Nationale Kunstbeurs stelt concept bij
‘Twee beurzen zou beter zijn’
De Nationale Kunstbeurs is niet meer weg te denken uit de Surinaamse kunstwereld. Maar 45 jaar en talloze kritische opmerkingen later, was het volgens de organisatie tijd voor een andere aanpak. Voor critici misschien goed nieuws, voor sommige kunstenaars lag het anders.
Je kunt met woorden proberen uit te leggen wat voor invloed kunst heeft op mensen, maar iedere kunstliefhebber weet dat je het moet beleven. Het is daarom van groot belang dat mensen kennis kunnen maken met de actuele kunst. Die taak heeft de Nationale Kunstbeurs voor een groot deel op zich genomen.
De stichting stelt zich ten doel de beel-dende kunst, de beoefening hiervan en waardering hiervoor in ons land, te bevorderen. Ook de interesse van de schoolgaande jeugd voor de kunst, en het presenteren van recente werken aan een zo breed mogelijk publiek, vindt de organisatie belangrijk. Maar dat klinkt makkelijker dan het is. De kritieken op de beurs waren de afgelopen jaren dan ook hard en fel: de kwaliteit van de werken was te laag en de kunst werd vaak amateuristisch gepresenteerd. Kortom: tijd voor veranderingen.
Een van de journalisten die kritiek leverde op de NK is Hariandi Todirijo, die zelf een veelzijdig kunstenaar is. “De werken stonden door elkaar, foto-
realisme stond bijvoorbeeld naast abstracte kunst. Maar ook werd het slordig tentoongesteld. Niet alleen het niveau was laag, ook de afwerking was slecht.” Todirijo maakt zich zorgen om de jeugd die op deze onprofessionele manier in aanraking komt met de kunst. “De jeugd die kunstminnend wordt, krijgt zo een verkeerd beeld van kunst. Men beseft niet dat het gaat om een belangrijk deel van het land, dat zo wordt verpest.”
Niet alleen Todirijo was van mening dat er iets moest veranderen aan de kunstbeurs. Zowel vanuit de media als binnen de organisatie zelf werd commentaar gegeven.
Belangrijke veranderingen
Het NK- bestuur trok zich deze felle kritieken wel aan en besloot om tijdens het 45-jarig bestaan veranderingen toe te passen. De beurs kreeg een nieuwe opzet. De procedure om aan te melden werd op de schop genomen en de beoordeling op kwaliteit werd strenger. Nadat de afwijzingen waren gestuurd, werden boze telefoontjes gepleegd en e-mails vol vragen gestuurd. De veranderingen lieten de kunstenaars verward achter. Kunstenaars die jarenlang op de beurs exposeerden en nooit kritiek kregen en anderen die eerder wegkwamen met gemakzucht, werden nu afgewezen. Voor hen was het onduidelijk waarom zij werden afgewezen, want er werd niet specifiek aangegeven waarom de betreffende kunstenaar dit jaar niet kon deelnemen aan de beurs. Een van die kunstenaars is Patricia Braaf, zij exposeert al sinds 1999 op de beurs, maar werd dit jaar ook afgewezen. “De reden noemden ze niet. Ik via een e-mail om verduidelijking gevraagd, maar ik kreeg alsnog een algemeen verhaal. Ik hoef niet persé details te krijgen, maar ik zou wel graag willen weten op basis van welk van de genoemde aspecten ik ben geweigerd. Is mijn kwaliteit te laag of waren mijn bescheiden niet in orde?”
In de elf jaren dat zij op de beurs heeft gestaan, heeft zij nooit kritiek gekregen. Voor Braaf is het moeilijk te begrijpen waar de plotselinge afwijzing dan vandaan komt. Voor een kunstenares die vorig jaar voor het eerst meedeed aan de beurs, is het ook een kwestie van gissen naar de reden van de afwijzing. “Als ik weet wat de reden is voor mijn afwijzing, zou ik het volgend jaar anders kunnen doen,” laat zij weten. En dat is nou net wat er zo belangrijk is: beginnende kunstenaars hebben kritiek nodig om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Todirijo vindt het jammer dat de NK de afwijzingen op deze manier afhandelt. “De redenen zijn niet duidelijk. Terwijl het wel veelbelovende kunstenaars kunnen zijn, maar zij gewoon een aantal dingen moeten veranderen. Sommigen geven na dit soort afwijzingen op en proberen niet meer met kunst door te gaan. Dat is heel jammer.”
