De bal gaat rollen!
Vrijdag 11 juni is het moment aangebroken waar voetballiefhebbers reikhalzend naar hebben uitgekeken: dan beginnen in Zuid-Afrika de wereldkampioenschappen. Ook Parbode heeft de WK-koorts te pakken, de volgende pagina’s staan geheel in het teken van het voetbalfeest. Maar hoe sportief is het evenement nog? Het draait tegenwoordig om geld en imago. Wat er binnen de lijnen gebeurt, lijkt bijzaak.
Tot 1998 werd het WK voetbal afwisselend in Europa en Noord- en Zuid-Amerika gehouden. Maar steeds vaker laaide de discussie op om het evenement ook naar andere continenten te brengen. Volgens critici ontbreekt het andere werelddelen aan voldoende voetbaltalent om ijzersterke nationale teams neer te zetten. Een organiserend land zou daarmee geen potten kunnen breken. En dat is niet goed voor de recettes, meent geldmachine Fédération Internationale de Football Association (FIFA). Volgens hen verdwijnt de interesse bij de inwoners van een land dat vroeg in het toernooi wordt uitgeschakeld en kunnen ze fluiten naar entreegelden voor de wedstrijden. Uiteindelijk zwichtte de FIFA toch en werd in 2002 het WK in Japan en Zuid-Korea gehouden. Daar werd het ongelijk van de organisatie direct bewezen: onder leiding van Guus Hiddink bereikte Zuid-Korea de halve finale. Daarmee werd bevestigd dat ‘kleine’ voetballanden in de loop der jaren steeds sterker zijn geworden. Het uitstapje naar Azië beviel de FIFA dus goed, vooral omdat het een financieel succes was. Want vergis je niet: de FIFA mag dan als taak hebben om sportieve evenementen te organiseren die het voetbalminnend publiek aantrekken, in werkelijkheid draait het vooral om geld. Een groot deel van de inkomsten verdient de FIFA met het verkopen van de uitzendrechten van het toernooi. Het WK 2010 levert de organisatie alleen al met die rechten een slordige twee miljard euro op. Bij elke nieuwe editie van de kampioenschappen scoort de FIFA meer geld met de televisierechten. Vermoedelijk heeft dat te maken met technologische ontwikkelingen, die het verspreiden van beelden gemakkelijker, sneller en mooier maken. Ook worden alle uithoeken van onze aardbol bereikt. Bij het sluiten van een uitzendcontract hoeft de FIFA zich over het financieel succes al geen zorgen meer te maken. Ook sponsors doen een flinke duit in de zak. Bij elk WK dient een aantal multinationals zich aan als megasponsor. De als ‘official FIFA-partners’ aangeduide ondernemingen betalen forse bedragen in de wetenschap dat hun merk vier weken lang overal ter wereld te zien is. Onderschat niet hoeveel een multinational wil betalen voor een dergelijke uitstraling, omdat vooraf al vast staat dat de betaalde bedragen dubbel en dwars worden terugverdiend. Ook minder kapitaalkrachtige sponsors proberen mee te liften met het succes van het WK. Maar deze krijgen niet de mogelijkheden die de FIFA partners tot hun beschikking hebben.Ook de (voor)verkoop van kaarten spekt nog steeds de kas, maar deze inkomstenbron volgt op een gepaste afstand. De kaarten voor het WK zijn verdeeld in vijf categorieën, waarbij de prijs afhankelijk is van de plaats in het stadion. De vierde categorie is uitsluitend voor Zuid-Afrikaanse ingezetenen bestemd en er is een speciale categorie voor personen met een beperking. Goedkoop zijn ze niet. Om een indicatie te geven: een kaart in categorie één voor de openingswedstrijd kost 450 USdollar en 200 in categorie drie. Voor de overige groepswedstrijden moeten de fans tussen de 80 en 160 USdollar betalen en voor de finale tussen de 400 en 900 USdollar.
Voor lokale voetballiefhebbers zijn speciale kaarten op de markt gebracht, waarvan de goedkoopste twintig USdollar kost. Maar zelfs dat kunnen velen niet betalen. Veel Zuid-Afrikaanse voetbalfans behoren tot de 26 procent werklozen van het land of tot de loontrekkers met de laagste inkomens. Om de stadions toch vol te krijgen, heeft de FIFA daarom een groot aantal toegangsbewijzen gratis uitgedeeld. Ze kunnen zich dat uiteraard prima permitteren. Er zijn veel vraagtekens geplaatst bij de keuze voor Zuid-Afrika, nu niet bepaald het meest veilige en beste voetballand van het Afrikaanse continent. Het gerucht gaat dat FIFA-topman Sepp Blatter nog een belofte moest nakomen. Bij zijn verkiezing tot voorzitter in 1998 zou hij de Aziatische en Afrikaanse voetbalconfederaties een WK beloofd hebben, in ruil voor hun stem. Maar voor de FIFA zijn er ook meer relevante redenen voor het Afrikaanse uitstapje. Op de eerste plaats is Afrika – als we Australië er even buiten laten – het laatste werelddeel waar nooit een WK werd gespeeld. Een andere reden is dat Afrikaanse voetballers in de ‘zware’ competities, zoals Engeland, Spanje en Italië, steeds vaker uitblinken. Zuid-Afrika was voor de FIFA de beste optie.
