Wankele tussenbalans na eerste maanden Bouterse-1
Veel scheurtjes, weinig daden
Na ruim honderd dagen kan een eerste tussenbalans worden opgemaakt over de prestaties van de regering-Bouterse. Een balans die vooralsnog negatief uitslaat. Al de hoop en het optimisme ten spijt, gebaseerd op de verkiezingsbeloften, lijkt er weinig te veranderen na tien jaar regeringen-Venetiaan. Al meer dan honderd dagen wordt geroepen dat flink moet worden bezuinigd, maar dat lijkt niet te gelden voor politici en hun vrienden. Tegelijkertijd vertoont de coalitie nu al levensgrote scheuren.
Gillmore Hoefdraad, de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), mag iedere maand ruim 42.000 srd aan salaris op zijn bankrekening bijschrijven. De man die ervoor moet zorgen dat we met z’n allen de hand op de knip houden, verdient netto bijna twee keer zoveel als zijn voorganger, wijlen André Telting, en zelfs 1,5 keer zoveel als president Bouterse. Het staatshoofd probeerde het riante inkomen goed te praten met onder meer het argument dat Hoefdraad in een moeilijke privé-situatie zit (zijn zoon volgt een peperdure studie). Daar moet de belastingbetaler dus voor opdraaien. Ook de motivatie dat de econoom zijn glansrijke carrière bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor zijn nieuwe baan moest onderbreken, heeft bijgedragen aan de royale beloning. Hieruit zou je kunnen opmaken dat Hoefdraad zijn functie bij de CBvS eigenlijk beneden zijn stand vindt en daarvoor financieel gecompenseerd moet worden. Daar komt nog bij dat we niemand van de regering iets hebben horen zeggen over de veel lagere kosten van levensonderhoud in Suriname in vergelijking met Washington en andere standplaatsen van Hoefdraad. Daarmee is bij de vaststelling van zijn salaris geen rekening gehouden. Ook de motivatie van vicepresident Robert Ameerali dat Telting zestien maanden salaris kreeg en Hoefdraad maar twaalf, snijdt geen hout. Toen Ameerali ook nog de media de schuld van de consternatie rondom het salaris wilde geven, deden de journalisten iets wat in Suriname hoogst ongebruikelijk is: als één man dienden zij de vicepresident van repliek.
De kwestie-Hoefdraad is slecht één van de vele voorbeelden van hoe gemakzuchtig de regering-Bouterse denkt te kunnen omspringen met belastinggelden, zoals bij de peperdure verbouwing van het kantoor van minister Ramon Abrahams en andere kamers van zijn departement van Openbare Werken, onderhands aanbesteed en uitgevoerd door een familievriendje. Intussen hebben politici voor vele tonnen aan buitenlandse reisjes gemaakt en werd en passant voor een lieve maandelijkse som een toestel van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) geclaimd voor toekomstige tripjes die misschien nooit worden gemaakt. Dat laatste kun je nog beschouwen als een verkapte vorm van subsidie om de maatschappij in de lucht te houden, het nut van het eerste valt niet te meten. Niet alleen ten aanzien van het uitgavebeleid bestaan in de samenleving zorgen, ook andere garanties in de verkiezingscampagnes blijken vooralsnog hol te zijn. Zoals het terugdringen van het aantal ministeries, de verhoging van de AOV en het ‘afschaffen’ van de vriendjespolitiek bij benoemingen bij staatsbedrijven.
Bij de onderhandelingen voor de invulling van de Raden van Commissarissen (RvC) bij de SLM, lieten de heren politici zich weer van hun slechtste zijde zien. Zo vielen er harde (scheld)woorden toen RvC-lid Leo Brunswijk, broer van Ronny Brunswijk, werd geconfronteerd met zijn reisgedrag. Hij leek meer in de lucht dan bij RvC-vergaderingen aanwezig te zijn. Dat had volgens coalitiegenoten tot gevolg dat het bedrijf niet goed geleid werd. De kwestie was voor de ABOP van Brunswijk uiteindelijk geen aanleiding om uit de Mega Combinatie te stappen. Even later viel A Combinatie waar ABOP deel van uitmaakt, wel uit elkaar. Bij deze breuk ging het niet om ideologische verschillen, integendeel. Het breekpunt was dat combinatiegenoot BEP vond dat zij onvoldoende posities kreeg toebedeeld van de ABOP. Maar BEP blijft wel in de coalitie. De eerste weddenschappen over breuken binnen Bouterse-I zijn dus al gewonnen.
En dan hebben we eindelijk een minister, in de persoon van Martin Sastroredjo, die de indruk wekt dat hij de corrupte chaos op Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (ROGB) wil opruimen, willen Willy Soemita (KTPI) en Paul Somohardjo (Pertjajah Luhur) hem direct lozen. Wel begrijpelijk, want de kans is groot dat Sastroredjo de beerput, gevuld door zijn voorganger Michael Jong Tjien Fa en mogelijk ingefluisterd door Somohardjo, opentrekt. En daar zitten zijn Javaanse politieke verwanten niet op te wachten. Gelukkig kwam Bouterse niet tegemoet aan de wensen van Somohardjo en Soemita. Een pluspuntje voor het staatshoofd dus. Maar na ruim honderd dagen regering-Bouterse is de teleurstelling vooralsnog groot. Het was tot nu toe vooral veel van ‘We zullen dit, we willen dat en we gaan vooral niet zus en zo…’ Mooie woorden die in de praktijk niet zijn omgezet in daden. Maar de resterende regeerperiode is nog lang, dus wie weet. Tenzij de opzichtige scheuren onherstelbare breuken worden. Terwijl politici en hun vrienden vooral bezig zijn zichzelf lekker te positioneren/verrijken, Bouterse ondertussen potten lijm tekort komt om de coalitie niet uiteen te laten vallen, wacht het volk ongeduldig op maatregelen die er echt toe doen.