Iedereen wil een AZV
De term ‘Algemene Ziektekostenverzekering’ zal menigeen bekend in de oren klinken. Al ruim zestig jaar is men bezig met het invoeren van een AZV, zodat iedereen verzekerd is. Demissionair minister Celsius Waterberg van het ministerie van Volksgezondheid probeerde er serieus werk van te maken. De commissie AZV, opgericht in mei 2007, moest de conceptwet AZV uit 1999 aanpassen en was belast met de voorlichting en het draagvlak creëren voor de implementatie. In 2009 bood de commissie een aangepaste conceptwet aan. Tevens werd er een voorstel gedaan voor een conceptstandaardpakket, maar tot een echte wet is het nog niet gekomen.
Wat houdt de AZV in? “De AZV is een bij wet geregeld systeem voor de gezondheidszorg, waarbij het speerpunt is dat alle ingezetenen van Suriname zonder financiële obstakels toegang moeten hebben tot de zorg die voor hen nodig is”, vertelt Hesdy Asabina, coördinator van het Bureau AZV, het uitvoerend orgaan van de commissie AZV. De AZV wordt dus geen nieuwe verzekeringsmaatschappij of een nieuw Staatsziekenfonds (SZF), maar een systeem dat zal worden ingevoerd.
De uitvoerders van de AZV zijn alle verzekeringsmaatschappijen die conform de wet verzekeringen aanbieden. Ze zijn vrij in hun keuze om mee te doen aan de AZV. Volgens Asabina is dertig procent van de Surinamers momenteel niet verzekerd.
Daarnaast zijn er nog tienduizenden mensen met een on- of minvermogendenkaart van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. De zorg van zo’n kaarthouder wordt door de overheid vergoed aan de zorginstelling. Wie minder dan driehonderd srd per maand verdient, heeft recht op een minvermogendenkaart. De overheid betaalt dan een gedeelte van de zorg, een ander deel moet de patiënt zelf betalen. Een AZV moet ervoor zorgen dat alle inwoners van Suriname in ieder geval een basisverzekering hebben.
Hoe dit pakket eruit moet zien is nog niet duidelijk. “Alles wat noodzakelijk is moet erin zitten, maar het moet wel betaalbaar blijven”, verklaart demissionair minister Celsius Waterberg van Volksgezondheid. “Mensen moeten er niet op achteruit gaan, we bekijken dus nu alle pakketten van de zorgverzekeraars en we willen dat het nieuwe basispakket in ieder geval ruimer wordt dan de huidige standaardpakketten. Daarnaast blijft na de invoering van de AZV de mogelijkheid bestaan om aanvullende verzekeringen te nemen.”
Hoe kan de AZV gefinancierd worden? Dat er behoefte is aan een AZV, valt niet te ontkennen. Waterberg: “Iedereen wenst een AZV, niet alleen de politieke partijen staan erachter, ook organisaties buiten de politiek willen dit. De tijd is rijp om het te realiseren.” Tot zover staan de neuzen dus dezelfde kant op. Maar daarmee is de wet er nog niet: Het is gissen waarom het niet lukt. Alleen de particuliere zorgverzekeraars zijn hier duidelijk over: struikelblok is het opnemen van ziekten voortkomend uit verkeers- en bedrijfsongevallen. In de huidige situatie worden letsels door deze ongevallen namelijk niet door de verzekeringsmaatschappijen vergoed. En zij zien het liefst dat dit zo blijft, omdat dit deel binnen het huidige systeem geen onduidelijkheden biedt. “Binnen de regering is voornamelijk de twijfel over de de wijze van financiering – en de afwezigheid van een gedetailleerde beschrijving van de financieringsvorm – een reden om de wet nog niet te ondertekenen”, aldus Waterberg. “Maar ik vind dat er geen uitgebreid plan moet worden gepresenteerd; wanneer je een nieuw fenomeen lanceert, moet je dit in grote lijnen doen, zodat je steeds verder bij kunt schaven.”
Hesdy Asabina bevestigt dat de financiering van de AZV een knelpunt vormt: “Alles draait ten slotte om geld. Binnen het plan dat er nu ligt, moet de overheid een fonds opzetten. Ons idee is dat de pot gevuld wordt met geld uit bestemmingsheffingen. Dit betekent dat bepaalde producten in prijs verhoogd zullen worden en dat de opbrengst hiervan naar het fonds gaat. Denk hierbij aan producten die ongezond zijn voor de mens, zoals alcoholhoudende drank en sigaretten, maar ook op benzine en luxeproducten kan extra belasting worden geheven. Hetzelfde geldt voor producten die in zeer grote hoeveelheden verkocht worden. Op die artikelen hoeft de heffing per product dan niet hoog te zijn om toch een aanzienlijk bedrag in de AZV-pot te krijgen.”
