Veel stempels, weinig communicatie
Met een goed gevoel ’s morgens de deur uit naar de Vreemdelingendienst om mijn ‘vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd in Suriname’ op te halen aan de Jagernath Lachmonstraat. Nog even en ik ben officieel inwoner van Suriname. Hoewel, er blijken toch nog wat onbegrijpelijke bureaucratische hobbels, alvorens ik daadwerkelijk mijn papieren in orde krijg.
Klokslag acht uur gaat de deur van de Vreemdelingendienst open. Het is rustig. Weinig ‘vreemdelingen’. Ik hoor mijn naam roepen, een vrouw overhandigt mij de beschikking. Ik krijg een klein strookje papier waarop staat: ‘Voor het verder afstempelen van uw beschikking dient u zich te wenden tot de Vreemdelingendienst, het hoofdkantoor van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) en het wijkkantoor van het CBB. Dus alleen een serie stempeltjes her en der halen, niets meer en niets minder.
Ik moet door naar een ander loket van de Vreemdelingendienst, twee ingangen verder. Bij dat loket geef ik mijn paspoort en de beschikking af. Ik moet hier (weer) een stempel krijgen. Maar, tot mijn stomme verbazing vertelt de vrouw dat ze een pasfoto van mij nodig heeft. Vreemd, want volgens mij heeft het ministerie inmiddels al een plakboek vol met foto’s en documenten. Wat is met die foto’s en documenten gebeurd? Ook is mij door niemand verteld dat ik een pasfoto moest meenemen. De dame die mij te woord staat, erkent de slechte informatievoorziening, maar desalniettemin moet ik een pasfoto halen. Snel naar huis dus, pasfoto halen, en weer snel terug. Maar nog steeds overheerst het positieve gevoel: ik mag blijven van minister Misiedjan.
Terug bij de Vreemdelingendienst mèt pasfoto. Gelukkig gaat de afhandeling vlotjes. Met een extra stempeltje loop ik naar het CBB, afdeling Vreemdelingen Registratie. Via een smoezelige ruimte beland ik in een gang waar achter een glazen loket twee dames zitten. Ik overhandig de beschikking en mijn paspoort en denk snel klaar te kunnen zijn. Maar nee hoor: ‘Heeft u een kopie van uw inschrijving in het geboorteregister van de plaats waar u geboren bent en een kopie van uw huwelijksakte?’
Niemand heeft mij verteld dat ik die twee documenten mee moest nemen. Documenten die al in april via het Surinaamse consulaat naar de Vreemdelingendienst waren gestuurd. Kennelijk werken instanties in Suriname langs elkaar heen en is de mogelijkheid van gekoppelde computerbestanden nog onbekend.
Er hangt wel een A-4tje achter het glas waarop staat welke documenten moeten worden overlegd. Maar alles is immers al bij het ministerie. Voor het ontbreken van de stukken moet ik twee formuliertjes ondertekenen, daarna naar ‘de eerste trap’ om bij het loket ‘Inspektie’ een ‘id-nummer’ en een ‘zx-nummer’ te halen en vervolgens terug naar ‘de tweede trap’. Geen idee wat die nummers zijn. Maar goed, weer een stempel op mijn beschikking. Hup, naar buiten, terug naar het eerste loket. Geen problemen verder. Snel naar Burgerzaken van Latour om me in te laten schrijven als nieuwe inwoner.
In het kantoor van Burgerzaken Latour ga ik voor loket 6 staan, ‘Inschrijvingen’. Een oudere, chagrijnige, dame zit achter het glas. Ik laat haar de beschikking zien. Inmiddels is het iets voor elf uur. Tot mijn stomme verbazing zegt de vrouw dat ze gaat eten. Ze is niet voor rede vatbaar en plaatst een simpel stukje karton met de tekst: ‘SCHAFTEN’ . En weg is ze. Ik blijf perplex staan. Er komt een jong meisje achter het loket zitten. Sloom, traag, ongeïnteresseerd. Ook zij wil niet helpen. Ondertussen loopt ander personeel dralend achter de loketten rond.
Uiteindelijk neemt een andere vrouwelijke ambtenaar de moeite om te helpen. Of ik een uittreksel uit het geboorteregister en een kopie van mijn huwelijksakte bij mij heb.
Die heeft ze toch echt nodig. Ik laat haar de door mij op het hoofdkantoor van het CBB ingevulde formuliertjes zien, maar daar wordt ze koud noch warm van. Ik moet toch echt terugkomen met die twee documenten. Weer huiswaarts. Gelukkig heb ik thuis nog twee kopietjes van de benodigde documenten liggen. De volgende ochtend ben ik om iets over half acht bij Burgerzaken Latour. Lange rijen voor de andere loketten. Ik hoor veel gemor, gemopper en zie ijsberende Surinamers. De dame die mij inschrijft, zie ik in de weer met grote vellen papier en carbonpapier. Alles gebeurt nog met de pen, geen computer te zien. Ik zie dat de dame mijn kopie uittreksel geboorteregister bekijkt. ‘Steenwijk, ligt dat in Nederland?’ vraagt ze. Ik krijg een lap papier mee als bewijs van mijn inschrijving Nu ben ik dus echt en officieel in Suriname!