Steeds meer diabetespatiëntjes
Fruit? Misschien een bakabana. Buiten spelen? Liever hangen voor de buis. Verfrissend glaasje water? Doe maar een grote soft. Steeds meer kinderen zijn te dik en lopen daarmee een gezondheidsrisico. Hoewel harde cijfers ontbreken, signaleren deskundigen een stijging van het aantal kinderen met diabetes. Het probleem begint aan de keukentafel. Huisarts Liesbeth Berggraaf: “Wij volwassenen doen dit onze kinderen aan.”
De term ‘ouderdomssuiker’ is inmiddels gedateerd. Vroeger stond diabetes type twee bekend als typische volwassen dikke mensenkwaal, maar tegenwoordig kampen ook tienerkinderen en jonge volwassenen met de aandoening. En hun aantal klimt, constateren deskundigen. Ook kinderverpleegkundige Lien Ramautarsing signaleert een toename. Steeds vaker zijn de kinderbedjes op de diabetesafdeling in het Diakonessenhuis bezet. “De laatste jaren zie ik een stijging van het aantal kinderen tussen de tien en twintig jaar met deze aandoening.”
De problematiek van diabetes type twee hangt nauw samen met overgewicht. “Kinderen die deze ziekte krijgen, zijn bijna altijd te zwaar. Het wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijkheid en een leefstijlprobleem”, weet fysiotherapeut Bastiaan de Boer van paramedische praktijk Boeroeswing. De verklaring voor de stijging van het aantal diabetespatiëntjes ligt volgens De Boer voor de hand. “Steeds meer kinderen zijn tegenwoordig te dik, mede door de komst van fastfoodrestaurants en de verkoop van soft. Ze bewegen minder, eten vetter en lopen daarmee een verhoogd gezondheidsrisico. We zijn een heel ongezond volk aan het worden.”
Killer
In de wachtkamer van huisarts Liesbeth Berggraaf hangen kleurrijke posters aan de muren. Met felgekleurde letters waarschuwen ze voor de gevolgen van diabetes. De ziekte is menens, benadrukt dokter Berggraaf, voorzitter van Stichting Diabetes Educatie Suriname. “Het is een killer. Als je het eenmaal hebt, kom je er nooit meer vanaf. Het enige wat we kunnen doen, is vertragen. Uiteindelijk sterf je er vroegtijdig aan.”
Diabetes is een complexe aandoening, weet de huisarts. De ziekte wordt vaak vergezeld door andere aandoeningen, waaronder hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol en overgewicht. “We spreken tegenwoordig over een algeheel stofwisselingsprobleem, het zogenaamde metabool syndroom”, legt Berggraaf uit. “Als je het één krijgt, dan volgt vroeg of laat het andere. Als kinderen op jonge leeftijd de ziekte ontwikkelen, zullen de complicaties eerder in hun leven optreden. Blindheid is een veelvoorkomend gevolg, net als problemen met de nieren en het hart. Kinderen die nu de ziekte ontwikkelen, zullen vroegtijdig moeten stoppen met werken. De toename van het aantal patiënten voorspelt daarom een economische ramp.”
Stigma
Sugarkids moeten twee- tot viermaal daags bloedprikken, wennen aan een aangepast eet- en leefpatroon en bovendien leren omgaan met het stigma dat op de ziekte drukt. Diabeet zijn is namelijk nog steeds taboe, weet zuster Ramautarsing. “Zowel ouders als kinderen schamen zich voor de ziekte. Ze willen er geen bekendheid aan geven, uit angst uitgelachen te worden.” Ook De Boer weet hoe gevoelig de ziekte ligt. “Het gaat vaak om dikke kinderen die al niet zo populair zijn. Ze zijn bang dat ze door hun chronische ziekte nog meer buiten de boot vallen. Ouders hebben vaak last van een gevoel van falen. Diabetes type twee wordt immers voor het grootste gedeelte veroorzaakt door leefstijl, en die heb je zelf in de hand.”
Als de ziekte niet kenbaar wordt gemaakt, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.“Kinderen gaan gemakkelijk mee in het gedrag van anderen. In de pauze kopen kinderen dikwijls een fles cola om met elkaar te delen. Als het zieke kind dan uit schaamte niet durft te weigeren, heb je een probleem. Bovendien weten leraren vaak niet hoe ze moeten reageren als het kind onwel wordt.”
Damiène Brilster is mondig genoeg om voor zichzelf op te komen. Meer dan de helft van haar zestienjarige leven heeft ze al diabetes. Hoewel ze er liever niet met iedereen over praat, schaamt ze zich niet voor haar ziekte. “Ik hang het niet aan de grote klok, maar mijn vrienden en vriendinnen weten ervan.” Ze laat zich niet verleiden door lekkernijen in de schoolpauzes of op feestjes. “Ik houd me netjes aan mijn dieet. Ik moet oppassen met snoepgoed en suiker. Vooral frisdranken zijn gevaarlijk, ik mag daar maar heel weinig van. Met bewegen heb ik meer moeite. Ik sport te weinig. Van de dokter moet ik eigenlijk meer bewegen, maar ik kan geen leuke sportclub vinden.”
Dikkerdjes
Brilster is geen uitzondering. Veel kinderen met diabetes bewegen te weinig. Om hun leven draaglijk te maken, is het belangrijk dat de patiëntjes de strijd aangaan met hun overgewicht. De Boer helpt hen daarbij. Fitnessapparaten, speelballen en sportmatten vullen de sportzaal van zijn praktijk. De muren zijn knalgeel en uit de cd-speler klinkt opgewekte salsamuziek. “Vrij snel in de behandeling beginnen we met bewegen”, vertelt De Boer. “Diabetes gaat nooit meer over, maar je kunt er wel mee leren leven. Het gaat om de juiste balans tussen verbranding en voeding. Naast een bewegingsprogramma, krijgt het patiëntje een dieetadvies.”