Het Fonds AZV – zoals dit wordt beschreven in artikel 30 van de ontwerpwet AZV – is bedoeld ter ondersteuning van de verzekeraars van risicogroepen. Hieronder vallen personen die door hun aandoening hoge kosten teweeg kunnen brengen. De verzekeraars moeten worden gecompenseerd voor verliezen die ontstaan door acceptatie van verzekerden met een ongunstig risicoprofiel. Momenteel worden deze mensen bij verzekeraars vaak geweigerd, maar na de invoering van de AZV geldt voor de verzekeraars een acceptatieplicht van deze burgers. Waterberg: “Het is een soort compensatiefonds voor verlieslijdende verzekeraars. Wie veel diabetespatiënten in zijn bestand heeft, zal veel kosten hebben, het inspuiten van insuline kost al snel achtduizend srd per maand. Dat kan iemand nooit aan premie betalen, dus de verzekeraar lijdt verlies op een diabetespatiënt. Het Fonds AZV compenseert de verzekeraar voor dure cliënten.”
AZV voor arm en rijk? Arti Jessurun, kinderarts en neonatoloog in het Sint Vincentius Ziekenhuis en oud-minister van Volksgezondheid, is in ieder geval tegenstander van het voorstel om het Fonds AZV te bekostigen uit heffingen op goederen. Tot 2008 nam Jessurun deel aan de commissie AZV, maar hij stapte op. De volgens hem onhaalbare plannen op het gebied van de financiering, waren hier mede debet aan. Jessurun had zitting in de commissie als afgevaardigde van de Vereniging van Medici in Suriname (VMS).
“Wij vinden dat iedereen premie moet betalen voor een standaard zorgpakket. Dat hoort bij de opvoeding van burgers. Ze moeten zich realiseren dat zorg geld kost. De staat moet vervolgens de kosten van onvermogenden betalen en die van minvermogenden gedeeltelijk. Hoeveel de overheid vergoedt, moet worden afgestemd op het minimumloon en de armoedegrens. De on- en minvermogenden kunnen bij de overheid aangeven waar ze zich verzekerd hebben, Sociale Zaken stort dan de premie of een gedeelte daarvan op de rekening van de verzekeringsmaatschappij. We moeten in ieder geval af van de on- en minvermogendenkaart, omdat deze discriminatie in de hand werkt.
“Bovendien”, vervolgt de arts en politicus, “zijn er veel mensen die ten onrechte over de kaart beschikken. Dat is niet netjes tegenover alle andere mensen die wel veel geld betalen voor hun zorg. Daarom willen we dat de belastingdienst aangeeft of mensen in aanmerking komen voor een on- of minvermogendenkaart. Nu bepalen de wijkbureaus van het departement van Sociale Zaken dat. Mensen moeten bewijzen, met de gegevens van de belastingdienst, dat ze on- of minvermogend zijn. Jaarlijks zullen ze moeten laten zien dat ze nog altijd in die categorie vallen, zodat mensen die er geen recht op hebben geen steun meer krijgen van de staat.”
Dat er mensen zijn die misbruik maken van de kaart van Sociale Zaken illustreert Jessurun met een anekdote: “In de praktijk van een collega meldde zich iemand aan met een minvermogendenkaart. Na de behandeling belde hij zijn chauffeur dat hij klaar was en kon worden opgehaald. De airconditioning moest alvast worden aangezet. Een prachtig Amerikaanse slee stopte voor de deur, waarin de ‘minvermogende’ even later weg reed. Dat klopt natuurlijk niet.”
Jessurun schat dat veertigduizend personen gebruik maken van de on- en minvermogendenkaarten, terwijl ze daar geen recht op hebben. “Een ander probleem is dat rijken zich niet verzekeren, omdat ze pas betalen wanneer ze zorg nodig hebben. Dit kan voor hen goedkoper zijn, maar het is funest voor het niveau van de gezondheidszorg. Om de continuïteit en de kwaliteit van de gezondheidszorg te behouden, is ook onderhoud nodig. Rijken onttrekken zich aan de betaling van een maandelijkse bijdrage, terwijl met hun geld het niveau van de gezondheidszorg zou kunnen worden behouden.”
Volgens Jessurun is het voordeel van premie betalen dat mensen betrokken blijven bij de kosten van hun zorg. Wanneer de financiering van het Fonds AZV uit belasting op goederen komt, weten mensen dit niet. “Ik ben overigens niet tegen een verhoging van de omzetbelasting, maar die zou ik aan willen wenden voor verbetering van de moeder- en kindzorg. Niet aan de financiering van basisverzekeringen. Nog liever zou ik een premieheffing zien op het loon om de moeder- en kindzorg en Algemene Oudedagsvoorziening te financieren.”
