Dansen, verleiden, maar niet aanraken
Lust en verlangen. Daar draaide het om bij de Javaanse lèdèks. Met hun dansbewegingen en verleidelijke gezang brachten ze het hoofd van menig man op hol. Vandaag de dag zijn er nog maar enkele lèdèks actief en bovendien zijn hun traditionele gebruiken veranderd. Zo kunnen mannen een vrijpartij met de vrouwen tegenwoordig vergeten. Hoewel ze nog steeds vaak geassocieerd worden met prostitutie, zijn lèdèks er alleen nog maar om naar te kijken.
Van oudsher is een lèdèk een professionele danseres die haar publiek met dans en zang vermaakt. Bij bijzondere feesten, zoals verjaardagen, bruiloften en besnijdenissen kon een goede lèdèk niet ontbreken en waren haar optredens altijd het hoogtepunt. Op de tonen van de gamelanmuziek danste ze met gast na gast, de hele nacht door. Vooral de mannelijke bezoekers waren zichtbaar onder de indruk van de verleidelijke danseressen en om wat extra’s te verdienen gaven de lèdèks vaak toe aan hun handtastelijkheden. Eind negentiende eeuw zetten de eerste lèdèks voet op Surinaamse bodem om de Javaanse immigranten te vermaken. Nog steeds is er veel belangstelling voor lèdèkdanseressen, zeker onder de oudere generaties. In het bijzijn van de danseressen herleven veelal oudere Javaanse mannen hun jonge jaren. Maar lèdèks zijn tegenwoordig schaars. In ons land zijn er nog maar vier actief. Vanwege het negatieve stigma heeft amper iemand belangstelling voor het beroep.
Danssjaal
Mashoed Sopawira kan maar niet genoeg krijgen van de aantrekkelijke lèdèks. Speciaal voor zijn 75ste verjaardag zijn drie danseressen uitgenodigd. Gastheer Sopawira mag als eerste dansen met de lèdèks. Hij krijgt een danssjaal om zijn hals en het gamelanorkest speelt het lied van zijn keuze. Het harmonieuze samenspel van slaginstrumenten, fluitmuziek en zang begeleidt Sopawira’s dans met de lèdèks. De vrouwen neuriën zachtjes mee met de muziek en bewegen sierlijk hun armen door de lucht. De overige gasten kijken toe. Nu het feest officieel is begonnen, mogen zij ook dansen met de lèdèks. De meesten reageren enthousiast, maar enkelen zijn zo verlegen dat ze de dansvloer niet op durven. Rakiman Resosemito loopt schuchter naar de lèdèks toe. Hij doet de danssjaal om zijn hals en kiest een rustig Javaans liedje. Het aangereikte glas Red Label drinkt hij in één teug leeg. Wagijem Setrodikoro-Setrosentono, een 69-jarige lèdèk, begint de man toe te zingen. Resosemito antwoordt. Hun lied gaat over lust en erotiek.
Als één van de laatste echte lèdèks geniet Wagijem veel aanzien. Ze is al bijna veertig jaar danseres en nog steeds verdient ze met haar optredens een goede boterham. “Ik heb zelf voor het beroep lèdèk gekozen, maar het idee kwam van mijn man”, vertelt de vrouw. “Het was goed betaald en gelukkig is mijn man geen jaloers type.”
Opleiding
Wagijem volgde geen officiële lèdèkopleiding. “Ik heb nooit gevast, terwijl dat eigenlijk moet.” Wel neemt ze trouw een reinigingsbad voordat ze gaat dansen en kent ze vele Javaanse liedjes. Ook de 64-jarige Ponirah Sanroesdie Martoredjo treedt soms nog op als lèdèk. Wagijem en zij zijn de laatste danseressen van de vorige generatie. Toch maakt Wagijem zich geen zorgen over het voortbestaan van haar beroep. “Ik word de laatste vijf jaar vergezeld door twee jonge lèdèks van 35 en 29 jaar. Ik draag mijn vaardigheden aan hen over.”
