Clifton Braam
3-1=Alleen
Een introductie heeft Clifton Braam (42) niet echt nodig. Iedereen kent hem van de truc met het geroosterde varkentje, als ontevreden dame in de auto, als tevreden heer op de brom, van ‘1+1=3’, van de Lotto. Er is ook een andere Clifton, eentje die niet altijd grappig is, die men soms arrogant kan vinden, eentje met een passie, eentje die verdriet heeft, angst kent, droomt.
Hij is nog erg jong, negen jaar, als zijn filmcarrière begint met een rol in de film ‘Kon esi baka’. “Mijn vader sleurde me mee naar de auditie. Hij zei: ‘er gaan een heleboel kleine jongens komen en jij moet het goed doen, want ik heb al die mensen gezegd, mijn zoon gaat het halen’.” Clifton doet het goed en haalt het. “Dat was een leuke periode, ik hoefde het laatste kwartaal niet naar school. De opnames waren in Commewijne, dus elke dag heen en terug vanuit Paramaribo. Mijn haar mocht ik in die periode niet kammen, want ik was een jongen op boiti en ja, die kamt zijn haar niet.”
Maar acteren was in die dagen niet wat Clifton trok. “Ik wilde radio doen, voetbalreportages, net als Rinaldo Brammerloo en Frits Tolud, echt waar. Ik vond dat super interessant.” Op de Clemensschool mag hij een keer een staaltje weggeven, samen met Roberto Ernst: ‘Halloooo sportvrienden! Welkom vanuit het Surinamestadion, RRRRRRobinhood tegen Transvaal. In het doel…’ In die tijd gaat hij met zijn radio naar het stadion. “Ik keek naar de zendkabine of ik die heren zag.”
Een dertienjarige is nog niet rijp voor de radio, maar plaatjes afdraaien op feestjes ligt wel binnen het bereik. “Op een gegeven moment had ik zelfs twee installaties, kon ik op twee feestjes tegelijk afdraaien, één groepje van me zat links en ik zat rechts. Toen zag mijn vader: hé, die jongen is serieus.” Hij mag voorzichtig kennis maken met het vak. Vader was fanatiek genoeg om bij het begin te beginnen: ‘dit is een draaitafel’. “Maar ja, veel dingen wist ik al. De apparatuur die ik daar zag, was voor mij verouderd.”
Zijn biologische moeder overlijdt als hij veertien is. “Ik heb heel weinig met haar meegemaakt, omdat ik met mijn vijfde jaar naar Nederland ging met mijn peetmoeder.” Na een jaar of vier komt hij op vakantie. “En toen wilde ik niet meer weg. Ik miste mijn moeder. Ik zag ook dat zij mij miste. Nederland was in die tijd heel ver. Ik dacht, als ik weg ga, ben ik weer heel ver van deze vrouw. Ik heb heel weinig met mijn moeder geleefd, maar die korte jaren waren heel intens. Wanneer ik terugblik, word ik soms verdrietig dat mijn moeder niks, maar dan ook niks heeft meegemaakt van wat ik ben geworden.”
Ambulance
De gezondheid van zijn moeder snelt achteruit. Op een middag gaat Clifton een soft voor haar kopen. “Ze drinkt het en zegt: ‘ik voel me niet zo goed, ik denk dat ik toch maar naar de dokter ga. Mocht er iets zijn, dan ga je naar de buren.’ En ze komt maar niet thuis, ze komt maar niet thuis. Dus ik naar de poli.” Daar krijgt hij het bericht dat zijn moeder met spoed is opgenomen. Als hij de volgende dag van school komt, ziet hij de ambulance wegrijden. “Ik dacht mijn moeder is weer thuis.” Maar ze is niet thuis. Hij gaat onder begeleiding met spoed naar ’s Landshospitaal. Het bed op de kamer waar ze lag, wordt opgemaakt. ‘Wat heb je een mooi truitje aan’, zegt de verpleegster. ‘Van mijn moeder’, zegt Clifton, ‘maar waar is ze?’ Er wordt wat gefluisterd met de begeleider en ze lopen door naar achteren. “Ik dacht ‘waar gaan we naar toe?’ Die mijnheer daar pakte me en begon me te troosten. Ik vergeet het nooit meer, dat beeld toen de la werd opengetrokken en ik haar zag liggen. Ja…dat vergeet je niet meer.”
Radiodier
Het leven gaat door en de omroep blijft trekken. Hij probeert ingang te vinden bij radio Apintie. Van meneer Vervuurt mag hij komen, in de vakantie. Maar zo lang kan Clifton niet wachten. KBC, pas opgericht, brengt soelaas. Hij mag een stemtest doen. De volgende dag is Orlando Karamatali zelf aan de lijn. Of hij naar de studio kan komen. Niks vakantiejob, direct komen. “Ik ging naar school en daarna racete ik naar KBC. Tegenwoordig heb je veel mensen die bij de radio komen om populair te worden, of voor het geld. Je hebt gelukkig ook radiodieren; Roué Hupsel, Steven van Frederikslust, Harold Gessel, ikzelf, dat zijn mensen die kunnen de hele dag op de radio zijn.
