Zoektocht naar de spelling van het Sranan- Moengtjinti of Munkenki?
Dit artikel gaat over onze mooie taal, de taal die ons in staat stelt om met iedereen te praten, onze zogeheten ‘lingua franca’, het Sranan. Praten kunnen we het Sranan in meer of mindere mate, maar schrijven is lastig; want hoe moeten we de taal foutloos schrijven? Een zoektocht naar de spelling van het Sranan.
Voor diegenen die bij herhaling en tot vervelens toe, ondanks Trefossa, Dobru en Slory, telkens weer durven beweren dat Sranantongo een ruwe taal is, en zo grof klinkt, eerst maar eens een gedicht om al die oren te wassen. Ik kies niet toevallig voor een paar strofen uit het gedicht ‘Sondongo’ of wel ‘Ondergaande zon’ van Celestine Raalte:
‘den stari e poko kon wan fru wan
e panya someni leti di mi ay
no man fu tyari
na munkenki e seyri e kibri e lafu
baka den skapu-worku a e pot ‘ay’ luku
fa mi e feti mi srefi’
Tot zover Celestine Raalte. Ik heb haar dus niet helemaal toevallig gekozen. Op de zoektocht naar de juiste manier om met het Sranan om te gaan (een mooie taal verdient een fijne behandeling), komen we via OSO, het tijdschrift voor Surinamistiek (april 2007), als eerste terecht bij Celestine. In die editie doet Eva Essed-Fruin vanaf pagina 210 verslag van het Dictee Sranan zoals dat gegeven werd tijdens het jaarlijks terugkerende literatuurfestival Winternachten. Het dictee werd samengesteld door Cynthia McLeod en bestond uit een samenspraak tussen persoon A en persoon B in tien zinnen.
Voorbeeld
U krijgt als voorbeeld een zin uit dat dictee, eerst zoals het moet worden uitgesproken en vervolgens zoals het zou moeten worden geschreven. Althans volgens Essed en McLeod:
Me ga Winternachten. Tide wantu kon
man o luku ef wi Srananman sab skrif wi eigi tongo. Kanga mi, no!
Nu de tekst zoals u hem zou moeten schrijven:
Mi e go na Winternachten. Tide wantu koniman (konman) o luku efu wi Srananman sabi skrifi wi eigi tongo. Kon nanga mi, no!
Celestine maakt in deze zin één van haar weinige fouten. Ze schrijft ‘eygi’ in plaats van ‘eigi’. In het volledige dictee maakt ze drie soortgelijke fouten. Ze schrijft bijvoorbeeld ‘sonleysi’ en de tekst vermeldt ‘sonleisi’. Ze is met vier fouten een goede tweede. Denise Jannah maakt maar drie fouten, dat terwijl het gemiddelde aantal fouten van de vijftig deelnemers 28 bedraagt. Maar maakt Celestine werkelijk een fout? Om dat na te gaan hebben we sinds 2005 een heus Prismawoordenboek, Sranantongo, Prisma Wortubuku fu Sranantongo, samengesteld door J.C.M. Blanker en J. Dubbeldam. We zoeken het woord en er staat ‘eigi’, dus zou je denken dan is het ‘eigi’ en niet ‘eygi’.Helaas, met dat woordenboek is iets niet helemaal in orde. Als één van de juryleden – hij wordt in het artikel chique niet met naam genoemd – tijdens het Winternachtendictee hoort, dat de prijs voor het beste dictee nou net precies dat woordenboek is, trekt hij zich terug. Hij kan zich aldus Eva Essed ‘niet met de uitgeloofde prijs verenigen, zelfs niet als een kopie van zijn kritiek op het woordenboek aan de prijs wordt toegevoegd’.
De spelling van Sranan is vrij eenvoudig, meent Eva Essed, maar over welke spelling praten we? En wie bepaalt welke spelling juist is? Voordat we ingaan op deze vragen, eerst terug naar Celestine en haar gedichten. Toen ze begon met het schrijven van gedichten in het Sranan, bleek de taal tot haar verbazing op haar ‘harde schijf’ te staan: “Het is net een goudmijn, alles wat erin zat kwam eruit, zoveel mooie oude woorden.”
Celestine neemt de taal serieus. “Het Sranan is een schat. Maar hoe ga je er mee om? Het doet pijn om te zien hoe onzorgvuldig we omgaan met ons bezit. Hoe komt het dat mensen niet de moeite nemen? Ik doe moeite, want ik wil serieus genomen worden. Ik worstel ermee, want het is niet gemakkelijk.”