De jonge meiden geven het eeuwenoude beroep een nieuw gezicht. Veel van de oude tradities laten ze varen. Zingen, vasten en bidden is passé en van handtastelijkheden willen zij niets weten. De gasten mogen slechts met de dames dansen en zingen. Toch zijn er mannen die zich laten gaan, vooral nadat ze diep in het glaasje hebben gekeken. Als iemand het toch waagt om de jonge vrouwen te betasten, wordt met de uitroep ‘hooo’ abrupt een einde aan de dans gemaakt.
Liefdesspel
Lèdèk betekent verleiden en lokken. Over de oorsprong van het dansvermaak in Indonesië doen vele verhalen de ronde. De dansen zouden goed zijn voor een rijke oogst en beschermen tegen natuurrampen. Ook zou de lèdèk geneeskrachtige werking hebben. De periode van contractarbeid was de glorietijd van de lèdèks in Suriname. Hun optredens eindigden toen vaak in een betaalde vrijpartij. Er was sprake van armoede, een overschot aan mannen en amper werk. Prostitutie was een snelle manier voor een Javaanse vrouw om geld te verdienen. De opleiding van de lèdèk begon al vroeg in haar tienerjaren. Meisjes met talent voor zang en dans werden opgeleid door een voormalig lèdèkdanseres of een gamelanspeler. Dat ging lang niet altijd vrijwillig. Regelmatig werden meisjes door hun echtgenoten gedwongen om de opleiding tot lèdèk te volgen.
Naast de verplichte zang- en dans-oefeningen kregen de lèdèks spirituele trainingen. Door te vasten ontwikkelden de meisjes bovennatuurlijke vermogens waarmee ze zich konden beschermen tegen kwade invloeden van mensen en geesten, vooral tijdens het dansen. Deze vastenperiode varieerde van veertig dagen tot een jaar en is het laatste onderdeel van de lèdèkopleiding. Als ze de hele opleiding doorstond, werd het meisje met een reinigingsbad en zegeningen ingewijd tot lèdèk. Soms ontving zij een amulet, band of wierook gewikkeld in een wit doekje. Door dit dicht op haar lichaam te dragen tijdens het dansen, ontving ze bescherming en zou ze mannen aantrekken.
Door de geleidelijke verdwijning van het mannenoverschot en de armoede, veranderde de rol van de lèdèks. Gaandeweg ontstond een meer algemene ‘taakomschrijving’: mannen vermaken met zang en dans. Ook werden de traditionele regels minder streng nageleefd. Tayups en janggrungs, traditionele Javaanse feesten, zijn tegenwoordig het podium van de lèdèks. Voordat het feest begint, brengt men offers aan de geestenwereld voor bescherming en kracht, opdat de avond goed zal verlopen. Het gamelanorkest verwelkomt de eerste bezoekers. Terwijl de gasten genieten van de muziek en het eten, houden de lèdèks zich schuil in een aparte kamer om zich in alle rust voor te bereiden op de optredens.
Wierook
Na een gebed met brandende wierook kleden zij zich in een traditioneel gewaad, met op het bovenlichaam een mekah, een ingezegend kledingstuk. In de beha zit het heilige witte doekje dat bescherming zal bieden. De riem om hun middel accentueert de taille en het opgestoken haar is versierd met gouden munten en bloemen. Op blote voeten betreden zij de dansvloer, klaar om te vermaken.
In Indonesië hebben de lèdèkdanseressen nog steeds een grote bron van inkomsten, dankzij de toeristensector.
Hoe lang Javanen in Suriname nog kunnen genieten van hun danstraditie,
is de vraag. Een kleine groep liefhebbers maakt zich sterk voor het behoud van de Javaanse cultuur. Paul Somohardjo, voozitter van Pertjatah Luhur, is er één van. Hij organiseert gratis janggrungs bij feestjes van zijn partij, op zijn eigen verjaardag en soms op nationale feestdagen en bijzondere evenementen waar Wagijem en haar leerlingen optreden, onder de voorwaarde dat er geen erotisch getinte handelingen met de lèdèks plaatsvinden.
Het is aan de nieuwe generatie om de eeuwenoude danscultuur van de lèdèks in leven te houden.