Geweld op school
“Pow, pow, pow, ik schiet je dood”, roept een jongetje over het schoolplein. Het speelgoedpistooltje maakt niet veel indruk op de andere leerling, waardoor de jongen een duw nageeft. Het speelgedrag onder kinderen verandert, met als gevolg dat leerlingen steeds agressiever worden. En gewelddadiger.
Veel lagere scholen hebben de laatste maanden in brieven aan ouders opgemerkt dat het aantal vechtpartijen en ruzies op en rond het schoolplein opvallend is toegenomen. Een verontrustend fenomeen, zo vinden de mensen in het onderwijsveld. Meestal beperkt de schade zich tot hooguit een blauwe plek, maar soms loopt het dramatisch af. Zo stak in de zomer van 2008 de twaalfjarige leerling Prewesh K. de tien jaar oude Faroesha Shaista Khodabaks neer op school. De oud-leerling van de O.S. Kisoensinghschool te Clarapolder liep op 24 juli de klas van Faroesha binnen. Hij pakte haar hand en sleurde haar het schoolplein op. Daar stak hij haar dertien keer met een mes. De dader was twee maanden eerder van school gestuurd wegens wangedrag.
“Ouders verwachten dat hun kinderen veilig zijn op school, maar dat is niet zo. Toch denk ik dat het voorval wel voorkomen kon worden”, vertelt Hafiza Khodabaks, tante van Faroesha. “Als de schoolleiding weet dat er een leerling met een beperking op school is, dan moet dat kind begeleiding en genezing krijgen en niet afgeschreven worden.” Na het voorval heeft de Kisoensinghschool de veiligheid aangepast. “De leiding is verwisseld, er is een schutting om het terrein gezet en leerlingen worden van tevoren gescreend.”
De familie Khodabaks heeft weinig steun ontvangen van de school. Overige familieleden zijn daarom van school afgehaald en ergens anders ingeschreven. “Dat hebben we mede gedaan om dit alles te kunnen vergeten.”
Speelgoed
Stichting Projecten Christelijk Onderwijs Suriname ziet de agressie onder leerlingen toenemen. “We hebben onderzoek laten doen op vier scholen. Daaruit is gebleken dat de spelletjes die kinderen spelen veel te maken hebben met slaan. Ze hebben niet geleerd om met speelgoed te spelen en verzinnen daarom andere attributen om zichzelf te vermaken”, zegt Yvonne Caprino van Stichting Projecten. Het onderzoek dat de stichting heeft laten doen, was op basisscholen in de wijken Marowijne-project en Abra Brokie.
“Kinderen spelen bijvoorbeeld tikkertje op het schoolplein. Het ene kind tikt het andere kind iets te hard en daar komt dan weer een reactie op. Wij gaan een project opstarten waarbij kinderen leren om met speelgoed te spelen”, vult Agnes Ritfeld haar collega aan.
Stichting Projecten had eerder al een project waarbij ouderen met de kinderen liedjes gingen zingen. “Dat was een succes. Nu willen we de kinderen bewust maken van een andere manier van spelen. Daarnaast willen we de ouders aanspreken. De vaders en moeders moeten weten dat zij ook moeten spelen met het kind. De oorzaken van de toename van het geweld onder kinderen zijn divers. Het heeft niet alleen te maken met een tekort aan speelgoed. Het heeft ook te maken met cultuur. Surinamers zijn geen spreekvolk. We houden onze emoties binnen. Daardoor leren kinderen niet hoe ze zich moeten uiten”, aldus Yvonne.
“Kinderen zijn ook vaak alleen. Als ze thuis komen van school, zijn de ouders aan het werk. Ze moeten dan zorgen voor andere broertjes of zusjes. Het zijn kleine kinderen met hele grote verantwoordelijkheden. Kinderen kunnen maar heel kort kind zijn”, vertelt Agnes.
