Bouwen in het Wilde Westen
Er heerst chaos in een deel van de bouwsector. Regelgeving wordt niet nageleefd, controle is er al helemaal niet. Parbode ging op onderzoek uit en komt tot de conclusie dat de lamlendigheid op het ministerie van Openbare Werken veel misstanden in de hand werkt. Want juist door het gebrek aan toezicht, hebben veel aannemers met bedenkelijke reputaties, vrij spel. Met alle gevolgen voor opdrachtgevers en veiligheid van dien.
Gaandeweg ons onderzoek bij het ministerie van Openbare Werken (OW) vragen we ons voortdurend af of de puinhoop ooit neutraal te beschrijven zal zijn. Het gebouw aan de Jagernath Lachmonstraat zonder gevaar voor eigen leven betreden, is overigens onmogelijk: overal hangen stroomdraden los uit de muur, zonder enige isolatie; best bijzonder bij Bouw- en Woningtoezicht.
Het kolossale kantoor huisvest honderden ambtenaren, die zelfs niet de schijn ophouden aan het werk te zijn. Of moet je het positief zien? Dat het meer een sociale voorziening is in een land zonder werklozenuitkering? Dat je van de straat bent? Werkervaring opdoet? Of leer je zo nooit wat werken is? En drukken de loonkosten niet te zwaar op de staatsbegroting?
We zijn ettelijke keren het hele ministerie doorgelopen, en met genoegen: het is er gezellig, iedereen neemt alle tijd te babbelen. Het gebouw ademt Surinaamse gastvrijheid en de transparantie is bijzonder, dit maak je nergens meer mee. De bewakers in de portiersloge slaan geen acht op bezoekers, dus je kunt zo naar binnen wandelen, door de kilometerslange gangen dwalen en door de ramen de werknemers zien zitten. Men zwaait terug! Colonnes houtluizen trekken langs de muren, zich niets aantrekkend van de doordringende lysolgeur. Veel toiletten blijken kapot, maar verderop zijn lekkere broodjes te koop en de boodschappen voor thuis halen de ambtenaren achter het ministerie, waar boeren hun wagens vol kippen en groenten leegverkopen: OW is een dorp op zich.
De honderden ambtenaren doen vooral niets. Vrijwel nergens zijn computers en die er zijn, worden gebruikt voor spelletjes. Als ergens gewerkt wordt, is nog de vraag voor wie, want ambtenaren klussen bij en maken bouwtekeningen als hosselklusje. Dat mag officieel niet, maar het is een secundaire arbeidsvoorwaarde en voor opdrachtgevers aantrekkelijk als de controle door de tekenaar zelf gedaan wordt. Er ligt een man op zijn bureau te slapen, uitgestrekt alsof hij dood is. Een half uur later even checken: hij ligt er nog. Tegenover hem peuzelt een ambtenaar haar broodje, iets verderop lost een collega een kruiswoordpuzzel op, dus hij zal nog wel leven. In een ander vertrek slaapt een ambtenaar onderuitgezakt in een stoel, de mond wijd open, benen gespreid en het jurkje opgekruld.
Baas Abrahams
Ramon Abrahams (prominent NDP-er) is pas negen maanden minister van OW en kan je moeilijk verantwoordelijk stellen voor de situatie, want het is in tientallen jaren zo gegroeid. Vlak voor de verkiezingen in mei 2010 stelde de regering-Venetiaan nota bene nog 250 ambtenaren extra aan op OW, in de ijdele hoop daarmee herverkiezing te verzekeren. Maar, dit terzijde, als iemand in ons land de verkiezing van Bouterse heeft bevorderd, dan is het Venetiaan wel. Abrahams is inmiddels begonnen medewerkers met tijdelijke contracten af te laten vloeien, maar vlot gaat dat niet. Ook het wagenpark van OW werd vooral privé gebruikt. Abrahams heeft tientallen bedrijfsauto’s in beslag genomen. Wagens die zelfs door spookambtenaren gebruikt werden, lieden die nooit hoefden te werken, maar die wel elke vrijdagmiddag naar OW togen om gratis te tanken.