“Ik ben wel blij dat ik het radiomaken met al zijn facetten mocht leren. Ik kan sport doen, ik kan reclame lezen, ik ben journalist, ik kan alles.” Als journalist was hij niet op zijn mondje gevallen en tegelijkertijd, wat hij noemt, pijnlijk correct. Tijdens een interview met Henck Arron stelt hij de eerste vraag. Mijnheer Arron praat dertig minuten. “Toen heb ik gevraagd: ‘Kunt u in simpele woorden samenvatten wat u daar gezegd heeft, want ik begrijp er niets van’.” Een minister, die hem wilde vertellen hoe hij zijn werk moet doen, krijgt de volgende reactie: ‘Nee, u kunt niet in mijn pen kruipen, ik heb u een vraag gesteld, wilt u daarop antwoorden? Misschien bent u vergeten dat u in dienst bent van de gemeenschap’.”
Tienerprogramma
Bij KBC ontwikkelt hij het tienerprogramma ‘Met Clifton aan de lijn’, elke zaterdagavond, jarenlang een succes. Hij wordt public relations-manager van toneelvereniging ‘Ai Sa Si’ en er gaat een heel andere wereld voor hem open met tournees naar het buitenland. Clifton is daarnaast conferencier, hij zingt af en toe op de achtergrond.“Zo’n beetje manusje van alles.” Op zijn twintigste kiest hij zijn vrouw: Ingrid. Voor het leven. “Ik ben heel vroeg begonnen, kreeg veel aandacht van vrouwen. In korte tijd heb ik veel meegemaakt. Op een gegeven moment was dat genoeg. Mijn vader zei tegen me: ‘vind je dat wel verstandig, je bent een showman, je gaat nog steeds vrouwen op je af krijgen’. Ik weet niet, zij was het voor mij. Mijn vader zei: ‘oké, vanaf vandaag is het geen vriend en vriendin meer, un set libi, na man nanga vrouw’.” De volgende dag belt zijn vader: ‘Ga naar Reli, zeg aan die mijnheer dat ik je heb gestuurd en begin een wasmachine te kopen, want je hebt een vrouw genomen, kleren moeten gewassen worden, begin een gasfornuis te kopen en dan kijk je wat je met hem kan regelen voor de afbetaling’. Op een keertje ga ik weer om af te betalen en die mijnheer zegt ‘nee hoor, het is al afbetaald. U kunt gaan’. Dat was mijn vader.” hij is graag in het gezelschap van vrouwen. Niet altijd vond Ingrid dat leuk. “Zij is door een periode gegaan van jaloers jong meisje tot volwassen vrouw. Ik bewonder haar wat dat betreft. In 2000 evolueert de set libi naar een huwelijk. We hebben een zoon, Djiovani van achttien, en een dochter, Faith van drie maanden.” Regelmatig is hij in de periode voor zijn huwelijk al in Nederland te vinden voor drie, vier maanden en dan terug. “Nederland, het trok me niet echt aan, ik twijfelde, doe je het, doe je het niet.”
Dan komt het verzoek van de SRS: plaatsvervanger voor Pedro Karg, hoofd nieuwsdienst. Clif wil wel, maar niet alleen nieuwsdienst. Voorlopig neemt hij de coördinatie op zich, ‘totdat we iemand anders vinden’. Die zoektocht van de SRS duurt nu al vijftien jaar. Inmiddels is Clifton gepromoveerd tot communicatiemanager. “Dat ben ik al een jaar of zes.”
Toneelgroep
Hoe komt ons radiodier weer op het toneel terecht? Dat gebeurt in Nickerie als hij moet invallen voor een zieke collega van toneelgroep ‘Un ala dya’. Het komediantenbloed begint te kruipen en vindt zijn weg eerst naar de groep ‘Mix Max’ en nu al weer tien jaar ‘1+1=3’.
De eerste afleveringen van ‘1+1=3’ worden geproduceerd door ATV. “Toen hoorden we dat we ook in Nederland te zien waren en in het SLM-vliegtuig. ATV stelde: ‘Jullie hebben geen rechten, business is business’. Wij vonden het toch een beetje oneerlijk. ATV had ons op de hoogte kunnen stellen? Het contract met ATV liep ten einde en we hebben toen voor de verlenging een exorbitant hoog bedrag gevraagd. Dat is geweigerd en we hebben, hoop ik, als goede vrienden afscheid genomen. Als we terugkijken vragen we ons af waarom we dat niet eerder hebben gedaan.”
Zo’n twee jaar terug krijgt Clifton het een beetje benauwd; met zeker drie, vier keer in de week ‘1+1=3’, nooit een vrij weekend. “Toen zei ik tegens de jongens dat we een andere richting op moesten gaan. Maar iedere keer stel je het uit, want het blijft leuk.” Hij speelt met het idee iets alleen te doen. Stand-up comedy begint te trekken. “Maar dan keek ik naar mijn twee mati’s en riep nee!”
