De verleiding van Coronie
Soms ontmoeten de juiste mensen elkaar op de juiste tijd. Chandra van Binnendijk, Dick ter Steege en Fineke van der Veen hadden begin 2009 per mail contact met elkaar. Onderwerp: Coronie. “Is dat geen paradijselijke plek? Zouden we daar iets moois mee kunnen?” Ter Steege en Van der Veen reisden af naar Suriname. Gedrieën reden ze vol enthousiasme naar Coronie, met fototoestellen en opschrijfboekjes.
In het district kregen ze een rondleiding van Anton Paal, geboren en getogen Coroniaan. Hij stelde hen voor aan mensen-met-verhalen en gaf uitleg over verschillende soorten kokosnoten, vroeger een belangrijk middel van bestaan. Intussen werden de eerste foto’s gemaakt van huizen die als juweeltjes tussen het groen staan.
Terug in Paramaribo was het besluit gauw genomen: een boek zou er komen, en een expositie. Om vast te leggen wat aan het verdwijnen was – de oude houten huizen; de verhalen van vroeger. Maar ook om volwassenen en kinderen met nieuwe ogen naar zichzelf en naar hun leefomgeving te laten kijken en deze beter te leren waarderen. De oude verhalen waren vol nostalgie: het was hard werken, vroeger, maar de natuur was gul en de mensen waren tevreden met wat er was. De verhalen van de volwassenen van nu zijn minder positief. Tweedracht en na-ijver. Oude verenigingen bestaan niet meer. Wie weg kan gaan, vertrekt.
Maar toch, er komen ook mensen terug. Vaak na een carrière elders, waar het leven wel goed was, maar waar heimwee bleef knagen. Want waar anders dan in Coronie, kun je rustig en zonder haast leven? Waar kan je zo lekker in de zwamp vissen? “Ik wil best weg gaan, voor vakantie”, hoorden we zeggen, “maar waar ik wil blijven, dat is hier, in Coronie.” We zagen de liefde voor Coronie ook in de gedichten die schoolkinderen schreven: ‘Mijn droomhuis is in Coronie. Ik vind het fijn om er in te zijn. Elke dag voel ik de zeewind. ‘s Morgens als ik wakker word, neem ik mijn kalebas. Dan was ik me in de rivier. (uit een gedicht door Astracia Fraser). Of: ‘Mijn droomhuis zou in de diepste bossen zijn, langs de grootste oceaan. Dan hoor ik vogels zingen, slangen sissen, vissen zwemmen de hele dag’ (uit een gedicht door Rayene Zinhagel).
Poëzieworkshops
Na het eerste bezoek aan Coronie volgden er meer. Het project had inmiddels financiering gekregen van onder meer de Nederlandse ambassade in Paramaribo en was ondergebracht bij Stichting Stibosur. Andere Surinaamse instanties en personen zegden hun medewerking toe. Langzaam maar zeker kreeg het project vorm en ging het leven. Er werden poëzieworkshops voor schoolkinderen in Coronie gegeven door Celestine Raalte en tekenworkshops door docenten van de Nola Hatterman Art Academy.
Oudere mensen in Coronie vertelden ons hun levensverhaal, zongen een lied of demonstreerden hoe vroeger de rijst met de hand werd geplant. Jongeren poseerden vol trots voor een foto of lieten desgevraagd weten dat ze later ambtenaar wilden worden. Ondernemers lieten hun passie blijken, voor het telen van biologische rijst en tomaten of voor de nieuwe aanplant van kersenbomen. Of voor een lokaal radiostation.
En dan de huizen en andere gebouwen. We gingen, net als van de mensen, van ze houden, en gaven ze namen, zoals ‘het huis met het blauwe haar’, het ‘hartjeshuis’, of ‘het-huis-met-de-erker’. Honderden foto’s schoten we, van alle gebouwen langs de hoofdweg. We reden met de auto bij ochtend- en avondlicht langzaam van Mary’s Hope naar Burnside en weer terug om een film te maken: Mary’s Hope – Burnside – Mary’s Hope. Als je de film op dvd bekijkt, zie je Coronie langs je trekken. Ook van binnen werden gebouwen bekeken, opgemeten, details op foto gezet. Op basis van de metingen zijn tekeningen gemaakt, plattegronden en tekeningen in 3D. Als je ze ziet, is de verleiding groot om zo’n huis meteen weer te laten bouwen, van mooi hout, op een erf met kokospalmen eromheen. In ieder geval hoop je dat de gebouwen die er nu nog staan, het nodige onderhoud krijgen en nog jaren blijven staan.
Ineens was het november 2010, de maand waarin de resultaten van het project werden getoond. Op 19 november was de presentatie van het boek Dromers, doemdenkers en doorzetters, verhalen van mensen en gebouwen in Coronie. In het boek aandacht voor verleden en heden en een korte blik op de toekomst. Een momentopname – geen blauwdruk voor ontwikkeling, al wordt wel een aanzet gegeven voor het behoud van een aantal authentieke ‘dorpsgezichten’. Een paar ‘pareltjes’ van Coronie krijgen extra aandacht, zoals het openluchtmuseum van Oom Tjon en de gedichten en tekeningen die de schoolkinderen maakten.
Expositie
Tot 6 december is in Fort Zeelandia nog de expositie De verleiding van Coronie te zien. Hier wordt veel beeldmateriaal getoond dat tevens in het boek is opgenomen: oude kaarten en prenten, foto’s, de technische tekeningen, de video en de tekeningen die de schoolkinderen maakten.
Twee dagen later volgt de boekpresentatie in Coronie. Daarmee is de kring rond: de verhalen, foto’s en tekeningen worden teruggebracht naar waar ze vandaan komen. Eén van de personen die in Coronie een boek krijgt aangeboden, is Emanuel Esajas (21 jaar). Emanuel vroeg waarom we foto’s van alle huizen langs de weg maakten. “We vinden ze mooi”, zeiden we. Emanuel ging naar buiten, keek aandachtig naar de huizen en kwam de winkel weer in. “Jullie hebben gelijk, ze zijn mooi”, zei hij. “Bedankt. Jullie hebben me een sleutel gegeven om mijn ogen te openen.”