Garnalen in een markoesa-botersaus
Er gebeurt op dit moment veel in de Surinaamse culinaire wereld; het ene na het andere restaurant met internationale keuken opent haar deuren. Koks uit het buitenland verruimen het aantal smaken en gerechten. Maar ook onze eigen koks maken een ontwikkeling door. In deze serie leest u hoe Surinaamse chefs de Sranan kukru op internationaal niveau brengen door met onze vertrouwde ingrediënten verrassend nieuwe gerechten op tafel te zetten. Maar het belangrijkste ingrediënt in deze recepten is creativiteit. Deze maand: Arnold Fredrik, souschef te Spanhoek Passage.
Sinds 1992werkt Arnold Fredrik in de horeca. Door zelfstudie, het lezen van tijdschriftenen het surfen op internet, heeft Arnold zichzelf op de hoogte gehouden van denieuwste ontwikkelingen op culinair gebied. Aangezien er nog steeds geenofficiële koksopleiding is in Suriname, is dit voor onze koks de enige manierom bij te blijven. Volgens Arnold zijn we in Suriname geïsoleerd. “Er zijnweinig mogelijkheden om nieuwe smaken te ontdekken en jezelf op internationaalniveau te brengen. Daarom ben ik blij met de komst van nieuwe restaurants. Diehebben een opvoedende taak. Want Surinamers zijn conservatieve eters.” Om telaten zien dat er meer is dan rijst-pom en kip, volgt hier een gerecht vanArnold Fredrik. Hij probeert met zijn creaties een bijdrage te leveren aan deverrijking van de Surinaamse keuken. We hopen dat u er van geniet!
Garnalen in een markoesa-botersaus, met een garnituur van zoete-patatkoekjes, roergebakken snijbonen, paprika entomaat, afgemaakt met gebakken rijpe banaan, bestrooid met een mix vancacaopoeder en nootmuskaat.
Voor 4 personen:
600 gram garnalen
150 gram boter (waarvan de helft ijskoud)
350 gram zoete patat
2 eieren
1 eetlepel gehakte prei (lente-uitjes)
250 milliliter markoesasap
200 gram rijpe bananen, in plakken gesneden
500 gram snijbonen
1 grote paprika, in reepjes
3 tomaten, in parten gesneden
zout en peper, naar smaak
1 teen knoflook
1 theelepel djiera (komijn)
1 theelepel nootmuskaat
1 theelepel cacaopoeder
50 milliliter koksroom
50 milliliter sojaolie
De garnalen pellen en de darm eruit halen. Inleggen metzout, peper en de geperste knoflook. De zoete patat schillen, gaarkoken,afgieten en even droogstomen. Daarna pureren, vermengen met de koksroom,eieren, djiera, 50 gram boter, zout en peper. Het pureemengsel in beboterdemuffinvormpjes doen en in een voorverwarmde oven (200 °C) 30 tot 35 minutenbakken. Kook het markoesasap in tot minder dan de helft en haal van het vuur.De garnalen in de olie gaarbakken. Doe de pan met markoesasap weer op een laagvuur en klop daar in delen de ijskoude boter doorheen tot er een mooie gladdesaus ontstaat. Breng op smaak met zout en peper. Bak de rijpe banaan en laatuitlekken. Bestrooi daarna met het cacao-nootmuskaatmengsel. Roerbak degroenten in olie met zout en peper en bestrooi met de gehakte prei. Rangschikde zoete-patatkoekjes (3 stuks) op het midden van het bord. Daarop de rijpegebakken banaan. De garnalen om de zoete-patatkoekjes heen leggen, en de sausover de garnalen scheppen. Serveer de groenten apart.
Smakelijk eten, en tot de volgende maand!