Land zonder leiders
De inkt van de intentieovereenkomst tussen de ene en de andere partijcombinatie is nog niet droog of een van de partners vrijt al weer met de concurrentie. De vorming van een nieuwe regering gaat gepaard met bedrog, achterdocht en elkaar zoveel mogelijk voeten dwars zetten. Maar hebben we eigenlijk wel een regering nodig?
De echte verliezers van de stembusstrijd op 25 mei zijn in feite de kiezers. Ze gaven het Nieuw Front, in het bijzonder de Nationale Partij Suriname (NPS) van president Ronald Venetiaan een pak slaag, en spraken een duidelijke voorkeur uit voor de Mega Combinatie. Wat in de weken die volgden gebeurde, had men kunnen verwachten, maar gaat tegelijkertijd ieders voorstellingsvermogen te boven. Gezworen vijanden die elkaar voor 25 mei nog voor rotte vis uitmaakten, gaven elkaar een paar dagen later als gezworen vrienden een stevige brasa. Om weer wat later toch maar met die andere politieke aartsrivaal in zee te gaan. En daarna toch weer niet.
Het ergste van dit alles is echter dat het helemaal niet draaide om het maken van degelijke regeerafspraken die de ontwikkeling van ons land moeten bevorderen, maar om ordinaire koehandel over wie welke vetbetaalde baan in het machtscentrum krijgt. De belangen van de kiezer is men allang weer vergeten. Voor die kiezers maakt het eigenlijk niets meer uit wie een meerderheid in het parlement heeft of welke combinatie de president levert; geen enkel weldenkend mens zal nog enig vertrouwen kunnen stellen in de toekomstige leiders. Daarvoor is er teveel gebeurd.
Misschien moeten we het eens vijf jaar of langer proberen zonder regeerders. Ogenschijnlijk een belachelijke gedachte, maar laten we wel wezen: wat hebben kibbelende leiders en een nauwelijks functionerend parlement ons de laatste jaren opgeleverd? We zullen weinig verschil merken. Zelfs niet met Jennifer Geerlings-Simons als voorzitter, want de kans is groot dat andere partijen haar flink gaan dwarsbomen. al was het maar om te pesten. Zaken die al tijden als prioriteit zijn benoemd (zoals invoering minimumloon, het investeringsvriendelijk maken van ons land, regulering taxiwezen en openbaar vervoer, aanpak van de corruptie, sanering van het ambtenarenapparaat), maar die nooit serieus zijn aangepakt, blijven gewoon nog een paar jaar liggen. So what? Met de bestaande instanties en regeltjes, en vooral het geloof in eigen kunnen van de burger, redden we het voorlopig wel.
En kijk eens naar de voordelen! De belastingbetaler hoeft niet maandelijks miljoenen op tafel te leggen voor de salarissen van president, vice-president, ministers en 51 Assembleeleden. Want die belonen zich nu, dankzij het peperdure Fiso, meer dan rijkelijk. Om nog maar te zwijgen over de kosten voor zinloze snoepreisjes en de meest uiteenlopende toelagen die niet uitbetaald hoeven te worden. Het scheelt de staatskas een behoorlijke slok op de borrel. Nog een voordeel: de burger hoeft zich een tijdje niet te ergeren aan ongebreideld gesjoemel rond gronduitgiften en het verlenen van deze of gene vergunning. We hebben immers geen politieke leiders die zich daar schuldig aan kunnen maken.
In de regeringsloze jaren die komen, vloeien de huidige leiders die via etnische en bekrompen partijpolitieke wegen vooral hun eigen belangen willen veilig stellen, via natuurlijke weg af. Niemand heeft immers het eeuwige (politieke) leven. Ondertussen houden de kiezers het land wel draaiende, zoals ze altijd hebben gedaan en bereiden zij zich voor op betere tijden die ongetwijfeld onder een nieuwe generatie politici gaan komen.
Toegegeven: het geschetste scenario is absurd. Maar dat geldt ook voor een scenario waarin de bestaande politieke partijen, in welke combinatie dan ook, met elkaar willen samenwerken. Daar Dan liever een land zonder leiders…