Patrick Tjon Jaw Chon, bestuurslid van de nationale kunstbeurs, is een heel andere mening toegedaan. “Wij zijn niet de juiste instantie om feedback te geven, vind ik”, reageert hij. “Daarvoor moet je bij een opleidingsinstituut zijn. De afwijzingen zijn zo diplomatiek mogelijk opgesteld, en dus heel algemeen. Als je echt specifiek wilt weten waarom, kun je altijd bellen.” Maar bij beide kunstenaressen is gebleken dat het erg veel moeite kost om erachter te komen wat de echte reden is voor de afwijzingen.
Gemakzucht
“Als mensen geweigerd worden, zal het of aan de kwaliteit liggen of aan de manier waarop het wordt ingeleverd.” zegt Tjon Jaw Chon. Met dit laatste doelt het bestuurslid op kunstenaars die de laatste jaren steeds gemakzuchtiger om gingen met de kunstbeurs. Werken werden te laat ingeleverd en foto’s en informatie te laat opgestuurd. “Er wordt veel te makkelijk over gedacht. Dan moeten we zelf vaak informatie zoeken en dat kost ons veel werk, terwijl wij hiernaast ook veel andere dingen doen. De verantwoordelijkheid ligt bij de kunstenaar. We hebben hier in het verleden wel eens een uitzondering voor gemaakt, maar nu willen wij niet meer. Je moet grenzen stellen: als je te laat inschrijft, is er geen plek meer.” Dat er in tegenstelling tot de voorgaande jaren geen uitzonderingen worden gemaakt, komt voor sommigen hard aan. George Struikelblok, die ieder jaar op de beurs staat, zal dit jaar niet te zien zijn, simpelweg omdat hij zich te laat inschreef. De uitzonderingen werden gemaakt en blijkbaar werden deze vanzelfsprekend voor kunstenaars. Tjon Jaw Chong is het er niet mee eens dat de onduidelijkheid in de hand gewerkt door plotseling te stoppen met het maken van uitzonderingen. “We hebben van tevoren een bespreking gehad met alle kunstenaars. Toen zijn alle veranderingen duidelijk besproken. We hebben aangegeven dat er nu strenger op gelet wordt. Het was dus duidelijk dat zaken gingen veranderen.”
Veranderingen
Hoewel verandering soms tijd neemt, schijnt de aanpak dit jaar inderdaad een beter resultaat gesorteerd te hebben.
Marieke Visser, schrijfster over de Surinaamse beeldende kunst, voelde zich een stuk vrijer bij het rondlopen op de beurs. “Dit jaar was er duidelijk meer ruimte, het was veel evenwichtiger. Dat vond ik heel prettig. Voor het eerst kon ik kunstwerken van een afstand bekijken, en waren de werken netjes gepresenteerd.” Ook was duidelijk dat er een selectie was gemaakt, en dat de werken duidelijker gecatalogiseerd waren. “Het is minder extreem zoals voorgaande jaren, dat amateuristische kunstenaars naast kunstenaars van hoog niveau stonden.”
Toch ziet Visser graag nog een aantal veranderingen. “Suriname is klaar voor een selectievere beurs. Een goed idee is om twee verschillende beurzen te organiseren. Een voor de beginnende kunstenaars, een voor de gevestigde kunstenaars.” Volgens Visser is er dus nog steeds plaats voor verbetering. Het is echter nog afwachten of deze nieuwe opzet zorgt voor een blijvende positieve verandering ten opzichte van het kwaliteitsniveau. En misschien dat met vijftig jaar NK zowel de gevestigde als beginnende kunstenaars aan bod kunnen komen. In ieder geval weet iedereen nu dat regels, regels zijn. Ook op de Nationale Kunstbeurs.