Snijders versus Snijders
De befaamde fluitist Ronald Snijders en Parbode-hoofdredacteur Armand Snijders hebben behalve hun achternaam nog iets gemeen: ze wonen al heel lang in het geboorteland van de ander. Iedere maand schrijven ze elkaar
Hoi Ronald
Was ik maar politicus geworden en geen journalist, dan had ik jouw droom om met een helikopter naar Sipaliwini te vliegen, in vervulling laten gaan. Zeker nu er deze maand verkiezingen zijn, had ik even in de staatskas kunnen graaien om een paar duizend euro te spenderen aan een snoepreis.
Maar ik ben slechts journalist, met vooral klagende opdrachtgevers die beweren in deze moeilijke economische tijden met moeite het hoofd boven water te kunnen houden. Extra onkosten kunnen er niet vanaf. En al helemaal geen dure helikopter. Je zult dus in de toekomst je vrienden beter moeten uitzoeken. Ik kan je wel overheerlijke saoto bij mij thuis aanbieden, rechtstreeks uit mijn privé-keuken en gebrouwen door mijn Javaanse wederhelft.
Je vroeg mij laatst tot welke categorie journalisten ik behoor: de jokkende/overdrijvende of de oprechte? Tot de laatste groep natuurlijk! Niet omdat dit het politiekcorrecte antwoord is, maar gewoon omdat dit zo is. Zeventien jaren Suriname zijn mij niet in de koude kleren gaan zitten; ik heb hier meer meegemaakt dan menig ‘gewone’ burger in een heel mensenleven beleeft. Ik ben vanwege mijn artikelen bedreigd, afgetuigd en opgesloten.
Was ik ingegaan op verleidingen die mij in het verleden zijn geboden om bepaalde zaken niet te publiceren, dan was ik nu de schatrijke eigenaar geweest van stukken grond die mij zijn toegezegd door afgezanten van Javaanse politici. De bouwmaterialen en -vergunning voor mijn villa had ik kunnen ritselen via trawanten van Hindostaanse politici. En ik had mijn verblijven in
de cel voortijdig kunnen afkopen via Creoolse politici.
Ik ben nu arm, woon in een huurhuis en doe mijn ding op de brom. Maar ik ben vooral gelukkig, met een schoon geweten. Terugkijkend op die zeventien jaar, concludeer ik dat ik misschien toch liever muzikant was geweest.
Nu jij weer!
Tot schrijvens,
Armand
Armand,
Zou jij Martin Luther King, Mahatma Gandhi of Anton de Kom willen zijn geweest, nu je weet dat hun kostbare leven vroegtijdig met een moord is geëindigd? Kortom: hoever ga je met het realiseren van een riskante droom? En vooral: hoelang ga je daarmee door? Doe je dat ten koste van alles, dus op den duur ten koste van je gezin en aardse leven? Of trek je ergens een grens
Mijn standpunt is: trek die grens! Ook omdat ik in mijn leven telkens weer tot de bevinding kom dat veel van de mensen waarvoor je de goede dingen uiteindelijk doet, kort van memorie zijn, tamelijk ondankbaar en naïef zijn en het meeste van zichzelf en hun eigen sociale omgeving houden.
Je schreef me dat als je mee had gegraaid je in materieel opzicht veel meer zou hebben, maar je geweten zou dan niet schoon zijn. Zo ben jij, ik ook en velen met ons. Maar geloof je echt dat schurken, criminelen en corrupte
politici waar ook ter wereld, dus ook in Suriname en
Nederland, een onrein geweten hebben? Ik geloof dat niet. Dergelijke mensen rechtvaardigen hun verwerpelijk gedrag altijd. Ze voelen zich geheel niet schuldig of onrein.
Eigenlijk gedragen ze zich vaak volgens een oud Surinaams speekwoord dat letterlijk vertaald luidt: ‘Als je ergens komt en iedereen staat daar op één been, ga dan daar niet op twee benen staan’. Hiermee bejubel ik niet het kwade, maar onderstreep dat een mens niet in zijn eentje een bestaande situatie kan veranderen. Moeilijk onderwerp.
Je bent zoals je bent, dat wel. Jij geeft aan hoe dan ook gelukkig te zijn, daar gaat het om. Muzikanten zijn lang niet allemaal gelukkig en tevreden. Hoewel, ik voel me wel lekker hoor! Laat ons het de volgende keer liever hebben over kunst en cultuur.
Jij mag eerst…
Groetjes,
Ronald