Snijders versus Snijders
De wereldbefaamde fluitist Ronald Snijders en de minder befaamde Parbode-hoofdredacteur Armand Snijders hebben behalve hun achternaam nog iets gemeen: ze wonen al lang in het geboorteland van de ander. Iedere maand schrijven ze elkaar
Hai Snijders! Tof om je eindelijk eens op Surinaamse bodem te ontmoeten en je fluitend door het land te zien bewegen. Volgens mij voel je je als een vis in colabruin water! Begint het al een beetje te kriebelen? Ik bedoel: krijg je al de neiging om je Hollandse bestaan aan de knotwilgen te knopen en je hangmat tussen twee zoetigsappige manjabomen te hangen? Die wens hoor ik tenminste zeer regelmatig van veel Surinamers in Nederland (of van Nederlanders met Surinaamse bloed aldaar), ongeacht hoe lang ze daar al zitten. Zeker als ze weer tijdelijk in het land van hun roots zijn, worden ze (al is het maar voor even) bevangen door dat virus. Dat onbegrijpelijke virus, waar geen wetenschappet ook maar een snars van snapt. Laat staan uit kan leggen. Ben je daar ook gevoelig voor? Het gekke is dat ik bakra’s in Suriname, incluis ondergetekende, zelden of nooit hoor mijmeren over een hernieuwd bestaan in Nederland. Het komt zelfs geen seconde bij ze (mij) op! Wij hebben daar niets meer te zoeken, zo hebben we allang besloten. Een paar weken vakantie is leuk, familie en vrienden bezoeken is altijd een feest; maar eerlijk gezegd ben ik het na een week met twee files, agendacultuur en overdreven veel regeltjes wel weer vreselijk zat. En ga ik automatisch zitten verlangen naar mijn uiterst geriefelijke hangmat in Suriname. Ik weet niet wat het is: het Suriname-virus dat mij in de greep heeft, is waarschijnlijk onuitroeibaar, er is geen medicijn voor. Nu snap ik wel dat je je, zoals ieder mens, het lekkerste voelt waar je je ei kwijt kunt. Voor jou is dat een muzikaal ei, dat je op allerlei manieren in een Hollands nest kunt leggen. Suriname heeft te weinig nesten. Voor mij is het juist andersom: met mijn pen leg ik in Suriname aan de lopende band eieren, of mensen dat nou leuk vinden of niet. In Nederland zouden die eieren bedolven worden in de grauwe middelmaat en zou ik nu, om maar een voorbeeld te noemen, een stukkie moeten schrijven over de hitte die in Nederland af en toe de kop opsteekt en al die bakra’s van slag brengt. Misschien snappen ze nu waarom wij in Suriname een stapje minder hard lopen. Wij zoeken gewoon lekker de hangmat op. Mocht je binnenkort besluiten om terug te keren naar je geboorteland, dan heb ik twee extra manjabomen voor je waar je die van jou mag hangen. Ik reserveer een prachtplekje voor je. Tot het volgende gemberbier! Armand |
Hi Armando,
Nederland-Brazilië 2-1! De Hollanders in P’tata ontploffen van uitbundigheid, terwijl tropisch Sranan inclusief haar talrijke Braziliaanse immigranten, teleurgesteld moest toezien hoe de onvermoeibare bakra Wesley Sneijder (onze halve naamgenoot) de winnende goal maakte. Potverdikke! Ook ik kraakte voor Brazilië. Maar waarom zijn ik en bijna alle andere Surinamers veel eerder voor voetballend Brazilië dan voor voetballend Holland, dat al 3,5e eeuw zo ongeveer alles met Suriname te maken heeft. Om de Braziliaanse taal? Nee, Portugees verstaan we niet. Om de Braziliaanse muziek? Die draaien we nauwelijks. Om de bewoners? Daar hebben we nog weinig echt contact mee. Beetje Zuid-Amerikaans sentiment? Mwa. Omdat ze goed kunnen voetballen? Ja, maar dat doen verschillende anderen ook. Wat dan? Is het de ultieme wraakneming op ex-kolonisator Nederland vanwege slavernij, discriminatie, visumplicht, 100-procents controle enzovoort? Nou, als ik Surinamers hoor praten over terugkeren naar hun land, dan lijkt het vaak alsof ze zich in Nederland niet geaccepteerd hebben gevoeld. Velen konden hun ei wel kwijt, maar ze bleven zich vreemdeling voelen. Nederland ziet zijn land niet als een land met een multiculturele samenleving. En dat is de laatste jaren alleen maar duidelijker geworden. Dus gaan steeds meer Suri’s terug naar Sranangron, waar ze desnoods met minder eigen welvaart genoegen nemen. Als je, zoals ik nu, weer eens in Su bent, voel je tijdelijk een veelkleurig paradijs om je heen zinderen. Pas later merk je dat de lekkere hangmat tussen de manjabomen ook niet alles is. Want ook een autochtone Nederlandse Surinamer is een buitenlander in Suriname, die nog een lange weg te wachten staat! Maar er is licht aan het einde van die tunnel, in Nederland niet. De Surinaamse tunnel is lekker chaotisch, met luidruchtige feesten, talrijke Surinaamse hapjes, totaal verstopte wegen in foto, overbodig veel Chinese winkels en zomaar in juli een pagara, omdat Brazilië heeft verloren. Ronald |