Het overlijden van zijn vader Harold (2008) is een dieptepunt in zijn leven. En een ommekeer. “Hij werd ziek, ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Ik was op dat moment met ‘Naks Kaseko Loko’ op toer in Nederland. Toen ik terug was kwamen de gesprekken tussen ons, dingen waar we eerder nooit over spraken. Op de één of andere manier was er een superband tussen ons. Misschien ook vanwege het feit dat ik in zijn voetsporen ben getreden.” Kort daarop moet Clifton weer naar Nederland. Zijn vader vraagt hoe lang hij wegblijft. “Ik zeg: ‘niet lang pa’. Hij zegt: ‘oké, ga en dan kom je snel terug’. Bij terugkomst ga ik naar verzorgingshuis Majella, waar hij woonde. Op een gegeven moment zegt hij: ‘er is een zalfje, wrijf dat een beetje voor me’. Ik wist niet dat dat het laatste was, wat ik voor mijn vader zou doen. ”
Overlijden vader
Het weekeinde erna gaat Clifton naar Frans-Guyana voor een optreden. Weer terug twijfelt hij: ‘zal ik meteen naar huis gaan of naar mijn vader’. Hij gaat toch slapen, de telefoon op silent. “Mijn vrouw komt intussen thuis en op een gegeven moment hoor ik haar telefoon gaan en ze komt naar me toe. Ik vraag: ‘wat is er?’ Met tranen in haar ogen zegt ze: ‘Pa is er niet meer’. Ja, dat is… Dat was echt een hele zware periode voor mij.
“Mijn vader was streng. Hij leerde ons heel vroeg de zakelijke kant van het leven. Zijn motto was, dat wil je respect hebben, je eerlijk moet zijn. Hij zei dat hij overal met opgeheven hoofd wilde komen. Hij was er altijd voor ons. We kwamen niks tekort. Mijn vader was mijn leermeester, vriend en grootste fan. Een echte mati, je kon over van alles met hem praten. We hebben hem een begrafenis gegeven zoals dat hoort. Tijdens de begrafenis krijgt hij goede raad: ‘doorgaan met het werk van je vader, we kijken naar je’. Toen had ik zoiets van ‘nee Clifton, dan moet je het doen. Alleen!”
Alleen is maar alleen. “Iedere keer dacht ik: ach dat komt wel. Maar stiekem werkte ik er niet meer aan. Gelukkig heeft hij Roué Verveer, een vriend en collega. Hij adviseert, inspireert en legt Clif de kneepjes van het vak uit.
Toch is Brian B(ijlhout) nodig om hem over de drempel te trekken. De zanger wil voor zijn veertigste verjaardag een grote show geven, met Clifton als attractie. “Ik dacht volgend jaar is nog ver weg, we zien wel. Tegen die tijd heeft hij misschien andere ideeën.” Maar nee, twee maanden voor de verjaardag gaat de telefoon, Brian aan de lijn: Clif, i set a show?” Hij probeert er slim onderuit te komen: ‘Wil je niet dat ik conferencieer?’ ‘Nee, ik heb alles al geregeld, jij moet het doen!’
In september 2009 wordt hij gevraagd voor de ‘Big Comedy Jam’ derde editie. “Ik wist niet wat ik zou doen, maar ik wilde het.” Hij loopt ‘stage’ bij Roué Verveer. Het onderwerp wordt een terugblik op het jaar 2009. Drie shows zijn gepland, de eerste in Torarica. Maar juist die keer zit hij niet lekker in zijn vel, rode loper, gedast… De tweede show is in de Congreshal. “Daar ben ik gekomen! Succes. Je hebt geleerd uit die eerste keer, wat weg kan, wat er bij kan, en voordat ik een derde keer optrad, kreeg ik te horen dat er een vierde show kwam. Ook die werd een groot succes.
“Nu is mijn focus gericht op mijn solocarrière. ‘1+1=3’ gaat gewoon door, dus er is niks aan de hand. Ik ga me lekker concentreren op televisieproducties en grote shows.” Het dilemma waarmee hij zit is: stoppen bij de radio of doorgaan. Want er zijn grote plannen: een nieuwe wekelijkse televisieshow, te beginnen na de verkiezingen en het WK voetbal. “Ik denk dat het Apintie wordt. Tegelijkertijd werk ik door aan mijn show, een ode aan mijn vader, waarbij ik hem belicht als cabaretier, als moppentapper, als cultuurwerker binnen Naks, als vader.
“Ik zal wel bij de radio blijven, maar niet vast. Ik denk dat ik de tijd niet meer heb om het full time goed te doen, want het wordt een wekelijkse televisieshow van drie kwartier. En ik weet dat vanuit die show meer dingen gaan komen.”
Surinaams product
Clifton droomt voorzichtig. Hij hoeft niet naar de Carnegie Hall in New York. “Ik ben realistisch genoeg, ik denk ook aan mijn leeftijd. Ik zal niet zeggen dat als het een vaart neemt, ik niet ervoor zal gaan. Ik focus me niet daar op, ik focus me op Suriname. Mijn droom is dat ik een heel goede show kan opzetten als stand-up comedian, een goed Surinaams product, waarmee ik ook in Nederland zalen kan trekken en het Nederlandse publiek kan vermaken.”