Gratis sterilisatie Mevrouw S. Cabena heeft een minvermogendenkaart, maar moet nog flink wat geld neertellen voor ingrijpende behandelingen. We spreken haar een dag na haar bevalling via een keizersnede. “Ik heb sinds mijn man bij me weg is de blauwe SZF-kaart; die voor minvermogenden. Ik moest zelf zeventig srd bijdragen per controle en 45 srd voor de opname.” Haar behandelend arts noemt ze ‘een man met een goed hart’. “Omdat deze bevalling met een keizersnede moest, gaf de arts aan dat het beter zou zijn als ik niet meer zwanger zou worden. Hij bood aan om mij tijdens de operatie gelijk te steriliseren. Anders had ik het nooit gedaan, het kost zevenhonderd tot negenhonderd srd, omdat het niet wordt vergoed. Dat kan ik me niet permitteren. De prikpil kost iedere drie maanden vijftig tot zestig srd, en dat terwijl ik soms al geen bus- of broodgeld voor mijn vijf kinderen heb. Petje af voor deze dokter, ik weet niet of anderen me zo geholpen zouden hebben.” |
Discrimineert de AZV? Volgens minister Waterberg is het voordeel van de indirecte heffing juist dat niemand weet waar het geld van de AZV precies vandaan komt. “Hierdoor heb je minder verwijten over en weer, niemand weet dan precies wie hoeveel bijdraagt, dat blijft anoniem. Duidelijk is in ieder geval dat beide partijen willen voorkomen dat er nog gediscrimineerd wordt in de zorg. De AZV zal er hoe dan ook voor zorgen dat iedereen verzekerd is en dat de zorginstellingen voor iedere patiënt evenveel geld krijgen. Nu geldt nog dat zorginstellingen minder verdienen aan mensen met een verzekeringskaart van Sociale Zaken en naar het geld van onverzekerden kan de instelling bovendien vaak fluiten. Wanneer zorginstellingen per definitie van iedereen evenveel geld ontvangen, zal er dus geen voorkeur meer zijn op basis geld. De financiële positie van een persoon mag niet uitmaken voor de zorg die hij krijgt. Een voorrangsbehandeling binnen de zorg moet op basis van ziektebeeld en urgentie geschieden.” Een ander voordeel van de AZV is dat er een betere spreiding van de zorg zal ontstaan, vervolgt Waterberg. “In het binnenland zijn weinig mensen goed verzekerd. Een arts zit daar dus liever niet, omdat hij daar slecht verdient. Wanneer iedereen verzekerd is volgens de AZV, zal een arts in het binnenland per patiënt net zo veel verdienen als een arts in de stad. Geld is dan geen reden meer voor een arts om geen praktijk te hebben in het binnenland.”
Met de voordelen die de AZV biedt, is het – ondanks de onderlinge onenigheden – te hopen dat de nieuwe regering het wel voor elkaar krijgt om de hoognodige vernieuwing in het zorgstelsel te verwezenlijken.
De verzekeraar Mario Merhai Adjunct-directeur Assuria Verzekeringen De AZV is een initiatief waar zorgverzekeraars vrijwillig aan mee kunnen werken. Gaat Assuria dat doen? Op welke manier werkt u mee aan de opzet van de AZV? Wat gaat er voor Assuria veranderen? Kijkt u hoe buitenlandse collega’s een nieuw zorgstelsel aanpakken? Zijn er voor u nog onduidelijkheden omtrent de AZV? |
Bloedtransfusie
De familie Akaso uit het district Marowijne heeft ervaren wat de gevolgen kunnen zijn als je niet bent verzekerd. Met de elf maanden oude baby op de arm, wacht moeder Akaso op haar man. Hij bespreekt met de arts de kosten van de bloedtransfusie die zijn zoontje dringend nodig heeft. “We hebben ons nooit gerealiseerd dat zorg zo duur is. Dertienhonderd srd en het kan zelfs meer worden”, vertelt hij later. “Hij moet twee dagen blijven, dat kost al 330 srd per dag.” De ouders komen regelmatig met hun zoontje bij de arts; iedere keer betalen ze ‘honderd-srd-zoveel’. “We zijn niet verzekerd, mijn vrouw en ik zijn nooit ziek”, zegt vader Akaso. Het gezin kan de dertienhonderd srd niet opbrengen en vader zal een minvermogendenkaart aanvragen, in de hoop dat de jongen dan zijn bloedtransfusie kan krijgen. “Daarna ga ik ons snel verzekeren. Er kan altijd iets gebeuren. Een AZV die iedereen verplicht zich te verzekeren, is een goed idee. Dan had ons zoontje de bloedtransfusie inmiddels gehad.”