De kinderen van Siloam
Curaçao kennen wij vooral als exotisch en paradijselijk vakantieeiland. Dat er achter het vrolijke schild van zon, zee en strand een hoop ellende schuilt, vergeten we gemakshalve. Een plek waar de ellende opeengehoopt lijkt te zijn, is het Christelijk Herstellingsoord Siloam, even voorbij het dorp Soto, zo’n 25 kilometer buiten Willemstad. Hier hebben ernstig zieke kinderen, die door de familie vaak aan hun lot zijn overgelaten, een thuis gekregen. Een thuis waar op liefdevolle manier het vaak loodzware leven draaglijk wordt gemaakt.
Zo’n acht jaar geleden bezochten we het Christelijk Herstellingsoord Siloam voor het eerst. Herman Gijsbers en zijn vrouw Bep verzorgden daar zo’n veertien kinderen die allemaal iets gemeen met elkaar hadden: ze waren doodziek. De meeste letterlijk, hun levensverwachting was beperkt. Nu, acht jaar later, blijken twaalf van de veertien kinderen te zijn overleden, sommigen aan de gevolgen van aids, anderen door aangeboren afwijkingen of dodelijke ziektes als kanker.
De benaming herstellingsoord lijkt dus wat misplaatst, van heel veel kinderen staat immers vooraf vast dat ze zullen overlijden. Of, zoals Herman dat zegt, “ze gaan over hun lijden heen.” Vele tientallen kinderen hebben Herman en Bep in de twintig jaar dat ze bezig zijn, al begraven. Dat gaat geen mens in de koude kleren zitten, dus Herman ook niet. Hij staart even voor zich uit. “Je bouwt natuurlijk een band met een kind op, dus het doet mij zeker iets. Ik ben misschien een grote vent met een grote bek, Als ik weer een kind moet begraven, sta ik daarbij te janken, daar schaam ik mij niet voor”, zegt Herman, bladerend door boeken vol foto’s van kinderen die er inmiddels niet meer zijn.
Hij laat een foto zien van Dino, die op achtjarige leeftijd overleed. “Hij was zo ziek, hij wilde zelf niet meer. Vlak voor zijn dood vroeg hij of er ook een McDonalds in de hemel is. Ik zei ‘vast wel jongen, vast wel’. Wat moet je anders zeggen?”
Misschien morgen dood
Een combinatie van diepgeworteld geloof en een no nonsense houding zorgt er voor dat Herman en Bep het volhouden. “En je krijgt er zoveel liefde voor terug van de kinderen, daar zijn we heel dankbaar voor.” Het echtpaar kwam in 1989 naar Curaçao. Na wat ander sociaal werk, begonnen ze een kleine vijftien jaar geleden met het herstellingsoord.
Momenteel verblijven in Siloam twaalf kinderen in de leeftijd van één tot achttien jaar, stuk voor stuk met een trieste achtergrond. Zoals de vierjarige Robin, die als baby van enkele weken door de artsen was opgegeven en meer dood dan levend aan de zorg van Herman en Bep werd toevertrouwd. “Kijk, nu springt hij hier vrolijk rond”, zegt Herman, wijzend op een gezond ogend knaapje dat zich voor het huis met een speelgoedauto vermaakt. Maar schijn bedriegt: “Hij gaat wel dood, misschien morgen, misschien pas over een jaar. De hoofdslagader in zijn lies is zo groot als een vuist en kan ieder moment knappen. Dat is niet te opereren. De artsen zeggen dat ze niet kunnen garanderen dat hij blijft leven, ik kan echter niet garanderen dat hij doodgaat. We moeten het afwachten. Kijk, ik ben geen arts. Wat dat betreft kan ik niets voor deze kinderen doen, ik kan alleen maar liefde geven.”
Er volgen andere verhalen die ieder normaal mens het verstand te boven gaan. “Zo hebben we hier een baby van drie weken binnengekregen met een gebroken bovenbeen, een schedelbasisfractuur en een beschadigde milt en lever. Dat arme kind was door de familie als voetbal gebruikt. Daarnaast hebben we kinderen met hartziekten, krijgen we crackbaby’s. Probleem bij baby’s is vaak dat ze niet zijn verzekerd als ze hier komen, terwijl ze wel nadrukkelijk medische zorg nodig hebben. Gelukkig hebben we een goede samenwerking met de artsen in het ziekenhuis, maar uiteindelijk moeten de kosten wel worden betaald. Bovendien worden bepaalde kosten, als er wel sprake is van een verzekering, niet altijd door de maatschappijen gedekt. Zij beschikken daardoor in feite over leven en dood.”
Hiv/aids
Regelmatig komen bij Siloam kinderen met hiv/aids. Het oord is wrang genoeg de enige plek op het eiland waar ze welkom zijn en de juiste zorg krijgen. “Als je de autoriteiten mag geloven, bestaat aids op Curaçao niet. Men wìl niet weten dat het er is, want dat zou weleens slecht kunnen zijn voor het toerisme. Zoals men ook niet wil weten dat er enorme armoede is. Ik probeer mensen al jaren te overtuigen dat er vreselijk veel ellende op het eiland is en welke gevolgen dit heeft. Maar ik ben niet op Curaçao gekomen om te vechten met de overheid, ik ben hier voor de kinderen.”
En met die kinderen is Herman dag en nacht bezig. “Ik sta iedere ochtend om vijf uur op en ben de hele dag in de weer met het vervoer van de kinderen, ziekenhuisbezoeken, school en andere dingen. Rond zeven uur ’s avonds gaan de kinderen langzaam aan weer naar bed, om elf uur krijgen ze hun medicijen en doen we nog een plasronde. Daarna ga ik zelf naar bed. En dat zeven dagen per week. Je hebt een roeping of niet…”
Nieuw paviljoen
Subsidie krijgt Siloam niet. “Ik kan het wel aanvragen, maar er is toch geen geld. Dus waarom zou ik mij druk maken? We zijn nu volledig afhankelijk van donaties van particulieren en bedrijven. En de kosten die we moeten maken, zijn enorm. Naast de gewone dingen zoals voeding, moeten we bijvoorbeeld ook medicijnen aanschaffen en hebben we zo nu en dan de kosten voor een begrafenis.”
Ondanks die zware lasten, hebben Herman en Bep zojuist een grote droom in vervulling zien gaan: de bouw van een ruim en modern paviljoen, waar de zorg aan de kinderen kan worden geoptimaliseerd. Met tien slaapkamers, inclusief speciale ruimten voor terminaal zieke kinderen en hun eventuele familieleden. Het geheel is gefinancierd met schenkingen. “We kunnen vanaf nu meer kinderen opvangen, maar het blijft een druppel op een gloeiende plaat. We doen echter wat we kunnen.
“En ach, als een wens van ons is uitgekomen of het weer goed gaat men een kind dat doodziek was, zeg ik ‘dank u wel Here’ en we gaan weer verder. Wat dat betreft ben ik een echte Rotterdammer: je moet niet teveel
ouwehoeren, maar de mouwen opstropen en de zaken beetpakken.”
De namen van de kinderen zijn om privacyredenen gefingeerd. Meer weten over Siloam? Ga naar www.siloamvillage.org