Ze heeft naar eigen zeggen veel te danken aan ‘Eddy’. Als het om Sranan gaat, dan weet iedereen in ons land dat ze Eddy van der Hilst bedoelt, taalkundige en opgeleid bij Jan Voorhoeve – niet de eerste de beste – aan de Rijksuniversiteit in Leiden. Eddy was lid van de spellingscommissie voor het Sranan, die in 1986 een nieuwe officiële spelling introduceerde. Waarover straks meer. Eddy was in 1987 ook de man van de eerste cursus Sranan op de Surinaamse televisie. Hij is bovendien verantwoordelijk voor het boek Skrifi Sranantongo bun, leysi en bun tu, dat als vervolg op deze cursus werd uitgegeven. In die titel komen we het woord ‘leysi’ tegen en als we ons Prisma woordenboek mogen geloven, moet dat ‘leisi’ zijn.
Zwaar teleurgesteld
We gaan Eddy om raad vragen. Met het woordenboek is hij ook niet blij. Integendeel, hij is zwaar teleurgesteld, want het boek zit vol fouten. Hij daagt me uit: “Ik doe het boek voor je open op een willekeurige bladzijde. Jij mag zeggen welke kolom en ik zoek de fout, want er is in dat boek geen enkele kolom foutloos.” Eddy geeft een voorbeeld: “Hier, pagina 206, daar staat het woord ‘tyuma’, weet jij wat dat betekent? Volgens Dubbeldam en Blanker betekent het ‘meisje, griet, jonge vrouw’. Ze bedoelen ‘pikin-uma’, maar dat schrijf je echt niet als ‘tyuma’. Ander voorbeeld, op pagina 88 staat ‘g’go’, met als vertaling ‘reet’. Dat is fout, want ‘g’go’ is niet die spleet. En even verder staat ‘g’go-olo’ met als vertaling weer ‘reet’, terwijl dat ‘anus’ zou moeten zijn.”
Voor een second opinion over de juiste spelling van het Sranan, komen we terecht bij een andere deskundige, Hein Eersel (1922). Hij volgde dezelfde studieroute als Eddy: ook hij studeerde taalkunde, niet bij, maar samen met Jan Voorhoeve en ook hij gaf lessen in het Sranan. Eersel was naast Eddy lid van de eerder genoemde spellingcommissie die de officiële spelling van het Sranan(-Tongo) vaststelde. De commissie werd voorgezeten door de heer A. Kramp en ook Eva Essed maakte er deel van uit.
Eersel gaf zijn visie op de spelling van het Sranan, vooruitlopend op het standpunt van de commissie, in het Surinaams Woordenboek Sranantongo, dat hij in 1985 samen met Max Sordam (1926) schreef. Het is naast woordenboek ook een leerboek, compleet met de geschiedenis van de taal, uitleg over klanken en spelling, grammatica, odo’s en vertaaloefeningen. In dit boek komen we bijvoorbeeld ‘leysi’ en ‘beyfi’ tegen.
Terug naar de spellingscommissie. De bevindingen van deze commissie zijn weergegeven in het Staatsblad van de Republiek Suriname, nummer 40. Daar lezen we in resolutie 4501 van 15 juli 1986, inzake vaststelling officiële spelling voor het Sranan(-Tongo) het volgende:
‘Besluit: Met ingang van heden vast te stellen als de officiële spelling van het Sranan (-Tongo) de spelling vervat in het rapport van de “Spellingscommissie Sranan” en beknopt uiteengezet in de aan deze resolutie gehechte “Spelling van het Sranan”.
De wetgevende, rechterlijke en bestuurlijke Colleges uit te nodigen en de Directeuren der Departementen en Directoraten opdracht te geven er zorg voor te dragen, dat – in geval het nodig is, bij publikaties of anderszins, schriftelijk het Sranan(-Tongo) te bezigen – door hen en de onder hen ressorterende landsdienaren de officieel vastgestelde spelling van het Sranan(-Tongo) wordt gebezigd’.
De resolutie 8072 van 17 augustus 1960 ‘nopens toepassing van de voorlopige spellingsregels van de Surinaamse taal’ wordt per 15 juli 1986 ingetrokken. In naam der koningin werden in 1960 nog de letters A, B, D, E, F, G, I, J, K, L, M. N, O, P, R, S, T, en W gebruikt, maar níet de letters C, H, Q, U, V, X, Y en Z.
Wel of geen W?
Volgens de resolutie van 1986 gebruiken we in het Sranan(-Tongo) wél de letters A, B, D, E, F, G, H, I, K, L, M, N, O, P, R, S, T, U, V en Y, maar níet de letters C, J, Q, V. X, Z. De letter V moet ik begrijpen, gebruiken we dus wél en níet en de letter W wordt in de resolutie niet vermeld. Ik vermoed dat in de resolutie een storende typefout is geslopen, want de W doet wel degelijk mee in de bijlage behorende bij deze resolutie.
