De Rembrandt van de Waterkant
De Waterkant is bekend bij iedereen. Overdag het toneel van wandelaars, schaftende ambtenaren en toeristen. In de avonduren het domein van nachtelijk Suriname. Hoe later het wordt, hoe meer zwervers, kroeglopers en straatmadelieven de eettentjes en wandelboulevard overnemen. En dat kan soms onverwacht een leuke ontmoeting opleveren.
Wieregelmatig op het Kerkplein komt, zal bekend zijn met Merci, het koffie- enbroodjeshuis tussen het postkantoor en het hoofdkantoor van de RBTT. Wat vanbuitenaf al opvalt, zijn de grote muurschilderingen die de wanden sieren.Oerwoudtaferelen die duidelijk niet van een geschoolde, maar wel van eengeoefende en getalenteerde hand zijn. Bovendien, zo vertelt uitbater RoelVeenstra, zijn de muurschilderingen in een paar dagen tijd gemaakt, iets watdoor het grote formaat en de goede gelijkenis verbazingwekkend genoemd magworden.
Een paar dagen later loopt een zwerver midden in de nachtlangs de Waterkant met een paar schilderijen onder zijn arm langs eentoevallige bezoeker van Uncle Ré. De bezoeker herkent in de stijl van het werkde schilderingen uit Merci en vraagt de kunstenaar zonder vaste woon- ofverblijfplaats of hij die soms ook heeft gemaakt. Het antwoord is bevestigenden er ontstaat een interessant gesprek.
De naam van de artiest is Richard Bouis, geboren in 1963als jongste in een gezin van tien. Het leven heeft Richard weinig materielevoorspoed gebracht. Op zijn 15e werd hij veroordeeld tot een gevangenisstrafvan zes maanden voor het beramen van een gewapende overval. Geluk bij eenongeluk was de ontmoeting met een medegevangene die de tijd doorbracht metschilderen. Op dat moment ontdekte Richard zijn roeping: schilderen en nog eensschilderen. Portretten, stillevens, landschappen, bloemen en vogels kwamen inde jaren daarna in hoog tempo uit zijn handen. Tussendoor wisselde het levenzich af met periodes van voorspoed en tegenslag. De vier kinderen die hij bijvier verschillende vrouwen heeft, ziet hij nooit. Zolang hij zijn kinderenniets te bieden heeft, vinden de moeders het contact niet nodig.
Rembrandt
Momenteel brengt hij zijn dagen door met het zoeken naareten en drinken, het organiseren van een plaats om te kunnen slapen en hetmaken van schilderijen. Iets wat regelmatig bemoeilijkt wordt wanneer zijn verfen materialen weer eens worden gestolen. Het zwerversbestaan maakt het lastigom de spullen op een goede manier op te bergen. Bij een poging om zelf eenpersluchtmachine te maken, ontplofte het apparaat in zijn hand waardooramputatie noodzakelijk was. Tevens volgde er weer een opsluiting van zesmaanden op verdenking van terroristische activiteiten. Het belette hem niet omdoor te gaan met schilderen. Tijdens de detentie was er meer dan voldoende tijden uiteindelijk heb je voor schilderen maar één hand nodig.
Elke dag maakt hij drie schilderijen die, afhankelijk vanhet gebruikte materiaal, tussen de 20 en 50 SRD op moeten brengen. Sinds deverkoop in de omgeving van ‘t Vat onmogelijk werd gemaakt door het opdringerigegedrag van andere straatventers, is de Waterkant zijn vaste verkooppunt. Somslukt het hem om de boel te slijten, soms ook niet. Stelen en roven is inmiddelsgeen optie meer, niet zozeer vanwege de morele bezwaren en de detentie, maaromdat de beveiliging in de loop der jaren veel te geavanceerd is geworden.
Kunstbeurs
Twee maanden heeft hij les gehad, onder anderen van JulesChin A Foe en Ruben Karstens. Helaas maakte een brommerongeluk het onmogelijkom de cursus verder te volgen. Ondanks zijn gebrek aan scholing heeft hij tocheen paar keer met eigen werk aan de Nationale Kunstbeurs meegedaan. Sinds dietijd probeert hij zijn kennis over te dragen aan andere jongens van de straat.Het doet hem goed wanneer hij daarna ziet dat een van zijn ‘studenten’ hetzelfgemaakte werk op dezelfde manier als hij aan de man probeert te brengen.
De toekomst benadert de Surinaamse Rembrandt met eenronduit positieve blik. Vol werk, vol leven. Momenteel heeft hij goede kansenop een min of meer permanente behuizing. Het moet mogelijk zijn om daar optermijn ook een klein atelier te maken. En wie weet komt het ooit zo ver dathij daar ook zijn eigen expositieruimte kan hebben. Het verkopen kan dan vandaaruit geschieden, hoewel hij de straat altijd als zijn verkoopkanaal zalbeschouwen. In een atelier kom je nu eenmaal minder mensen tegen dan ‘s avondsaan de Waterkant. Het komt uiteindelijk wel goed met Richard, zo denkt hij, alsjaloerse mensen hem maar met rust laten en alsjeblieft eens ophouden met hetsteeds weer stelen van zijn materialen.
Wiesteelt van wie?
De nestor van de Surinaamse kunstwereld, Erwin de Vries,blijkt echter een heel andere mening over zijn zwervende ‘collega’ te hebben. “Dieman heeft bij me ingebroken en verschillende schilderijen, waaronder een heledure, gestolen”, zo meldt Suriname’ssuccesvolste kunstenaar aller tijden terwijl hij zich met terugwerkende krachtweer opwindt. Onze Rembrandt heeft in de tijd dat inbraken nog wél onderdeelvan zijn metier vormden ook een bezoek aan Erwin’s atelier gebracht. Degestolen schilderijen, allemaal origineel werk en dus kapitalen waard, werdendoor Richard aan stukken gesneden zodat hij zijn eigen werk op het dure linnenkon maken. Dat hij daarbij over of op de achterkant van een originele De Vriesschilderde mocht de pret niet drukken. Mensen die ooit op de Waterkant iets van‘Rembrandt’ hebben aangeschaft doen er goed aan even op de achterkant tekijken. Het kon wel eens de heel goedkope aanschaf van een klein stukje vanSuriname’s eigen grootmeester zijn!