Films & Zo, 45
Bollywood Blues
In de Nederlandse documentaire ‘Bollywood Blues’ van regisseur Rishi Chamman, die Surinaamse roots heeft) staat een Hindostaans gezin in Nederland centraal. De ouders zijn geboren en getogen in Suriname, de drie dochters in Nederland. Chamman volgde met de camera anderhalf jaar lang één van de dochters, de 24-jarige Monique. Het thema is behoorlijk cliché: hoe je als, van oorsprong niet-Nederlandse, klem kan komen te zitten tussen twee culturen. Nog meer cliché: Monique staat voor een moeilijke beslissing door een keuze te moeten maken om of de wens van haar ouders te vervullen en getrouwd het huis te verlaten, of haar eigen toekomstdromen uit te laten komen door te gaan samenwonen met haar vriend.
Maar daar houdt het clichématige wel op. Want Chamman weet enigszins te verrassen door de beelden af te wisselen met fragmenten uit Bollywood-films en de geluiden van Indiase muziek. Dat maakt zijn documentaire nog enigszins uniek. Directe aanleiding voor het maken van de documentaire was het gegeven dat Hindostaanse meisjes gemiddeld vaker zelfmoord plegen dan leeftijdgenoten binnen andere culturen. Eén van de belangrijkste oorzaken is dat de regels binnen de eigen gemeenschap te streng en benauwend zijn. Niet alleen onder Hindostanen in Nederland is dat zo, in Suriname, en met name Nickerie, kunnen we daarover meepraten.
In de documentaire komt die ernst van de zaak er niet goed uit, het gaat er binnen het gezin en met name tussen vader en Monique gemoedelijk aan toe. Waarbij het vermoeden ontstaan dat Monique voor de ogen van de camera net iets meer durft te zeggen dan ze anders zou doen en haar vader zich inhoudt om niet als boeman door de kijker te worden afgeschilderd. De standpunten komen echter wel goed en gemotiveerd uit de verf, zodat je je als kijker na afloop afvraagt wie je nu gelijk moet geven. Een zwart-wit oordeel is niet mogelijk, het hangt in de buurt van grijs.
Toch kun je je afvragen of ‘Bollywood Blues’ aanslaat bij een breder publiek of alleen een eigen doelgroep (Surinamers, Hindostanen in Nederland?) zal trekken. De bakra kennende, die loopt er niet warm voor. Daarvoor zijn de cultuurverschillen tussen de Hollanders, die maar al te vaak niet verder kijken dan de pan met stamppot en een vakantie in Frankrijk of Spanje, en de met dilemma’s worstelende Hindostanen en andere etnische groeperingen, nog altijd te groot. En van veelal zoetsappige Bollywood-films en Indiase muziek moet de gemiddelde blanke Nederlander al helemaal niets hebben.
Roy Wongsodikromo
Bollywood Blues, Rishi Chamman (regie), Annemiek van der Hell (productie), 2008
De met acht Oscars bekroonde film ‘Slumdog Millionaire’ vertelt het verhaal van de achttienjarige wees en sloppenwijkbewoner. Als hij op het punt staat om twintig miljoen roepies te winnen in de Indische versie van het programma ‘Who wants to be a millionaire?’, pakt de politie hem op. Ze verdenken hem van vals spelen. Hij probeert hen ervan te overtuigen dat hij al zijn kennis op straat heeft opgedaan. Uiteindelijk gelooft men hem, maar kan hij nog steeds de hoofdprijs winnen?
Slumdog Millionaire, Danny Boyle (regisseur) en Christian Colson (producent), 2008
Mi Libi
Ruim twee jaar geleden bracht Max Nijman zijn laatste cd uit: ‘Mi Libi’. Zijn fans hadden hier jaren op gewacht en lieten zich deze kans dan ook niet ontglippen, met als gevolg dat de cd al tijden is uitverkocht. Zoals ook alle concerten waar hij op het podium komt nog altijd steevast zijn uitverkocht.
Hoewel Nijman al meer dan veertig jaar in Nederland woont, is hij nog altijd ‘van ons’, en met name van Moengo waar hij is geboren. Anders dan bijvoorbeeld Oscar Harris, die in Nederland de meer populistische toer is opgegaan (en daardoor ook bij een veel breder publiek in zijn thuisland overzee bekend is), heeft Max Nijman altijd vastgehouden aan zijn typisch Surinaamse muzikale principes. Principes die je ook terughoort op ‘Mi Libi’, een herkenbare Nijman-verzameling van twaalf nummers, waarvan drie zijn opgenomen met de Max Nijman Band.
Kort gezegd een uur lang Mijmeren met Max, die je meevoert naar een wereld, in het bijzonder Suriname, waarvan je zou willen dat het permanent zo zou zijn: romantisch en gemoedelijk. Als je luistert vergeet je de beslommeringen en chaos van alle dag, lijken foute politici en andere zware jongens voor even niet te bestaan.
Hij voert je ook mee naar de tijd dat Surinaamse muziek nog echt muziek was. Opeens besef je dat teksten ook goed doordacht en met gevoel geschreven kunnen worden. En niet lijken op door eendagsvliegen vluchtig aan de keukentafel bijeen gefriemelde ‘Ik hou van jou, jij houdt van mij’-liedjes, die de huidige generatie ‘musici’ over Suriname uitstrooit. Dat er gezongen teksten zijn die niet kapot-gejengeld worden door te luide elektronische keyboards, waar je tegenwoordig als gerespecteerde band over schijnt te móeten beschikken. ‘Mi Libi’ bewijst dat Surinamers wel degelijk een eigen, moderne muziekcultuur hebben. Vooral het eerste nummer ‘A son ini mi libi’, waarvan de titel van de cd is afgeleid, is typisch Max: een lovesong op zijn Surinaams, waar je heerlijk bij weg kan dromen. Maar ook het vlottere werk ontbreekt niet, getuige onder meer ‘Kaskawi Mix’. Een krachtig nummer waarbij je wel wordt gedwongen om tijdens een feestje de benen los te gooien op de dansvloer. Een Engels uitstapje wordt gemaakt met het aangrijpende ‘Tender Years’, in ‘Curacao’ neemt Nijman ons mee naar het gelijknamige eiland waar wij Surinamers zo’n aparte band mee hebben. Ach Max, waren er maar meer zo als jij: musici die hun hart en gevoel volgen en muziekminnend Suriname laten genieten. We kunnen alleen maar hopen dat er een heruitgave van ‘Mi Libi’ komt. Of nog beter: een nieuwe cd boordevol nieuwe warme verrassingen.
Armand Snijders
Mi Libi, Max Nijman (en de Max Nijman Band), 2007
Flower to the People heeft samen met niemand minder dan Oscar Harris de single ‘Shalom Salam’ opgenomen. Flower to the People is in Suriname bekend van onder meer de cd ‘Omhels mij’. Oscar Harris behoeft geen nadere toelichting. De titel van de nieuwe single zegt eigenlijk alles: een combinatie van een Joodse en een Arabische groet. Niet voor niets gaat een deel van de opbrengst naar de organisatie Windows for Peace, die zich sterk maakt voor samenwerking tussen Joodse en Palestijnse jongeren. Op deze wijze willen de artiesten een steentje bijdragen aan een betere wereld en aan wereldvrede, om te beginnen is het eeuwige strijdgebied in het Midden-Oosten.
Shalom Salam, Flower to the People en Oscar Harris, 2009