De schande van Blanche Marie
Eén van de mooiste toeristische plekken van ons land is ongetwijfeld Blanche Marie. Daarom is het jammer en pijnlijk dat eigenaar Dubois deze idyllische plek verkwanselt door het paradijs niet te onderhouden. Maar nog kwalijker is het dat men reizigers voor vertrek niet openlijk de waarheid vertelt hoe onbereikbaar de watervallen zijn.
Het werd wel weer eens tijd om richting West-Suriname te rijden. De weg naar Apoera is immers één van de spannendste avonturen die je per auto kan beleven. En vooral de watervallen van Blanche Marie zijn een fantastische beloning, zo hebben meerdere ervaringen geleerd. Zelfs in de wetenschap dat eigenaar Dubois extreme bedragen (minimaal 35 USdollar per persoon per nacht) vraagt voor een verblijf in een vakantiewoning die jarenlang geen onderhoud heeft gehad. De beten van luizen en andere irritante beestjes die in de smerige matrassen zitten, neem je op voorhand ook op de koop toe. De idyllische ligging van de verblijven, aan het water in de jungle, maakt immers een hoop goed.
Zo’n trip plan je natuurlijk weken van tevoren, zeker als je met een groep van dertien personen in twee stevige terreinwagens gaat. Dus stuur je een mailtje naar Dubois, ook om te onderhandelen over een groepskorting. Maar helaas, geen respons. Bellen dus. Reactie: ‘We bellen u terug’. Wat uiteraard niet gebeurt. Verbazing: welke beheerder van een vakantieoord wil niet vele honderden USdollars verdienen door een groep toeristen op beschimmelde matrassen in een verpauperde vakantiewoning te laten slapen? Dubois dus.
Elders in de regio maar andere verblijfplaatsen geregeld. Maar een nachtje Blanche Marie behoort, als schrale troost, nog wel tot de mogelijkheden. Tenminste, dat hopen we. Het voornemen is om ter plekke op goed geluk aan te kloppen. Een dag voor vertrek uit de stad toch nog maar even met Dubois gebeld om te horen of de vijftien kilometer lange toegangsweg naar Blanche Marie wel begaanbaar is. ‘Ja hoor, deze is in redelijke staat’. Die optimistische boodschap nemen we niet al te serieus, wij hebben andere geluiden gehoord.
Eenmaal aangekomen bij de ingang van Blanche Marie langs de Bosontsluitingsweg, zo’n vijftig kilometer voor Apoera, blijkt de bewering vanuit het kantoor van Dubois een grove leugen. Toch maar even proberen, na een paar honderd meter blijkt de missie echter onmogelijk: een eerste kuil duikt op, waar een volwassen mens tot aan de knieën in het water verdwijnt. Twee jagers die van de berg komen aflopen, schudden meewarig het hoofd. Deze kuil is nog niks, zeggen ze. Er volgen er nog vele tientallen. Bovendien is de brug even verderop zo slecht onderhouden, dat daar een paar dagen geleden een terreinwagen van af is gevallen. Teleurgesteld druipen we af, vooral woede overheerst omdat Dubois ons een ander verhaal vertelde.
Later navraag gedaan: de oude Dubois, eigenaar van Blanche Marie, is overleden, zijn erfgenamen komen er onderling niet uit wat ze met dit paradijs moeten. En daarom doen ze niks. Surinames vakantiebestemming is daardoor stuurloos, nog slechter onderhouden dan het al was en bovenal en onbereikbaar, met name in de regentijd.
Hier ligt een schone taak voor de nieuwe regering: laten ze Blanche Marie nationaliseren en dus afnemen van de familie Dubois. Het bos is immers van alle Surinamers, niet van een kibbelende familie die dit natuurschoon buiten bereik houdt van het eigen volk.