Kitesurfen: vliegeren op het water
Wachten op wind
Op de parkeerplaats van Dok 204 liggen grote gekleurde vliegers. Drie mannen zijn druk in de weer met lange lijnen, die ze aan de vliegers bevestigen. Tegen een omheining leunen twee surfboardjes, daaromheen ligt een wirwar van attributen. Wat is hier gaande?
Kitesurfen is de snelst groeiende sport ter wereld. In Suriname wordt deze extreme sport ook beoefend, al zij het met vijf kitesurfers op zeer kleine schaal. De jongens op de parkeerplaats, kiters Iwan van Beek (41), Ali Kertokalio (24) en leerling Janto Djojokromo (31), zijn klaar met de voorbereidingen en proberen de vlieger, ook wel kite genoemd, de lucht in te krijgen. De wind heeft weinig zin; steeds als de vlieger moeizaam omhoog klimt, valt de wind weg. De kite landt op een auto, vervolgens op een lantarenpaal. Dit onder grote hilariteit van de omstanders.
Om te kunnen kiten is een flinke bries, goed materiaal en ervaring nodig. De kiter bevestigt via een harnas de vlieger aan zijn of haar lichaam. Tussen de kiter en zijn kite zitten vier of vijf lijnen van vijfentwintig meter met een besturingssysteem. Door de vlieger heen en weer te sturen, wordt energie gegenereerd. Met deze kracht laat de persoon zich op een klein surfboard voort trekken over het water. Door juiste timing, afzet en besturing kan de kiter meters hoog de lucht in en ver over het water worden getrokken.
Kitejunkie
Iwan van Beek is volgens eigen zeggen een kitejunkie. Elke dag checkt hij op weersite buoyweather.com de actuele weersvoorspellingen. Zodra er genoeg wind is, rijdt hij vanuit zijn woonplaats Groningen naar de parkeerplaats van Dok 204 aan de Anton Dragtenweg. De afgelopen maanden is hij niet vaak gegaan, te weinig wind. “Het kiteseizoen is van december tot maart. Dan waait het lekker hard,” vertelt Van Beek. Om goed over het water te varen, is er minimaal tien knopen wind nodig. Vanaf vijftien knopen is het mogelijk om spectaculaire sprongen te maken. De grootte van de vlieger wordt afgestemd op de wind. Bij veel wind wordt een kleinere kite gebruikt. De Surinaamse kiters schaffen hun spullen via internet aan of kopen ze van elkaar over; een kiteshop is hier niet.
Van Beek woonde tot vier jaar geleden in Nederland en deed daar veel aan windsurfen. Tot hij op een dag kiters op het water zag. Lachend: “Zo, dat vond ik echt mooi. Ik heb meteen mijn windsurfsetje verkocht en ben met kiten begonnen.” Dat moment is intussen tien jaar geleden, maar kiten geeft hem nog elke keer een kick. “Die vrijheid op het water en de adrenaline-rush, elke sessie weer. Steeds leer je iets nieuws, dus die kick blijf je houden.” Ondertussen is de wind gaan liggen en verzamelt de groep zich rond de waterkant, waar het water zacht tegen de stenen klotst. Naast de wind is het getij van de rivier ook belangrijk om te kunnen kiten. Bij opkomend water is het niet mogelijk om in de rivier nabij Dok 204 te varen. Van Beek: “Doordat het water en de wind je stroomopwaarts trekken, zit je zo in Paramaribo.”
Een van de omstanders is arts Clement Bailey (54), ook kitesurfer. Deze plek vindt hij niets. “Je kite oplaten tussen al die auto’s, de rivier bij Paramaribo is eigenlijk een groot open riool en je hebt maar een plek om terug aan land te komen.” Hij wijst naar de smalle trailerhelling omringd door puinsteen en balken met roestige spijkers. Bailey kite liever op Matapica. Kilometers wit strand, golven en een biertje na afloop van de kitesessie. Bailey leerde het kiten jaren geleden op Barbados en sindsdien laat ook hij zijn windsurfsetje thuis. Het sjezen over het water geeft hem een lekker gevoel, maar heeft ook een diepere betekenis. “Ik denk altijd, als ik dit kan leren in een land als Suriname, dan is niets meer moeilijk voor me. Niet in mijn werk of in mijn relaties.”
Speedboot
Na een klein uurtje beginnen de palmbladeren harder te ritselen, Van Beek en Kertokalio haasten zich terug naar de vliegers. Zonder al te veel moeite trekken ze de vlieger in de lucht en beginnen de tocht naar het water. Djojokromo rent er met de boardjes achteraan; sinds een paar jaar helpt hij de kiters en met hun hulp leert hij de sport.
Van Beek stapt als eerste het water in, gevolgd door Kertokalio. De wind is gering en beiden hebben zichtbaar moeite om weg te komen. Bailey kijkt aan de waterkant: “Dit is niets.” Korte tijd later is Van Beeks vlieger in het water gevallen. In de verte komt een speedboot aan. Vanaf de kant wordt het schouwspel met wat onrust gadegeslagen, stel dat de boot over Van Beek heen vaart. De bestuurder van de speedboot is oplettend, vaart rustig naar Van Beek toe en helpt hem aan boord. Hij navigeert door naar Kertokalio, die nu stuurloos ronddobbert. Dan keert de boot met ‘drenkelingen’ terug naar de kant. Voor vandaag is de kitesessie over, maar niet getreurd, want na kiten komt het bier. De blikjes worden uit de koelbox getoverd, net als de sterke verhalen. Over de catfish die in het been van Van Beek sprong of de kwalachtige Portugese oorlogsschepen, die ronddrijven bij Matapica. En ondertussen hopen de mannen op goede wind voor morgen.
—————————————————–
Ontstaan & regels
In 1977 liet de Nederlander Gijsbertus Panhuizen zich als eerste met behulp van een parachute voorttrekken over het water. Niet lang daarna beginnen Hawaiiaanse (wind)surfers, onder wie Laird Hamilton, te experimenteren met vliegers. Op een leeg stukje grasland tussen de koeien lieten zij zich zittend op een doos vooruit trekken. Deze oefeningen worden voortgezet op het water en resulteert in 1997 in commerciële verkoop van kite-materiaal en wereldwijde media-aandacht; een nieuwe sport is geboren. Kitesurfen wordt gerekend tot watersport, met de daarbij internationaal geldende regels. Kiters bungelen onderaan de keten, want zij hebben geen voorrang op beroepsvaart, zeilboten, motorboten of andere watersporters. Elk jaar zijn er tal van internationale wedstrijden, met als belangrijkste het WK kitesurfen. Afgelopen jaar gewonnen door Kevin Langeree.