Lust & Leven
Naam: Siegmien Staphorst
Leeftijd: 60
Beroep: Ontwikkelingswerker en voorzitter Naks
Siegmien Staphorst is jarenlang voorzitter en later directeur geweest van de Nationale Vrouwen Beweging (NVB). In 2009 werd zij door de toenmalige president Venetiaan gedecoreerd. Sinds kort is zij met pensioen.
Zit je lekker in je vel?
“Ja, ik ben de laatste maanden bezig geweest om mijn werk bij de Nationale Vrouwen Beweging over te dragen aan een nieuwe kundige leiding en een goed team. Dat proces is goed verlopen. Het voortbestaan is gewaarborgd, wat natuurlijk ook de bedoeling was van de oprichters. En ik heb kunnen loslaten. Dat stemt me goed. Sinds mijn pensioen kan ik een aantal weken lekker uitslapen, afspraken maken met vriendinnen, familie opzoeken en andere leuke dingen doen waar ik eerder niet vaak aan toe kwam.”
Waar ben je momenteel mee bezig?
“Enkele maanden geleden ben ik gekozen tot voorzitter van de culturele organisatie Naks. Dat gebeurde tijdens een grote ledenbijeenkomst, waarbij het nieuwe beleid voor de komende jaren werd besproken. Het was een ontroerend moment. Mij staat nu niets anders te doen dan het goed te doen.”
Wat wil je absoluut nog doen?
“In ieder geval wil ik samen met anderen Naks tot grotere hoogte brengen en daarnaast zeker ook werken aan het schriftelijk vastleggen van de manier waarop we binnen de NVB ontwikkelingswerk hebben verricht en hoe we hebben geleerd van de successen en fouten. Op die manier kan er een bijdrage worden geleverd aan het versterken van het ontwikkelingswerk en de genderbeweging.”
Wie bewonder je?
“Van mij verwacht men de naam van een vrouw. Maar ik zou op de eerste plaats André Telting willen noemen, die heeft gezorgd voor macro-economische stabiliteit. Daar neem ik mijn pet voor af. En dan zijn er natuurlijk nog Ilse Henar en Johanna Elsenhout, twee stille werkers die eigenlijk niet eens doorhadden hoe groot hun betekenis was voor Suriname. Ik heb ook bewondering voor de ex-voorzitter van Naks, Elfriede Baarn-Dijksteel, voor de bijdrage die ze heeft geleverd aan het ontwikkelen en uitdragen van de Surinaamse cultuur en voor de wijze waarop ze haar dood en uitvaart heeft voorbereid.”
Ga je voor geluk of geld?
“Ik ga in de eerste plaats voor geluk. Als je geld hebt en je bent niet gelukkig, dan heeft het leven weinig zin. Maar omgekeerd kan het leven heel zinvol zijn. Ik moet wel zeggen dat ik vaker voor de keus heb gestaan om via lucratievere posities veel meer geld te verdienen dan ik heb verdiend. Maar ik heb bewust de keus gemaakt om in het ontwikkelingswerk mijn bijdrage te blijven leveren.”
Liefde of succes?
“Die keuze is moeilijk. Je moet ze combineren, denk ik. Ik heb een aantal successen bereikt mede dankzij een liefdevolle en ondersteunende omgeving, mijn partner, mijn gezin en familie, mijn vrienden, mijn teamgenoten in organisaties.”
Bang voor de dood?
“Ja, ik ben bang. Ik ben al een paar keer geconfronteerd met het overlijden van mensen die nog zoveel hadden willen realiseren. Zo’n verkeersongeluk als enige tijd geleden in Coronie kan me ook echt bezighouden, vreselijk, daar krijg ik het benauwd van. Ik hoop op een plotselinge dood, waarbij je niet te veel hoeft na te denken.”
Ga je op je sterfbed ergens spijt van hebben?
“Als ik het ontwikkelingswerk in Suriname niet zou hebben vastgelegd voor die tijd, ja, dan zou ik wel spijt hebben.”
Geloof je in leven na de dood?
“Nee. Ik ben wel christelijk opgevoed, ik ken de principes van het christendom, kan gelovige mensen ook ondersteunen en met ze bidden. Zelf denk ik dat je hier op aarde alles moet geven, je voor honderd procent moet inzetten om een hele goede bijdrage te leveren, om de medemens het leven gemakkelijker te maken.”
Hoe zou je herinnerd willen worden?
“Als iemand die vooral onbaatzuchtig heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van ons Suriname, aan meer evenwichtige genderverhoudingen en aan de ontwikkeling en de versterking van mensen aan de onderkant van onze samenleving.”