Eisen
De Zuid-Afrikaanse Voetbalbond en een lokaal Organisatiecomité, verenigd in de Associatie voor Organisatie van het WK, kregen vooraf zware eisen opgelegd door de FIFA. Zo moest de stadioninfrastructuur worden aangepakt, het openbaar vervoer verbeterd worden en zijn garanties gevraagd ten aanzien van veiligheidsvoorzieningen, in het bijzonder in en rond de stadions. Opvallend is ook dat de FIFA heeft afgedwongen dat zij níet verantwoordelijk kan worden gesteld voor mogelijke schade die ontstaat tijdens het verloop van het WK. Kort gezegd blijft de Wereldvoetbalbond onder alle omstandigheden schotvrij.
Zal Zuid-Afrika adequaat aan deze voorwaarden kunnen voldoen? Goede vraag. Zuid-Afrika wordt gezien als ontwikkelingsland. Maar dat is relatief, omdat in bepaalde opzichten er wel degelijk kenmerken van een ontwikkeld land zijn. De stadions zijn na veel gedoe af, maar over de infrastructuur bestaan nog twijfels. Het openbaar vervoer wordt gedomineerd door particuliere bushouders, die zich verzetten tegen de aanleg van nieuwe transportsystemen. Want ze vrezen dat na het WK de Zuid-Afrikanen massaal wegblijven als passagier en van het moderne transport gebruik gaan maken.
Veiligheid
De veiligheid is ook een zorgenkind. Hoewel Zuid-Afrika over moderne politie en militaire organisaties beschikt, hebben zij geen ervaring met beveiligingsoperaties van deze omvang. Een andere nieuwigheid is de dreiging van terroristische organisaties. In elk geval zal de hoogste alertheid aan de dag moeten worden gelegd. Neveneffect van de massale inzet van politie, leger en andere veiligheidskorpsen voor het toernooi kan zijn, dat criminelen gebruik maken van het ontbreken van voldoende politie en zich intensiever op de lokale bevolking storten. Het lokale organisatiecomité zegt desondanks volledig klaar te zijn voor het WK. Dat baseren zij op de succesvolle Confederations Cup dat vorig jaar in Zuid-Afrika werd gehouden. Het slaat echter nergens op om een toernooi met slechts acht deelnemende landen en een absoluut minimum aan uitstraling als maatstaf te hanteren. Maar de FIFA knikt met de organisatie mee… Voor het sportieve deel wordt het ergste gevreesd. De voorbereiding van de Zuid-Afrikaanse selectie verloopt belabberd, sleutelspelers raken geblesseerd of spelen weinig bij hun clubs en de resultaten van de oefenwedstrijden zijn evenmin hoopgevend. Met Carlos Alberto Parreira als bondscoach hebben ze weliswaar een zwaargewicht in huis, maar ook onder hem zijn de resultaten teleurstellend. De hoop van de FIFA is dat sterkere Afrikaanse landen zoals Nigeria of Ivoorkust de rol van goed presterend ‘thuisteam’ op zich nemen.
Grote winnaar
Wie ook kampioen wordt, de FIFA zal uiteindelijk de grote winnaar zijn. Alle inkomsten uit het toernooi gaan immers rechtstreeks naar de kas van de Wereldvoetbalbond. Echter, volgens deskundigen brengt zo’n groot evenement voor het organiserende land positieve economische neveneffecten met zich mee, vooral op langere termijn.
Het is Zuid-Afrika uiteraard gegund om het spektakel te mogen organiseren. De geplaagde natie kan eindelijk de negativiteit ontstijgen. Een (economisch) geslaagd WK zou de beslissende duw in de rug kunnen zijn. Men kan aantonen dat het niet alleen maar kommer en kwel is dat uit het land van Nelson Mandela het wereldnieuws haalt. Voor de FIFA staat ook veel op het spel. Het slagen van het WK 2010 is van levensbelang om niet in te boeten aan prestige en om de toch al vetgevulde eigen kas nog verder te spekken. En de voetballiefhebber? Die maakt zich niet druk om commerciële belangen, eisen en andere toestanden achter de schermen. Die nestelt zich voor de televisie en wil vooral mooie wedstrijden zien. En daar gaat het immers allemaal om, vier weken lang!