U krijgt een overzicht van de letters die erin en eruit zijn gegaan in 1960 en in 1986.
In 1960 ging de discussie vooral over de vraag: zullen we ‘oe’ gebruiken in ‘boekoe’, of zullen we in het vervolg ‘buku’ schrijven? ‘Boekoe’ won in 1960, met als argument dat in het Nederlands de ‘oe’ ook gebruikt wordt en de mensen anders in de war zouden raken. In 1986, andere tijden, andere gedachten, wordt het opeens ‘buku’: in geen enkele taal wordt voor de middenklank die we horen in het woord boek, de twee-tekenklank ‘oe’ gebruikt, alleen in het Nederlands.
De commissieleden zijn het ook eens over woorden als ‘Sranan’, ‘nyan’, ‘tan’, allemaal met een ‘n’ op het eind en geen ‘ng’. Maar ze zijn het helaas niet eens over het gebruik van ‘i’ of ‘y’. Moet het ‘freiri’ zijn of ‘freyri’, ‘froiti’ of ‘froyti’, ‘beifi’ of ’beyfi’? De eerste schrijfwijze komt van Kramp en Essed. De tweede van Eersel en Van der Hilst. Voor- en tegenargumenten passeren week na week de revue. ‘Beifi’ wint uiteindelijk, maar werd het spel eerlijk gespeeld? Niet volgens Van der Hilst, want er werd immers niet gepraat tot consensus zou worden bereikt, zoals was afgesproken. Men gaat over tot stemming op een voor de ‘i’-voorstanders gunstig moment: de voorstanders van ‘y’ waren afwezig. Het gevolg is dat zowel van Eersel als Van der Hilst op het punt van ‘freyri en froyti’ hun eigen weg zijn gegaan.
Van der Hilst heeft zijn ideeën over de juiste spelling neergelegd in Skrifi Sranantongo bun, leysi en bun tu. Dit boek schreef hij in het Sranan. Hij maakte zijn ideeën vervolgens toegankelijker in het boek De spelling van het Sranan. hoe en waarom zo. Zijn hoofdregel is: ‘schrijf de woorden steeds zó op als wanneer zij in een geïsoleerde positie worden uitgesproken’ (pagina 33).
Hoever zijn we nu bij het beantwoorden van de vraag wie de juiste spelling bepaalt? Het antwoord moet zijn: we praten over de spelling van 1986! De spellingscommissie heeft toen bepaald hoe we onze mooie taal correct moeten schrijven. En als we de resolutie goed lezen, is die spelling verplicht voor alle organen van lanti en aanbevolen voor particulieren. Verschillende inzichten hebben ertoe geleid dat gezaghebbende particulieren buiten de commissie hun ‘eygi’ stem laten horen en hun ‘eygi’ weg zijn gegaan. We geven het woord aan Eersel: “In de praktijk probeer ik voorlopig wat in de ‘wet’ van 1986 staat te volgen, met de uitdrukkelijke uitzondering van woorden als strey, dey, krey, moy en enkele andere zaken. Voor de dingen die nog niet geregeld zijn, kies ik een schrijfwijze en houd me daarna consequent daaraan vast tot de spelling ook daarvan geregeld zal zijn. De juiste spelling van het Sranan is een moeilijke zaak. Het Sranan is nog ver van een echt gestandaardiseerde taal en dus heeft elke regeling van de schrijfwijze een voorlopig karakter.”
Maar consequent kunnen we wel zijn. Een akelig voorbeeld van onzorgvuldigheid is te vinden in de tekst van de winnende compositie van Suripop XVI, Wang kring potreti, zoals gepubliceerd in de Ware Tijd van 14 augustus 2010:
S’dong e prakseri, sang mi abi fu du
Krakeri kang meki, mek’ mi las’ yu tu
Pasensi mi m’abi, en tang hopu tuMi abi fu gi y’a teng, wins’na wik ’if moeng
Mi lobi wang…
En dan als refrein:
No, mi no wan’ fu yu krey moro
Mi no wan’ fu yu sar’ moro
Adjers’ mi beng prey
En verder met het tweede couplet:
Moengtjinti, deng stari
Ai, m’e teri deng
Mi wan’opo bari, ma mi n’e gi steng
Krey at’e brudu
Enzovoorts. Twee keer maneschijn, één keer ‘Munkenki’ in het gedicht van Celestine Raalte aan het begin van dit artikel en één keer ‘Moengtjinti’ aan het eind in Wan kring portreti.
Zoek de fouten en stuur deze naar de redactie van Parbode. U krijgt geen woordenboek.