgang. Hele sterke karakters, een dominante wil, intelligent, heeleenkennig, maar eenmaal getraind kun je met ze lezen en schrijven.
“Nee, ik hoefde niet voor haar naar Japan af te reizen.Via via hoorde ik dat er een nestje in Ilpendam was. En omdat de soort in Nederlandvrij onbekend is en ze bovendien bij die enkele kenner als moeilijk opvoedbaarte boek staat, konden ze die pups aan de straatstenen niet kwijt. Ik had Shadowvoor het uitkiezen!!”
Ellen Ombre is geboren en tot haar twaalfde levensjaargetogen in Suriname. “De heimwee die ik voelde toen we net in Nederlandwoonden, was bijna fysiek. Als ik dan naar buiten keek, die grauwheid van eenongewassen melkfles, dat onwezenlijke, dan dacht ik: dit is de dood. Natuurlijkslijt dat gemis. Maar ik heb Suriname altijd in m’n rugzak gehouden. Hoe kleinde gemeenschap ook is, toch kun je hier op een bepaalde manier onderduiken. Iknoem Paramaribo een wereldstad op zakformaat. En de mannen zijn hier zóhoffelijk…”
Op 1 oktober 2005 vestigde ze zich weer, door een samenloopvan omstandigheden, definitief in Suriname. Nu woont ze in een verrukkelijkevilla aan de Surinamerivier. Dicht bij het centrum en toch zó buiten dat je inhet mangrovebos van de buurman zomaar oog in fel rood oog met de uiterstzeldzame boskip kan komen te staan. “En vanmorgen zag ik zelfs rode ibissen,zomaar op het gras!”
“Shadow hoorde tot de nazending. Zoals je weet is hetgeen peulenschil om je hier formeel te vestigen en die rijstebrijberg kon ikhaar niet aandoen; Shadow moest in een gespreid bedje terecht komen. Dus reisdeze afgelopen december alleen. Maar dat gáf me toch een problemen! Ik had aanalle formaliteiten voldaan, maar niemand had me verteld dat ik ookinvoerrechten over mijn hond moest betalen. Twaalfhonderd euro vroeg die douanier,anders kreeg ik haar niet mee… Welk weldenkend mens heeft dat bedrag op zakals-ie z’n hond op komt halen?! Ik had natuurlijk sterk de indruk dat het hiertotale willekeur betrof, maar intussen rook Shadow mijn parfum in haarreiskennel, dus die begon wanhopig te janken. En die man was niet te vermurwen.Zo’n kleine Napoleon. Ik ben de volgende dag naar het hoofd van de douane opNieuwe Haven gegaan en die heeft me tegen het juiste tarief wel een invoervergunning gegeven. Terugop Zanderij zat daar nog steeds Napoleon, die me mijn hond wel mee moest geven.Met tegenzin. Dus ik zei: ‘Als u héél erg uw best doet, mag u hem wel een keeruitlaten!’
“In Amsterdam was Shadow de freule van de grachtengordel,gedroeg ze zich kéúrig; nooit trekken aan de lijn, altijd netjes rechts van melopen, geen aandacht voor andere honden, nooit poepen op de stoep… Maar hierheeft zich een duidelijke transformatie voltrokken, doctor Jekill werd misterHyde op pootjes. Het begon al met de buurhond, een echte dominante alfa-teef,groot en sterk, die op ons erf kwam. Om duidelijk te maken wie er nou echt debaas in het gebied is, begon Shadow een gevecht op leven en dood. Gelukkig wasze nog net geciviliseerd genoeg om haar tegenstandster de slagader niet door tebijten, maar het was duidelijk dat zij de baas was. Zoals duidelijk werd dat zezo langzamerhand ook steeds meer de baas werd over mij.
“Wanneer ze maar kon, rende ze naar de rivier om een duikte nemen. Eén keer was de stroming zó sterk dat ze bijna naar zee is gesleurd,we konden haar op het nippertje redden. Maar elke dag als ik haar los lietraakte ze helemaal stoned van geluk en kwam ze pas na uren bekaf binnen om erde volgende dag weer op een holletje vandoor te gaan. Ik had haar totaal nietmeer onder appél: niet meer komen als ik haar riep. Ze joeg op van alles,vooral op krabben en op krabdagu’s. Dat zijn een soort hondachtige wasbeertjes.
“De tuinman heeft me toen gewaarschuwd: ‘U moet hem nietloslaten, die krabdagu’s gaan hem doodmaken!’ Het zijn roedeldieren die,wanneer ze te vaak worden lastig gevallen, een vijand omsingelen en ‘samen enin vereniging’ zoals je hier altijd in rechtbankverslagen leest, hem aanvallenen doodbijten. Dat is dus die buurhond overkomen. We hoorden op een nacht eenvreselijk gegil, en toen ik ging kijken lag ze zieltogend te sterven. Dus numag Shadow alleen in de voortuin. Niet meer bij de rivier. Misschien dat alsmijn zoon weer hier is, hij haar onder appél kan krijgen, mij lukt het niet.Haar instinct wordt in deze wildernis te overheersend. Daar is ze nu eenmaaleen pariahond voor.”