EuroSuri
Huisdier in Nederland
Sommige mensen vergelijken Surinamers met Nederlanders en noemen de Nederlanders dan een nuchter, zakelijk en zuinig volk. Dat zijn ze niet. In ieder geval niet als het om hun huisdieren gaat. Als dierenarts maak ik Nederlanders en hun huisdieren van dichtbij mee. Mijn Surinaamse normen en waarden op dat gebied zijn daardoor in de loop der jaren gedeeltelijk vervangen door Nederlandse.
De dieren leven hier binnen en het contact met ze is veel intensiever dan in Suriname. Hond en kat liggen urenlang naast het baasje op de bank of op schoot. In tegenstelling tot in Suriname zie je de hond of kat niet op het erf rondscharrelen, maar voel je ze tegen je aan en communiceer je veel meer met ze. Het zijn geen erfbewoners, maar leden van het gezin. ‘Het is toch mijn kind’, wordt in mijn praktijk vaak gezegd. ‘Nee’, dacht ik vroeger, ‘het is geen kind, het is een dier, een beest!’ Nu ben ik daar niet zo zeker meer van.
Dat een hond het baasje ziet als dominante hond en het onderdanige gedrag vertoont dat daarbij hoort, is iedereen vergeten. ‘Je krijgt zo veel liefde van zo een dier’, zegt men. Vroeger schudde ik meewarig mijn hoofd, nu knik ik instemmend. Gezien de onvoorwaardelijke liefde die ze geven, mogen vele katten en honden bij de baasjes in bed slapen. Vond ik vroeger walgelijk. Katten en kleine hondjes in bed vind ik nu echter normaal. Ik heb nog wel mijn grenzen. Een Rottweiler of een Duitse Herder onder de lakens vind ik nog steeds te ver gaan. Ook honden zoenen of ze aan je mond laten likken vind ik na al die jaren nog steeds vies.
Soms leiden die intieme omgangsvormen ook tot problemen. Een cliënt belde mij laatst om te vertellen dat haar hond, een teckel, haar man in zijn gezicht gebeten had. Er moest gehecht worden. ‘Hoe is dat precies gebeurd?’ vroeg ik. ‘We lagen gezellig in bed met de twee honden, lekkere hapjes te eten…’ Ik wist genoeg. De grens tussen mens en dier was hier geheel vervaagd. Hond en mens hadden waarschijnlijk hun oog op hetzelfde hapje laten vallen. Het huisdier vervangt familie en vrienden die in de huidige Nederlandse samenleving vaak ver te zoeken zijn. Sommige ouderen zouden zonder hun dagelijkse wandelingen met de hond geen reden hebben om naar buiten te gaan. Ook zouden ze geen mens meer spreken. De hond is hun link met de buitenwereld. Natuurlijk heb je dan veel voor je huisdier over. Als dierenarts heb je daardoor ook meer behandelingsmogelijkheden. Mensen vinden het niet erg om hun spaargeld aan te spreken of te lenen om de rekening van de dierenarts te betalen.
Doordat Nederlanders veel voor hun huisdier over hebben, benadert de diergeneeskunde de humane geneeskunde.
Bij een zieke hond of een kat wordt al snel bloedonderzoek gedaan, een röntgenfoto of een echo gemaakt. Voor hij het zich realiseert, is het baasje een paar honderd euro kwijt. En dan hebben we het nog niet over staaroperaties, MRI scans, pacemakers, kunstheupen, chemotherapie en bestralingen van duizenden euro’s. Steeds meer dieren staan op een dieet, krijgen fysiotherapie, gedragstherapie of krijgen antidepressiva. Een logisch gevolg van de grote waarde die Nederlanders aan hun dieren hechten.
Als het leven van het huisdier dan ondanks alle diergeneeskundige zorg zijn einde nadert, volgt euthanasie. Natuurlijk doet de dierenarts dat op een manier die zo min mogelijk belastend is voor zowel het dier als de eigenaar. Het dier wordt begraven, of tegenwoordig steeds vaker gecremeerd. De urn met de as krijgt een mooi plekje in huis, vaak met een foto van het dier in zijn mooiste dagen. Daarna volgt een rouwperiode die maanden, maar ook jaren kan duren.
En wie troost het baasje? De mensen die dat zouden kunnen doen waren immers afwezig en juist die afwezigheid werd opgevuld door het huisdier. Dus komt er een nieuwe.
‘Ik vereenzaamde, kwam de deur niet meer uit. Dus moest ik wel een nieuwe hond nemen’, zegt men dan. Ook dat vind ik nu normaal.