Faya Lobi
Kilo’s sjouwen
Een bezoek aan de Brownsberg is niet compleet zonder een trip naar de watervallen. Dat is vooral in de regentijd een fikse glij- en klimpartij en toch de moeite waard. Maar met een dosis overgewicht kan het een hel zijn, bleek tijdens mijn tweede bezoek. Eigenlijk had ik na mijn eerste vallentocht al besloten dat ik indrukken had opgedaan voor het leven en zeker geen behoefte meer had aan nog zo’n vrijwillige martelgang. Maar aangespoord door een zeurderige wildlife ranger, besloot ik het toch te wagen.
De Wittikreek zou onze volgende bestemming zijn en ik moest me niet druk maken want ‘ik ga je helpen’, beloofde de ranger. In het begin ging het goed, maar net toen ik de Wittikreek kon horen en zelfs ruiken, verdraaide ik mijn enkel tijdens de zoveelste glijpartij. Slecht nieuws, want we waren drie uren verwijderd van het plateau, ik was zwaar en de sterke mannen waren (plotseling) nergens te vinden.
Maar de ranger voegde de daad bij het woord en met haar steun keerde ik kruipend en hinkend terug naar boven. Een kwartier later stootte ik mijn zere voet echter weer. Toen gaf mijn helper haar eenzame strijd op en ging hulp halen. Twee uurtjes later werd, door een groep van rangers, met takken en touw een
geïmproviseerde schommel gemaakt, waarop ik mocht zitten. Even overwoog iemand om mij aan handen en voeten aan een stok te binden en met hangend hoofd te vervoeren, maar gelukkig werd het toch de eerste optie. En toen pas realiseerde ik het resultaat van mijn overgewicht, want er waren vier dragers nodig om met de schommel op hun schouder bergopwaarts te gaan. Ik moest een aantal keer krachttermen aanhoren terwijl wij tergend langzaam vooruit kwamen. Steeds vaker werd keihard geroepen: ‘Mijn God dame, je bent zwaar hoor’. Mijn schuldgevoel bereikte een hoogtepunt, zo hoog zelfs dat ik besloot acuut op dieet te gaan. Na een bijzonder moeizame tocht, kwamen wij bij het vallen van de nacht aan op het logeeremplacement. Voor de rangers was het een prestatie dus ik moest met schommel en al op de foto en het verhaal ging als een lopend vuurtje. Ik kan je niet zeggen hoeveel keer ik twijfelend en na bevestiging proestend werd aangesproken door iemand die mij had herkend op de foto. De laatste keer vertelde een vriend zelfs brullend van het lachen het verhaal, terwijl ik erbij was. Gelukkig wist niemand dat ik degene was over wie het ging, dus lachte ik mee als een boer met kiespijn. Na die ervaring had ik er genoeg van. De eerstvolgende keer dat ik daarna de Brownsberg bezocht, verdween die schommelfoto op mysterieuze wijze van de muur.