Het project waarbij kinderen leren te spelen met speelgoed moet deze maand van start gaan. “Wanneer wij een project, zoals dit, opstarten gaan we stapje voor stapje bekijken hoe we alles gaan aanpakken. We hebben nu een vrijwilliger gevonden die de lessen gaat verzorgen. We hebben door stichting Saron een educatieve werkplaats kunnen opbouwen en van stichting Maconniek hebben we de middelen gekregen om speelgoed te maken. Eigenlijk willen we een grote awareness-campagne. Ouders moeten bewust worden gemaakt van een andere manier van opvoeden, kinderen moeten leren spelen en hun emoties leren te uiten”, zegt Yvonne, terwijl Agnes instemmend knikt.
Communiceren
“Ouders praten vaak in de gebiedende wijs. ‘Pak je boek, dek de tafel, doe dit, doe dat’. Terwijl je die vragen ook anders kunt stellen”, vertelt Agnes. Bij een eerder project werd kinderen van veertien jaar oud geleerd anders te communiceren. In het begin reageerden ze angstig op een lief woord maar na een tijdje keken ze ernaar uit. De stichting wil bij het nieuwe project dan ook met jonge kinderen werken. “Hoe jonger ze zijn, hoe groter het succes. De vicieuze cirkel moet doorbroken worden. Het geweld dat kinderen zien op televisie, het geweld dat ze meemaken op school, geweld dat ze thuis zien in de familie. Ze moeten leren dat het ook anders kan. En in dat proces zien wij speelgoed als leergoed”, verklaart Yvonne.
Op de herdenkings-website van Faroesha doen de ouders van Faroesha een oproep: ‘Is er een instantie die de verantwoordelijkheid voor veiligheid van onze kinderen op alle scholen op zich wil nemen? Of zal dit tragisch gebeuren de geschiedenis ingaan als een incident, waar verder geen maatregelen getroffen hoeven te worden’. “Daar waar het bloed van Faroesha heeft gevloeid en ze haar leven heeft verloren, mochten we van de school bloemen planten. Helaas moesten we het na enige tijd weer weg halen. We betreuren het dat de school niets voor onze onschuldige Faroesha heeft kunnen doen. Daarnaast zijn we teleurgesteld in de regering, vooral in het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov). Financieel heeft de familie alles zelf moeten oplossen”, aldus Hafiza.
De teleurstelling heeft te maken met de reactie van onderwijsminister Edwin Wolf. In de Times of Suriname gaf hij aan dat de veiligheid van een school niet kan worden gegarandeerd. Volgens de minister is het de taak van leerkrachten en schoolleiders om in te grijpen bij een voorval. Van minister Wolf werd ondanks herhaalde verzoeken geen reactie ontvangen.
Hafiza: “Het ministerie wil de verantwoordelijkheid niet op zich nemen. Maar zij is eigenlijk wel de instantie die verantwoordelijk is voor wat er op scholen gebeurd. De regering lijkt wel bang. Als ze toegeven dat ze verantwoordelijk zijn, komen ze misschien voor kosten te staan of ze worden voor de rechter gesleept. Onze zaak is ook voorgekomen, maar de familie is niet rechtvaardig behandeld. De tegenpartij was van alles op de hoogte, terwijl wij alles moesten volgen in de media. Het leek wel alsof wíj iemand hadden vermoord.”
De familie Khodabaks is wel bijgestaan door psycholoog Tobi Graafsma van de stichting WiN. “Hij is een aantal keren langsgekomen. Daar waren we erg blij mee. Nu proberen we door te gaan met de gedachte dat op de nieuwe school van de kinderen beter op ze wordt gelet. De beveiliging is, in onze ogen, beter en kinderen kunnen niet na school zomaar worden afgegeven aan derden.”
Tobi Graafsma vindt de veiligheid op school een belangrijke zaak. “Veiligheid wordt niet gecreëerd door hekken om de school te plaatsen. Naar aanleiding van het incident op de Kisoensinghschool is er onderzoek geweest naar veiligheid op scholen. Daaruit bleek dat de meeste agressie onder leerlingen plaatsvindt. Pesten is een groot probleem, elke school moet dit serieus nemen en er aandacht aan besteden.”