Toekoenarie Eiland
In Suriname kun je op vrije dagen alle kanten op om ontspanning, vertier en avontuur te zoeken en vinden. Of je nu op zoek bent naar water, jungle of gewoon naar een rustig plekje om in de hangmat te liggen, er zijn plekken genoeg waar je je hart kan ophalen. Parbode helpt een handje bij de zoektocht en beschrijft iedere maand een bestemming.
Deze keer: Toekoenarie Eiland
Het spreekt bij de meeste natuurliefhebbers behoorlijk tot de verbeelding: een onbewoond eiland bezoeken. Zo’n eigen tropisch paradijs is in Suriname minder ver dan gedacht wordt. In het Brokopondomeer zijn honderden kleine eilandjes te vinden, die zo voor onbewoond zouden kunnen doorgaan. Velen zijn echter te drassig of te dichtbegroeid om te betreden. Niet getreurd, want de Robinsons onder ons kunnen op Toekoenarie Eiland the next best thing ervaren.
Het kleine stukje land, midden in het stuwmeer, wordt al jaren beheerd door Alwin Dalen, die na zijn pensioen niet stil wilde zitten. Op zijn drijvend lapje grond, waar verder geen andere mensen wonen, ontvangt hij vooral toeristen die op zoek zijn naar rust. De idyllische omgeving van het stuwmeer leent zich hier uitstekend voor. Het is mogelijk het complete eiland af te huren om een optimale rustplek te creëren.
Voor gasten die toch liever bezig zijn, biedt Dalen programma’s aan waarbij zijn eiland als uitvalsbasis voor diverse activiteiten dient. In drie tot vijf dagen is het onder andere mogelijk een boswandeling te maken, diverse Aucaanse dorpen te bezoeken en een stroomversnelling, niet ver van het meer, te bekijken.
Aangezien wij slechts een weekeinde beschikbaar hadden, werden het vooral twee dagen ontspanning.
Vanaf Paramaribo rijden we in 2,5 uur naar Afobaka, aan de rand van het stuwmeer. Tegen betaling stallen we de auto vlakbij de pier om vervolgens in de boot te klimmen. Hoewel de vaart naar het eiland anderhalf uur duurt, voelt het bepaald niet als een lange zit. Aan weerskanten drijven dichtbegroeide eilandjes als groene wolken op het wateroppervlak. Toekoenarie eiland zelf blijkt een uiterst pittoresk plekje. Er staan acht hutten van hout, met daken van pinabladeren en vloeren van aangestampte klei. In de open centrale hut staan tafels en stoelen en is er gelegenheid een hangmat op te hangen.
Volgens Dalen is een klamboe niet nodig, omdat de muskieten door de harde wind het eiland niet bereiken.
Toekoenarie eiland is vernoemd naar de tukunari vis, in Nederland bekend als de pauwoogbaars. De vis is een populaire prooi voor hengelaars. Omdat wij niet achter willen blijven, vragen we naar visgerei.
Binnen tien minuten zitten we in de boot richting het tegenovergelegen oeverdorpje om ons geluk te beproeven. Daar lijkt Dalen iedereen te kennen en dirigeert ons door het kronkelige ‘stratenplan’. Hij regelt zonder moeite twee bamboestengels, draad en vishaken.
De volgende ochtend vroeg lopen wij met hengels richting de kust. Kleine vissen, gevangen met een klamboe, dienen als aas. Ondanks dat we diverse malen beet hebben, lukt het ons niet een trofee aan land te trekken. Na een aantal uur vruchteloos op waterfauna te hebben gejaagd, is het tijd om terug te varen naar Afobaka. De wind blaast onze haren droog terwijl we een laatste blik werpen op de steeds kleiner wordende groene plukjes achter ons.
Voor informatie en reserveringen:
Alwin Dalen, tel. 08890318