Waarom jongeren (niet) stemmen
Jongeren vormen een belangrijke groep van de stemgerechtigden bij de aanstaande verkiezingen. Volgens het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) is ruim 43 procent van alle kiezers tussen de 18 en 35 jaar. Een groot aantal van deze jongeren zit met de vraag of het zin heeft om naar de stembus te gaan.
Jeanine Recappe (24 jaar, marketing- en salesvertegenwoordiger) wil eigenlijk niks met de verkiezingen te maken hebben. “Er zijn geen capabele mensen op wie ik kan stemmen. Daarom ga ik niet naar de stembus. Een aantal personen, dat nu deel uitmaakt van de regering, heeft een strafblad en ik vind dat dit gewoon niet kan.”
Recappe is niet de enige jongere voor wie de strafbladkwestie een belemmering is om te gaan stemmen. Er is geen wet die verbiedt dat personen met een strafblad zich verkiesbaar stellen. Aan de ene kant is het te begrijpen dat iemand, die in het verleden in de fout is gegaan, een tweede kans moet krijgen. Aan de andere kant is het de vraag of dit ook voor het verkiesbaar stellen moet gelden.
Recappe vindt dat er ook enkele politici zijn, die duidelijk niet weten wat ze precies moeten doen in de functie die hen is toegewezen.
“Ze zijn dus niet capabel, maar de politiek heeft ze daar gezet. Deze zaken hebben mij gedemotiveerd. Ik heb een keer mijn stem uitgebracht op een partij die wel een programma had waarin ik mezelf kon terugvinden. Maar bij het vormen van de regering gingen ze plotseling met een andere partij samenwerken, die niks voor mij betekende. Zij hebben gewoon hun wil doorgedrukt en niet gekeken of de kiezers dit wel wilden. Waarom moet ik dan weer gaan stemmen op een partij die uiteindelijk doet wat de personen van de partij in de hoge posities willen, in plaats van wat hun achterban wil?” vraagt Recappe zich af. Zij ziet het niet als haar plicht om te stemmen. “Het is niet de politiek die er voor zorgt dat ik dagelijks eet.”
Functioneel
Bryan Blinker (28 jaar, technisch medewerker) weet niet of hij wel of niet gaat stemmen op 25 mei. “Ik heb wel het recht om te stemmen op wie ik wil, maar ik weet niet of het mijn plicht is. Om de vijf jaar hebben wij voor vijf seconden zogenaamd de macht in handen om een verandering teweeg te brengen. Ik wil wel gebruik maken van die gelegenheid, maar ik weet niet of onze vorm van democratie functioneel is. Want wat gebeurt er na het stemmen? Ik word niet meer betrokken bij landelijke beslissingen. Verder snap ik het huidig kiesstelsel ook niet. De partij met de meeste stemmen moet het voor het zeggen hebben, punt uit.”
Valerie Lalji (30 jaar, projectcoördinator bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij) is één van de jongeren die zeker naar de stembus gaat. “Het is een recht en het is ook van belang dat we doorhebben dat, indien we geen gebruik maken van ons stemrecht, we in feite niet deelnemen aan het politieke gebeuren in Suriname.”
Lalji kan begrijpen dat jongeren teleurgesteld zijn wanneer de partij waarop zij hebben gestemd, niet aan de macht komt na de verkiezingen. “Desondanks moeten zij de leiding van het land erkennen, want die is daar gezet door het volk.”
