Nieuw is hopeloos oud
De kiezers mogen op 25 mei weer naar de stembus. Valt er wel wat te kiezen, of belooft het vastgeroeste oude weer veel van het nieuwe? In deze rubriek, die tot de verkiezingen zal doorlopen, houdt Parbode de gang van zaken in de politiek kritisch tegen het licht.
Suriname is een beetje een apart land. Een kleine bevolking, twee grote politieke kampen, levensgrote belangen en etnische sentimenten dragen bij aan dit aparte karakter. Sterker nog, de afwezigheid van een drang om verandering door te voeren vermaakt de kiezer tot een willoos politiek instrument. Omdat de samenleving zo klein is en verandering maar uitblijft, is de kans op nieuw beleid en nieuwe inzichten bijna verloren. We krijgen naar de verkiezingen toe waarschijnlijk dezelfde opvoering met enigszins aangepaste spelers.
De zogenaamde nieuwe politici hebben in de aanloop naar de verkiezingen veelal beloofd en gezegd dat zij geenszins gestoeld noch gediend waren van etnische sentimenten. Echter hoe dichter we bij de verkiezingen komen, hoe meer wij zien dat er juist deze richting wordt opgegaan. De belangrijkste reden die wordt gegeven voor deze zienswijze is dat het etnisch stemmen niet zo erg is, altijd zal blijven bestaan en de Surinaamse samenleving nog niet gereed is om te stemmen op basis van objectieve criteria.
Verbazingwekkend is echter dat deze zogenaamde nieuwe politici zichzelf hierdoor een brevet van ongeschiktheid geven. Ze preken verandering, maar ze willen vooral blijven doen wat altijd al gedaan werd. Ze sluiten zich zogenaamd schoorvoetend aan bij de oude orde met een zucht van zelfmedelijden. ‘We kunnen niet anders en willen ook eens een keer in het machtscentrum’, lezen we tussen de regels door. Het lijkt niet tot ze door te dringen dat ze ten minste vijf jaar de tijd hadden om het volk tot andere gedachten te brengen. Ze hebben zich zoals velen gedragen als kiesverenigingen en hebben niet volgens een verkiezingsprogramma gewerkt. Zo belandt wel elke kiezer, geschoold of niet, welwillend of niet, in een totaal vicieuze cirkel.
Want ook al wil je stemmen op issues, ook al wil je stemmen op basis van objectieve criteria, de kans daartoe wordt je niet geboden. Dit ligt ten grondslag aan het falen van deze zogenaamde nieuwe politici. Jezelf nieuw noemen, maakt je niet nieuw. Het zullen de handelingen zijn die dat moeten tonen.
Oud
Ook Pertjajah Luhur (PL), die als slogan had ‘Van etnische partij naar nationale partij’, stopt haar strategie om alle Javanen op een PL-lijn te krijgen niet onder stoelen of banken. Bij elke analyse wordt eerst meegenomen hoeveel Javanen ergens wonen en als vanzelfsprekend wordt ervan uitgegaan dat die stemmen dan voor de PL zijn. “Als er een Javaan is in het district Commewijne die níet op PL stemt, gaan we met hem praten en vragen dan wat er met hem aan de hand is”, gaf Somohardjo onlangs nog luidkeels te kennen. Aan de Creolen, Marrons en Hindostanen gaat hij zijn waardevolle verkiezingstijd niet verdoen. Ook de kandidaatstelling gaat volgens diezelfde strategie. ‘Welke Javaan in buurt A kent veel mensen? Oké, dan gaat die Javaan op de lijst’, is de strekking. Er wordt niet gekeken naar de kwaliteiten van de persoon, naar waar hij voor staat en zijn verdiensten in de buurt, het ressort of district. Nee. Hij lijkt op die anderen dús wordt hij op de lijst gezet. Dán zullen de mensen daadwerkelijk als kippen zonder kop op hem gaan stemmen, wordt gedacht. De partijen hebben meer aan een kudde kiezers dan aan een denkende menigte. Het opvoedkundige wijkt en het idee is: ‘Dan zijn we maar géén nationale partij’. ‘Levert ons niet zo veel op’, hoor je in bijna alle analyses. Jammer genoeg is dat de regel bij vrijwel alle partijen. Geen van ze denkt er zelfs aan een Hindostaan op de kiezerslijst voor het binnenland te plaatsen. Daar wonen Marrons en er komt dus een Marron op de lijst te staan. Wil je echter gaan samenwerken, dan pas wordt het heibel. Het nationaal belang is nergens en nooit gepredikt en kan als zodanig dus niet behartigd worden. En dan zien we dat partijen maximaal gebruik maken van hun waardevolle etnische zetels en werken voor hun achterban binnen hun beleidsgebied. Dat een andere etnische groep bijvoorbeeld niet aan een perceel komt, omdat de minister niet op die groep lijkt en haar belangen dus ook niet dient, levert vijf jaar lang helaas pech voor die andere groep op.
Alsof de etnische oriëntatie nog niet genoeg is, volgt het neusje van de zalm om de campagne nog net even dát beetje meer te geven: angst.
Partijen kiezen er veelal voor om zich op te werpen als bewaker van de democratie. Bij de achterban wordt ingeprent dat stemmen op de concurrentie kommer en kwel betekent. Kort en krachtig is hun boodschap: ‘Er is geen ander alternatief, dus dat vrijwaart mij als politieke partij voor het voeren van verkiezingscampagnes op basis van objectieve criteria’.
Het meest zorgwekkende binnen dit alles is echter de groep jongeren. Deze groep wordt eigenlijk gebruikt om te laten zien: ‘Kijk eens, wij hebben ook jongeren’. Bewust is gekozen voor het woord ‘gebruiken’, want de jongeren weten dat ze gebruikt worden. Ze merken ook dat hun bevoegdheid bij het onderhandelen vaak genoeg miniem is. Voor een vergadering waarbij de pers (en ook de achterban) niet mee mag kijken, worden jongeren niet uitgenodigd.
Begunstiging
Het is een moeilijke vraag of het de jongeren kwalijk genomen kan worden. Wat moet je anders doen in een kleine maatschappij, waar vrijwel elke rijke persoon veelal niet rijk is geworden door noeste arbeid? Veelal komt hun rijkdom door politieke begunstiging. Helaas werkt het feit dat Suriname zo klein is dat wel in de hand. In Suriname is belangrijk wie je kent, niet wie je bent. En daar sluit iedereen de ogen krachtig voor. Gevolg voor zo’n jong persoon is, dat hij of zij na de verkiezingen waarschijnlijk wel een belangrijk plaatsje krijgt, maar de touwtjes absoluut niet zelf in handen heeft. Hij of zij is binnen de partij niet opgevoed om politiek-strategisch te denken, maar moet napraten en kan ook na de verkiezingen geen zinnige beslissing zelf nemen. Zo zorgt de oude garde er toch voor dat de teugels stevig in de hand worden gehouden.
Het stemt niet goed. Suriname met zoveel potentie dreigt de boot ruimschoots te gaan missen. Politieke beslissingen op basis van sentimenten zijn absoluut niet meer van deze tijd. Deze sentimenten hebben geen zinnig antwoord op de harde onderhandelingen van multinationals, de ontbrekende kennis die broodnodig is om mee te gaan met de rest van de wereld, handelsakkoorden, klimaatverandering, economische handelsblokken, globalisatie enzovoort. Wat levert het huidig politiek veld ons uiteindelijk op als wij deze belangrijke zaken in ogenschouw nemenen analyseren? De bijna voorspelbare uitkomst is enorme poverheid.