Die taak neemt diëtiste Wendy Soemodihardjo op zich. “Ik behandel niet alleen het kind, maar het hele gezin.” Ouders hebben er vaak geen benul van hoeveel voedsel hun kroost op een dag naar binnen werkt, weet de diëtiste. “Ze sturen hun kinderen dikwijls zonder ontbijt de deur uit. De kleintjes krijgen vijf srd mee om op school wat van te kopen. Ouders weten niet wat kinderen voor die paar centen allemaal krijgen. In de kleine pauze werken ze een portie bami, wat bakabana’s en een grote soft naar binnen, met nog een ijsje toe.”
Te weinig ouders zien zwaarlijvigheid als serieus probleem, meent de diëtiste. “Hoe molliger, hoe beter is nog steeds de heersende moraal wat betreft kinderen”, verzucht Soemodihardjo. “Mensen zien overgewicht vaak als een familietrekje, ze ervaren het niet als een risico. Ze komen pas in actie als complicaties zich voordoen. Ouders beseffen niet dat overgewicht de voorloper is van een heleboel ziektes.”
Suikerbommen
De problematiek begint aan de keukentafel, aldus Soemodihardjo. “Volwassenen zijn de boosdoeners. Zij moeten immers het goede voorbeeld geven. Kinderen eten zoals hun ouders dat doen. Eten wij geen fruit, dan doen onze kinderen dat ook niet. Gaan wij naar de McDonald’s, dan gaan de kinderen mee.” Berggraaf is het daar mee eens. “Ouders maken hun kinderen ziek door overvoeding. Vooral als een kind wat magertjes is, wordt het flink gevoed. Daar wordt overgewicht mee gestimuleerd, en is de weg vrij voor diabetes.”
Scholen dragen bij aan het probleem, vindt De Boer. “In de pauze kunnen schoolkinderen allerlei vettigheid kopen, zoals chips en bakabana’s. Vaak zijn er geen flesjes water verkrijgbaar, maar des te meer softs en gesuikerde sappen. Dat zijn enorme suikerbommen. Er zou een verbod moeten komen op de verkoop van die ongezonde troep”, aldus De Boer. Probleem is echter dat de verkoop van soft- en snackproducten de schoolkas flink spekt. “Fabrikanten subsidiëren onderwijsinstellingen met hun producten. Scholen genereren daar veel inkomsten mee. Als die wegvallen, dan moeten daar alternatieven voor komen.”
Onvermijdelijke complicaties
Een goede behandeling is cruciaal om complicaties zo lang mogelijk uit te stellen. “Hoe ouder je wordt, hoe meer medicatie je moet gaan slikken”, vertelt dokter Berggraaf. “Patiënten moeten heel hun leven blijven knokken tegen de ziekte. In de loop der jaren steken complicaties onvermijdelijk de kop op.”
De behandeling loopt vaak door financiële redenen spaak, weet De Boer. “Diabeet zijn is duur. Medicatie wordt wel vergoed, maar de teststrips om het glucosegehalte te meten niet. In de beginfase van de ziekte heeft een kind wel drie tot vier strips per dag nodig, à drie tot vier srd per strip. Dat is al snel 85 srd per week. De kosten lopen dus flink op en sommige mensen kunnen dat niet opbrengen.”
Diabetes is niet alleen een probleem van Suriname. Over heel de wereld kampen meer dan 250 miljoen mensen met de aandoening. “Mondiaal is de ziekte in opkomst”, weet Hooggraaf. “Enkel een intersectoraal, integraal beleid kan het tij keren. Op alle facetten moet er ingezet worden.
Er moet aandacht komen voor gezondheidszorg, sportfaciliteiten en verzekeringstechnische problemen. Alleen dan kunnen we deze stijgende trend een halt toe roepen. Doen we dat niet, dan heeft dat rampzalige gevolgen voor onze economie en ons welzijn.”
Een bril en diabetes
Op de AMS (Algemene Middelbare School) kregen de leerlingen van juf Kamps (de tekendocent) te horen dat ze wel erg ongezond eten. Ze ziet in de pauze zelden nog iets gezonds bij hen en besloot er aandacht aan te besteden. Ze heeft uitgelegd over suikerziekte, en daarbij vooral de aandacht gelegd op de ogen.
Steeds meer leerlingen dragen op school een bril. Eigenlijk zou je zo min mogelijk een bril moeten dragen, daardoor gaan je ogen zelfs achteruit. Je zou een bril alleen moeten dragen als je ogen niet meer kunnen zien wat ze moeten zien, wanneer je ogen en je hoofd moe worden zonder bril.
Je nieren en je ogen staan op één of andere manier met elkaar in verbinding. Als je nieren niet goed zijn, gaat het vaak ook niet goed met je ogen. Als je slecht ziet, zou je ook eens kunnen proberen, voor je een bril laat aanmeten, minder suiker te gebruiken, minder vlees te eten en anderhalve liter water per dag te gaan drinken. Zo zorg je er voor dat de nieren het minder zwaar hebben. Met een beetje geluk zie je binnen een maand weer uitstekend.
De leerlingen hebben prachtige brillen gemaakt die hen er hopelijk aan de les herinnert dat ze goed voor hun lichaam moeten zorgen. Je hebt maar één lichaam en als het goed stuk is blijft het stuk. Als je verkeerd blijft eten krijg je wellicht suikerziekte, en wordt je misschien blind. Geen enkele bril geeft je het zicht terug. Wees zuinig op je lichaam.