Het eenzame gevecht van Nannan Panday
Suriname dreigt een jonge en ambitieuze arts kwijt te raken. Want als het aan de directie van Stichting ’s Lands Hospitaal ligt, moet internist dr. Vinodh Nannan Panday het veld ruimen. Niet omdat hij zijn werk niet goed doet, maar omdat hij in een interview in februari van dit jaar in Parbode kritische kantte-keningen had geplaatst bij de medische en personele omstandigheden in het ziekenhuis. “Mij wordt verder werken onmogelijk gemaakt omdat ik kritiek heb op de kwaliteit van de zorg. Dit is verspillen van talent.”
Het interview in Parbode schoot directeur Cynthia Rozenblad van ’s Lands Hospitaal in het verkeerde keelgat. Zij had vooral moeite met de opmerking van de arts dat voornamelijk patiënten uit de minder bedeelde laag van de bevolking in ’s Lands Hospitaal terecht komen. ‘Degenen met een goede verzekering gaan naar een ander ziekenhuis’, stelde Nannan Panday. Ook was er volgens hem sprake van een structurele onderbezetting bij de verpleegafdeling en leken moderne digitale ontwikkelingen aan dit ziekenhuis voorbij te zijn gegaan. Alle staten worden (in viervoud) met de hand bijgehouden, waardoor de kans op fouten en slordigheden bij het oververmoeide personeel toeneemt.
Onmacht
De opmerkingen van de arts wekken eigenlijk nauwelijks verbazing. Het is immers geen geheim dat de medische en personele omstandigheden in ’s Lands Hospitaal verre van ideaal zijn. Directeur Rozenblad zelf had een klein jaar eerder nog geklaagd over de stijgende kosten in de gezondheidszorg, waardoor ziekenhuizen niet kunnen investeren. ‘Ziekenhuizen in Suriname dreigen bankroet te gaan, omdat de uitgaven de inkomsten overtreffen’, zei ze op 6 april 2009 in de Ware Tijd. Dat had alles te maken met de grote toestroom van de on- en minvermogenden naar haar ziekenhuis en de onmacht van het ministerie van Sociale Zaken om hiervoor een adequate kostendekkende regeling te treffen.
Zonder geld is investeren en vernieuwen onmogelijk, wat voor de ziekenhuisdirecteur een dagelijkse frustratie moet zijn. Het is niet uitgesloten dat directeur Rozenblad haar ergernis heeft afgewenteld op de internist Nannan Panday, een Nederlander van Surinaamse origine. De reactie van het ziekenhuis was echter ongekend: begin februari werd de specia-list per brief meegedeeld dat er ontslag voor hem was aangevraagd bij het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM).
De grief van Cynthia Rozenblad was echter naar het oordeel van het ministerie van ATM bij lange na geen ontslaggrond. ‘Wij gaan niet mee met uw Directeur’, schreef de Ontslagcommissie op 10 maart. Maar de directeur van ’s Lands had meer pijlen op haar boog: ze weigerde de werkvergunning van Nannan Panday te verlengen. Ook verbood ze hem per 29 juni nog ‘patiënten op te nemen en te behandelen’. Rozenblad voelt er niets voor een reactie te geven tegenover Parbode, ‘omdat de zaak onder de rechter is’.
Vrije meningsuiting
Nannan Panday nam een advocaat in de arm. “Het kan toch niet zo zijn dat ik omwille van de vrije meningsuiting het land wordt uitgegooid”, zegt hij verontwaardigd in zijn eenvoudige spreekkamer van ’s Lands Hospitaal. Een computer ontbreekt, achter hem staat een kleine fax. “Die heb ik zelf maar aangeschaft”, verduidelijkt de jonge specialist.
In 2005 studeerde Nannan Panday af als veelbelovend internist. Hij was gepromoveerd op een onderzoek naar een medicijn tegen kanker. Geen moment was de gedachte bij hem opgekomen om zijn carrière in Suriname te vervolgen. Toen overleed in Suriname zijn 44-jarige oom, internist Satish Nannan Panday. Na veel aandringen van de familie en directeur Rozenblad zelf, besloot hij het er toch op te wagen. ‘Drie maanden, niet langer’, nam hij zich voor. In juni 2006 was er in Suriname een schreeuwende behoefte aan specialisten. Niet meer dan veertien in een land met een hoge risicopopulatie, de combinatie van hoge bloeddruk, suikerziekte en verhoogd cholesterol. “Er was en is dus nog heel veel te doen”, verklaart Nannan Panday zijn besluit om langer dan drie maanden te blijven.
Vanaf dat moment werd zijn werkvergunning elk jaar automatisch verlengd. De laatste keer had dat in april moeten plaatsvinden, maar het gepubliceerde artikel in het februarinummer van Parbode heeft hier klaarblijkelijk een streep doorheen gehaald. Op 24 juni probeerde Nannan Panday daar via de rechter een stokje voor te steken. Tijdens de zitting wordt het ’s Lands Hospitaal vertegenwoordigd door een dame in grijs mantelpak. “Ik herken haar niet, maar het is de uniformkleur van het zieken- huis”, stelt Nannan Panday vast. Ze laat zich bijstaan door advocaat Freddie Kruisland.
Nannan Panday heeft als raadsman Alwin Baarh in de arm genomen. Na een klein uur komen ze met z’n vieren uit de spreekkamer van de rechter. Baarh is boos: “Dit kan toch niet”, foetert hij. “Op de ontslagbrief staat ‘Stichting
’s Lands Hospitaal’, maar op de jongste correspondentie is het woord ‘Stichting’ opzettelijk weg geradeerd. Er wordt dus gesuggereerd dat meneer Nannan Panday plotseling in dienst is van het ministerie van Volksgezondheid en op grond van de Ambtenarenwet niet uit de school mag klappen.”
Hij kijkt vragend naar de arts. “Ik heb nooit een arbeidscontract met het ministerie van Volksgezondheid getekend”, zegt Nannan Panday. “Natuurlijk niet”, zegt Baarh grijnzend, “die stakende verpleegsters in maart waren toch ook niet in dienst van het ministerie.”
Juridisch steekspel
Aan de inhoudelijke kant van dit arbeidsconflict is men op 24 juni niet toegekomen. Volgens Nannan Panday had de rechter zich wel verontwaardigd getoond over het besluit van Rozenblad dat de arts na 29 juni geen patiënten meer mag opnemen en behandelen. Op dinsdag 28 juni heeft de directeur van Volksgezondheid een onderhoud gehad met Nannan Panday en hem om opheldering gevraagd. Maar het is onduidelijk of het ministerie hierbij handelde vanuit een dienstbetrekking of als verantwoordelijke instantie voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. Het lijkt er dus veel op dat de internist in een juridisch steekspel terecht is gekomen, waarvan het einde voorlopig niet in zicht is.
Maar Nannan Panday is vastbesloten om de zaak tot het laatste toe uit te vechten. “Het principe van vrije meningsuiting is aangetast”, zegt hij verontwaardigd. “En mijn plezier om hier te blijven werken, is wel verdwenen. Ik houd mijn hart vast voor mijn patiënten als ik weg moet uit ’s Lands.”