Devotie en vreugde
Vroeger zag je ze alleen in de tempels, maar de laatste jaren prijken beelden van Hindoegoden vaker op erven van mensen of langs het water zoals bij de Kameelbrug, de Wijdenboschbrug en het bedevaartsoord Rameshwaram te Weg naar Zee. Suriname telt nog maar één actieve Surinaamse beeldhouwer.
Bij het bedevaartsoord Rameshwaram zijn beelden in alle variaties te zien. Van alle Hindoegoden is er wel een afbeelding te vinden, de ene nog mooier dan de andere. Het veertien metershoge Vishnubeeld is het grootste, gevolgd door die van Shiva en Lakshmi van elk twaalf meter. Bij veel beelden staat ook vermeld door wie ze zijn geschonken.
Langs de Kameelbrug schiet Ganga Mata op een grote kaaiman eruit, terwijl je de kolossale beelden van Hanuman, Shiva en Ganga bij de Wijdenboschbrug, niet kan missen. Op het erf van veel Sanatani’s, Hindoes van de Sanatan Dharm stroming, staat in een hoekje een ovale steen met daaromheen een slang. De steen, Shivling, staat symbool voor het universum, terwijl de slang altijd bij Shiva aanwezig is. Elke ochtend wordt daar door huisgenoten gebeden en er wordt water of melk met honing, bloemen en bladeren geofferd. De laatste jaren kiezen veel Hindoes er ook voor om een groot beeld op het erf neer te zetten.
Geloof
“Een goede ontwikkeling”, noemt beeldhouwer Jagdieshpersad Monorath deze nieuwe trend. Een prachtige stenen tijger en leeuw sieren het erf van Monorath die al langer dan 45 jaar bezig is het met maken van Hindoebeelden. Hij is op dit moment de enige Surinamer die actief is in het maken van Hindoegoden.
Kunstenaar Krishnapersad Khedoe, die ook enkele tientallen beelden heeft gemaakt, doet het vanwege gezondheidsredenen rustig aan. “Veel mensen gaan langs de beelden en ervaren een stukje devotie en vreugde. Sommige mensen voelen zich erdoor gesterkt. Ook als je het hoofd buigt en nederigheid betuigt, heb je iets goeds gedaan. Het beeld is een middel. Net zoals je een lepel nodig hebt om het voedsel naar je mond te brengen en de maag te vullen, zo helpt het beeld ons om God te bereiken.”
De murti sthapana, de plaatsing van het beeld, gaat met veel rituelen en ceremonies gepaard. De dag waarop dit plaatsvindt, wordt door een pandit volgens de Hindoe-kalender astrologisch bepaald. “We gaan ervan uit dat na de ceremonies God in het beeld leeft. Veel heeft te maken met het geloof. In het Hindi zeggen we: “Mano to dev, na mano to pathar (als je erin gelooft is het God, anders gewoon steen)”, zegt Ramon Bajnath, voorzitter van het Bedevaartsoord Rameshwaram.
Niet alleen de murthi sthapana is een belangrijke ceremonie.
Concentratie en meditatie
Het moment waarop de beeldhouwer begint met het vervaardigen van het beeld en het gevoel dat hij erin legt, zijn niet minder belangrijk.“Concentratie, meditatie, gebed en het aanroepen van de Almachtige om een goed beeld neer te zetten zoals de opdrachtgever dat wil, horen erbij”, vertelt Monorath. Daarom deed het hem enorm veel pijn toen in 2008 drie van zijn beelden bij de Wijdenboschbrug werden vernield. “De daders dachten waarschijnlijk dat ze God iets aandeden, maar het beeld is alleen maar een middel. God kunnen ze niks maken. Hun straf zullen ze zondermeer krijgen.”
