Bojo
Oorsprong
Cassave is een zeer veelzijdige wortelknol, die gebruikt wordt als hoofdvoedsel, bijgerecht, in soepen maar ook in zoete recepten een plaatsje heeft gevonden. Zoals in de ons land zeer populaire bojo, dat op vrijwel geen enkel feestje ontbreekt. Cassave komt oorspronkelijk uit Brazilië, op basis van archeologische vondsten werd het hier al rond 3000 voor Christus verbouwd.
Na de ontdekking van Amerika hebben de Portugezen de knol verspreid naar Afrika en Azië. Tegenwoordig is cassave voor vele honderden miljoenen mensen, vooral in ontwikkelingslanden, een belangrijke voedingsbron. Het voordeel van de van oorsprong savanneplant is dat deze op zeer arme grond kan groeien en bestand is tegen langdurige droge periodes. Het wordt daardoor beschouwd als een gewas dat voedselschaarste kan opvangen in perioden dat andere gewassen niet oogstbaar zijn. Hoewel de plant rijk is aan zetmeel en voedzaam is, bevat hij ook giftig blauwzuur, dat bij soorten met een hoog gehalte voor consumptie eerst uit moet worden verwijderd. Soorten met hoge gehalten worden bittere cassave (in het Surinaams: bita kasaba) genoemd, met lage zoete cassave (switi kasaba). Het eten van rauwe bittere cassave is gevaarlijk, maar ook de zoete cassave kan beter worden gekookt.
Benodigdheden (voor circa 10 personen)
4 grote cassave
1 grote kokosnoot
100 gram rozijnen
2 eetlepels vanille- of amandelessence
1 eetlepel kaneelpoeder
een beetje zout
suiker naar smaak
kwart liter melk
50 gram boter
Bereidingswijze
De cassave schillen, de kokosnoot stuk slaan en het vruchtvlees verwijderen. Alles wassen en fijn raspen (of malen). De massa mengen met suiker, zout naar smaak, kaneel, rozijnen, melk en de essence. Het geheel overgieten in een beboterd bakblik. Bovenop de bojo nog een paar kleine stukjes boter leggen. Vervolgens gaar bakken in een voorverwarmde oven (1,5 tot 2 uur). Af laten koelen, in stukken snijden en serveren.