Jongerenparticipatie
“Suriname heeft geen stemplicht, maar stemmen is wel een zwaar recht van de burgers van het land”, zegt Jennifer van Dijk-Silos, voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau. “Suriname heeft een democratisch stelsel en daarom mag en moet het volk zijn eigen leiders kiezen. De verkiezingen zijn het instrument om daaraan invulling te geven. Iedereen, ook de jongeren, heeft met dit instrument inspraak. De partijen die de meeste stemmen binnenhalen, zullen het land leiden. Het kan zo zijn dat de partij waarop je hebt gestemd niet het land gaat leiden, maar als democraat moet je je hierbij neerleggen. Stem je niet, dan heb je geen inspraak in het hele gebeuren.” Van Dijk-Silos is van mening dat de jongeren tegenwoordig niet zo maatschappelijk bewust zijn als vroeger. Tijdens haar schoolperiode staakten leerlingen om hun ongenoegen te uiten over een bepaalde leerkracht. “Als leerlingen niet tevreden waren met iets lieten ze het merken, ze maakten hun mond open. De jongeren waren maatschappelijk geëngageerd en lieten het blijken als ze zaken verkeerd vonden. Jongeren van nu zijn passief. Het Nationaal Jeugdparlement probeert wel jongeren te stimuleren, maar toch blijven de meesten stil zitten.”
Ze vindt dat er een onderzoek zou moeten komen om te kijken waarom jongeren zich zo gedragen. “Het wordt tijd dat jongeren bewuster worden gemaakt van hun taken, omdat zij zo meteen de besturing van het land moeten overnemen. De basis moet nu worden gelegd, zonder een goede basis komt er geen goed volk uit. En uiteindelijk krijg je een bepaalde leiding, die niet goed voor het land is. Het is belangrijk voor het behoud van de democratie, maar ook om invulling te geven aan de rechtsstaat en maatschappelijke betrokkenheid te tonen. Stemmen dus.”
Volgens Blinker moet men het jongeren niet kwalijk nemen als ze niet gaan stemmen. “Het is natuurlijk spannend om erbij te horen, dus ik denk wel dat de meesten uit nieuwsgierigheid naar de stembus zullen trekken. Maar ik verwacht wel een rampjaar, ongeacht wie wint. Het zal zo moeilijk zijn een regering te vormen, want het Surinaams volk is te verdeeld. We vertrouwen elkaar niet. Zou het niet geweldig zijn als we de rotte appels in de regering konden bedanken en de capabele personen voor de job op die plek konden zetten?
Hoe Surinaams ben je als je weigert een capabel iemand in je team op te nemen, omdat die niet tot jouw partij behoort? Je zet er liever een rotte appel. Ik zou aan de jeugd willen zeggen, denk niet aan de komende vijf jaar, denk aan de komende vijftig jaar en neem op basis daarvan je beslissing.’’
Lalji is van mening dat jongeren wel moeten gaan stemmen, omdat het goed is dat ze actief deelnemen aan de politiekvoering in Suriname. “Jongeren worden van jongsaf aan geleerd om assertief te zijn en een keus te maken die invloed heeft op hun toekomst. Het is ook een manier om hun stem te laten horen en waar nodig zal het gemakkelijker zijn op te komen voor hun rechten. Indien wij niet stemmen, ontnemen wij ons de kans om door de beleidmakers erkend en behandeld te worden als een gelijkwaardige partner.
“Door te stemmen, geven wij ook aan betrokken te zijn bij de ontwikkelingen in Suriname, deel te zijn van het ontwikkelingsteam en bewust te zijn van de kracht van de stem van jongeren.”
Spannend
Lalji verwacht dat het zeer spannende verkiezingen zullen worden. “Veel jongeren zullen hoogstwaarschijnlijk stemmen, omdat veel jonge politieke leiders zich hebben aangediend. En er zijn enkele politieke leiders, die het absoluut menen met de belangen van de bevolking. Het geeft de jongeren hoop op een betere toekomst Ik verwacht ook dat de verkiezingen redelijk rustig zullen verlopen, maar wat er daarna zal gebeuren is nu nog niet te voorspellen. Tenminste, niet door mij.”
Expositie
Het Surinaams Museum houdt tot midden augustus de expositie ‘De Stemwijzer’ om vooral jongeren, die voor het eerst gaan stemmen, achtergrondinformatie te geven en om hen te motiveren daadwerkelijk naar de stembus te gaan. Op de expositie is materiaal van
de verschillende politieke partijen te zien en is er ook een ruimte waar er zogenaamd gestemd kan worden. Na de verkiezingen worden de resul-taten van deze proefstemming vrijgegeven.