Zijn eerste beeld maakte Monorath toen hij achttien jaar was. Het was een gipsbeeld van Vishnu dat hij zijn moeder cadeau deed. “Volgens mijn moeder probeerde mijn vader ook beelden te maken toen ze zwanger was van mij. De kleien beelden gingen steeds kapot en mijn moeder wenste toen dat ze een zoon zou krijgen die een handige beeldhouwer zou worden. Toen ik haar het eerste beeld schonk, was ze echt blij en zegende mij. Ik maakte een beeld van Vishnu, omdat vroeger algemeen werd aangenomen dat Hij de grootste Schepper was. Ik aanbid Vishnu nog steeds, maar ben toegewijd aan Shiva.” Zijn tweede beeld werd dan ook dat van Shiva dat door een pandit werd opgekocht. Gestimuleerd door de verkoop van het tweede beeld, maakte Monorath een beeld van Krishna, dat ook snel van de hand ging. De echte boost kreeg hij kort daarna van pandit Ishwardath Gangaram Panday die zo weg was van zijn werken, dat hij besloot over het hele land tempels te laten bouwen. De beelden hiervoor bestelde hij bij Monorath. “Het was vroeger erg moeilijk om murti’s (beelden) te vinden. Daarom had je ook weinig mandirs (tempels). Immers een tempel zonder murti is geen tempel.” De beelden van Monorath zijn tegenwoordig in alle tempels in Suriname te vinden. Zijn zoon Darsan, die het werk van zijn vader leert, gaat vaker langs de tempels om de beelden opnieuw te schilderen en op te knappen. Hij is intussen ook bedreven in het maken van de Shivlings en slangen. “Ik heb de gave om beelden te maken nog niet. Ik weet zeker dat het op een dag zal komen. Voorlopig hou ik het op schilderen en de slangenkoppen”, zegt hij.
Zorg
In het begin maakte Monorath alle beelden van gips. Tegenwoordig gebruikt hij voornamelijk cement en ijzer. Een beetje gips doet hij erbij om het beeld snel te laten drogen. Afhankelijk van de grootte en het soort beeld dat hij moet maken, heeft hij enkele uren tot een week nodig. “Bepaalde beelden die ik vaker heb gemaakt, gaan heel snel. Maar als ik een beeld van bijvoorbeeld Doerga Mata moet maken, dan heb ik meer tijd nodig. Ze heeft acht armen, heel wat bijouterieën en ze zit op een tijger of leeuw. Dit alles vergt extra tijd en zorg.” Het gelaat is voor Monorath het belangrijkste. “Elk beeld is anders. Het gezicht moet aantrekkelijk zijn. Je moet er graag naar willen kijken.”
Als beeldhouwer heeft Monorath de afgelopen 45 jaren veel meegemaakt. Wonderen noemt hij deze ervaringen. Eens was hij bezig bij iemand thuis een beeld opnieuw te schilderen toen twee kinderen bij hem kwamen zitten en gefascineerd bleven kijken naar zijn werk. Van de eigenaar vernam hij later dat er geen kinderen daar wonen en er ook niemand over de vloer komt. “Ik denk dat het Radha Krishna was”, zegt Monorath. Wonderbaarlijk noemt hij ook het moment dat ze een Gayatrie Mata beeld in de Surya tempel moesten krijgen. Het beeld leek vanzelf omhoog te gaan. Ook in minder goede tijden, toen hij weinig werk kreeg, zag Monorath geweldige dingen gebeuren. “Ik bleef bidden tot God dat alles wat gebeurde Zijn wil was. Na een tijdje maakten de minder goede tijden plaats voor veel werk en opdrachten. Ik bleef immers altijd beeldhouwen. Dat is mijn verslaving.”
Plastic
Het grootste beeld dat Monorath totnogtoe heeft gemaakt is het ruim twee meter hoge Doerga Mata op Maho in district Saramacca. Aan dat beeld heeft hij ruim een maand gewerkt. De grote beelden te Weg naar Zee zijn door de Guyanees Radj Pahlad vervaardigd. Over de concurrentie die Monorath van de Guyanezen en Chinese winkels ondervindt, is hij gemoedelijk. “Ze zijn goedkoop, maar niet mooi. De meeste beelden in de Chinese winkels zijn van plastic gemaakt. Ik heb laatst een artikel gelezen dat daarin urine van varkens zit vermengd. De markt is nu inderdaad verzadigd, maar met de zegen van God heb ik altijd werk.”
Monorath is pas terug uit India en is geïnspireerd om nieuwe dingen te doen. Zo wil hij zich de komende tijd gaan richten op het maken van olifantenkoppen en portretten van mensen.