Ondernemers aan het woord
Rahied Doekhie
Tropical Trade & Industries NV
Praat je over economische ontwikkeling, dat praat je vooral over ondernemers met durf. Parbode laat ze aan het woord. Deze maand: Rahied Doekhie, eigenaar van Tropical Trade & Industries NV en voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA). Zijn bedrijf Tropical Trade & Industries NV richt zich op de productie van onder meer dranken en farmaceutische producten.
Doekhie studeerde in Nederland, liep stage bij onder meer Unilever in Vlaardingen en kon bij deze multinational ook een vaste baan krijgen. “Maar dat wilde ik niet. Toen ik naar Nederland ging voor studie, heb ik vooraf de keuze al gemaakt tussen daar blijven of weer weggaan. Ik heb voor dat laatste gekozen en dus nooit grote investeringen gedaan. Eenmaal terug in Suriname mocht ik als directeur bij Ali’s Industries, het bedrijf van mijn opa, aan de slag.
“Ik heb daar keihard gewerkt en de negatieve resultaten omgebogen naar positieve. Maar toen kwam de oudste zoon van mijn opa naar Suriname en kreeg het voor het zeggen. Maar hij wilde terug naar de jaren zeventig, wij naar 2020. Wij wilden groot worden, hij klein blijven. Hij had geen geloof in productie. En wist mijn opa daarin te beïnvloeden. Ik had zoveel energie, maar die kon ik niet kwijt. Op een ochtend moest ik weer naar het werk maar dacht ‘ik stop ermee!’ Ik heb die dag gelijk mijn ontslagbrief geschreven. Tot nu toe heb ik knallende ruzie met mijn opa en zijn zoon. En ik niet alleen: zes van de zeven kleinkinderen zijn inmiddels vertrokken bij Ali’s, ook mijn moeder die daar werkte heeft ontslag genomen. Ze werkt nu in mijn bedrijf.”
Vertrouwen
Dit bedrijf zette Doekhie vier jaar geleden op. “Dankzij De Surinaamsche Bank die absoluut vertrouwen in mij had. Ik heb dit pand aan de Aboenawrokostraat gekocht en ben begonnen met de productie van Mr. TP stropen en smaakadditieven. Die zijn door mij bij Ali’s Industries ontwikkeld, maar ik was destijds wel zo verstandig om te bedingen dat het intellectueel product mijn eigendom is. Daardoor kon ik de merknaam blijven gebruiken.”
Sinds kort is de productie uitgebreid met farmaceutische middeltjes, zoals natuurlijke spierbalsemgel. “De vergunningsprocedure om dit te mogen doen viel niet mee, we hebben heel veel intriges moeten doorstaan. De Farmaceutische Inspectie van het ministerie van Handel en Industrie lag lange tijd dwars, die dame daar zei ‘je bent te jong, ga maar stroopjes maken’. Uiteindelijk voldeden we aan alle voorwaarden en hadden ze geen reden meer om de vergunning niet te verstrekken.”
Doekhie verwacht discipline en kwaliteit van zijn inmiddels 31 personeelsleden, onder wie vier chemische analisten en twee werktuigbouwkundigen. “Dat betekent dat ik veel met ze praat maar ook dat ik voor mijzelf diezelfde discipline hanteer. Wat dat betreft hanteer ik één lat, één maat. Dus als zij om half acht op het werk moeten zijn, zorg ik er voor dat ik er voor half acht ben. Als zij in de kantine hun voeten niet op tafel mogen leggen, doe ik het ook niet. Zo kweek je een stukje medeverantwoordelijkheid. Het heeft een sneeuwbaleffect van medewerker op medewerker, je ziet het verschil.”
Hosselmannetjes
Onder het motto ‘je moet geld uitgeven om geld te kunnen verdienen’ is Tropical Trade & Industries ISO-gecertificeerd. Doekhie: “Het heeft allemaal te maken met een lange termijnvisie. Ik moet toegeven dat mijn studie in Nederland mijn visie heeft verbreed. Lange termijnplanning kende ik niet. Dat kun je mij ook niet kwalijk nemen, ik ben in een periode in Suriname opgegroeid dat je vaak moest rennen voor een paar broodjes of voor een beetje benzine. Ik ben een product van die tijd, waaruit ook de hosselmannetjes die we nu nog kennen uit voort zijn gekomen. Maar in Nederland heb ik vooral goed leren denken.”
Die visie heeft ertoe geleid dat Doekhie geen grappen maakt met zijn klanten. “Als er een klant komt die vindt dat de sinasstroop naar aardbeien smaakt, gaan we nooit in discussie. Ook al heeft hij of zij ongelijk, we ruilen het direct om. Een klant die je tevreden stelt komt immers altijd terug. Daarnaast weten we dat onze producten goed zijn. In 2008 hebben we bij winkels en andere plaatsen 36.000 mensen onze stropen laten proeven. We kregen slechts negen klachten over de smaak. Sinds kort produceren we stroopijsjes, die we door drieduizend mensen hebben laten proeven. Dat leverde geen enkele negatieve opmerking op. Inmiddels exporteren we al stroop naar Nederland en België, in de toekomst hopen we die export te kunnen uitbreiden.”
Beleid
Als voorzitter van de ASFA is het de jonge ondernemer opgevallen dat de laatste jaren door collega’s behoorlijk in de productiesector is geïnvesteerd. Nieuwe bedrijven lijken als paddenstoelen uit de grond te schieten. “En het is echt niet zo dat er alleen maar drugsgeld wordt geïnvesteerd. Maar ik zou wel willen benadrukken dat de productiesector ondanks het regeringsbeleid de laatste jaren een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Dat beleid is niet gericht op het stimuleren van het ondernemersklimaat.
“Het begint eigenlijk al bij het besef van president Ronald Venetiaan. Lees zijn laatste jaarrede terug; hij heeft daarin welgeteld één keer het woord productie genoemd! Vergelijk dat met zijn collega in buurland Guyana, die noemt in zijn jaarrede 73 keer het woord ‘production’. Dat zegt eigenlijk alles. Deze regering heeft te kampen met een gebrek aan visie, beleid en kennis. Men is er vooral om de importhandel in stand te houden, niet de lokale productie.”
Hoewel de economie er stukken beter voor staat dan tijdens de hosseljaren van zijn tienertijd, is Doekhie nog niet al te optimistisch over de huidige situatie. “Er is in redelijke mate sprake van economische stabiliteit, maar wel een fragiele economische stabiliteit. Er hoeft maar iets te gebeuren en de economie dreigt te wankelen. Zijn er opeens minder toeristen, dan veranderen de koersen op de valutamarkt, zijn de eigenaren van geldwisselkantoren boos, dan ontstaat er een schaarste aan Amerikaanse dollars, gaan de salarisambtenaren omhoog, dan schudt het hele financiële overheidshuishouden even. En ga zo maar door.”
Leuteren
“Volgens Standard&Poor is het investeringsklimaat voor de productiesector hier zelfs slechter dan in Haïti. Kun je je dat voorstellen? Ik schaam me bijna om dat tegen iemand te moeten zeggen. Hier wordt zoiets door politici en beleidsmakers weggewuifd, maar in landen als bijvoorbeeld Colombia houdt men een dergelijke ranking nauwlettend in de gaten en speelt daar ook op in. Hier dus niet. Het probleem is dat we in de regering te weinig doeners hebben, zoals bijvoorbeeld minister Santokhi van Justitie en Politie. We moeten meer van dit soort ministers hebben en niet teveel leuteren!”J