Verbouwing werkkamers
Abrahams nam een moedig besluit op OW minister te worden, want werd daarmee verantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Zijn eerste beslissing echter, de verbouwing van zijn werkkamers voor 650.000 srd werd in de media zo breed uitgemeten, dat hij het achteraf zal betreuren. Niet slim het onderhands aan te besteden aan dochter en schoonzoon en dan ook nog ter verdediging aan te voeren dat het om een hele vleugel van het gebouw zou gaan, wat we nagemeten hebben: er klopt niets van, want het gigantische bedrag (ongeveer vijfhonderd maandsalarissen) werd besteed aan slechts vier procent van het totale oppervlak van het ministerie.
Natuurlijk moet Abrahams keuzes maken, maar is het tactisch in een superkantoor te resideren, terwijl de halve stad onderloopt, mede omdat van de vier kolkenzuigers er twee kapot op OW staan? De nieuwbakken minister wil kennelijk een stevig profiel neerzetten als ‘een tweede Bouterse’, de ex-sergeant Abrahams die zo graag de zeventiende couppleger had willen zijn, maar destijds in de cel zat. Moeizame start dus, maar wie weet wordt vanuit zijn koninklijke suite later een verstandig beleid gevoerd.
Dat verstandige beleid moet onder meer inhouden dat vanuit het ministerie ook daadwerkelijk wordt gecontroleerd dat bestaande regels. Is de bouwer bevoegd om te bouwen, zijn alle vergunningen in orde en wordt wel volgens de gestelde voorwaarden gebouwd? Want aan die controle ontbreekt het nu, dankzij de lamlendigheid op het departement. Kenneth Lim A Po, directeur van bouwbedrijf Kiesel, heeft weinig woorden nodig: “De regels zijn er, maar ze worden niet nageleefd, het is in de bouw Wild West. Aannemersvergunningen worden niet gecontroleerd, net als die van architecten. Bouwtekeningen worden trouwens vooral door ‘vriendjes’ op OW gedaan”. Lim A Po zegt weinig last te hebben van de sterke opkomst van Chinese aannemers, het zijn meer de kleine Surinaamse bouwbedrijven die er onder lijden. Controleer een Chinees maar eens op werktijden: ze moeten formeel een overwerkvergunning hebben, ongevallenverzekering, ga zo maar door. Niemand controleert dat, er is wel een soort bouwpolitie, die vanuit OW elke dag uit rijden gaan. Maar waarheen?
“Ze hebben de stad in wijken verdeeld, maar we zien ze nooit.” Een anonieme uitvoerder van een ander bouwbedrijf bevestigt dat de controle op de bouw weinig voorstelt. Ze checken of er een bouwvergunning is, meten de vereiste afstand tot de buren en dat soort dingen, maar nooit of de tekening gevolgd wordt of dat de juiste materialen worden gebruikt. Ze rijden maar wat, misschien hosselen ze bij.
De directeur van Kiesel kan zich vooral kwaad maken over hoe aanbestedingen verlopen. Als voorbeeld geeft hij het nieuwe Hoofdbureau van Politie, een miljoenenproject. Er waren terecht veel eisen gesteld aan de inschrijvers, zoals een referentielijst waarop je moest aangeven welke grote projecten op je naam stonden. “Wij hadden met gemak gewonnen, wat zeg ik, het gebouw had er al gestaan.”
Maar ja, de vorige minister was Hindostaan, dus het moest bouwbedrijf Jankie worden, sterk in Bollywood-paleizen, maar geen enkele ervaring met grote projecten. Toen werd vanuit OW die eis geschrapt, referenties hoefden niet meer en Jankie kreeg het zodoende. Je ziet het resultaat, de bouw ligt al maanden stil, ze kunnen zoiets groots niet organiseren. Lim A Po bepleit strakke regels rond aanbesteding en een sterke aannemersvereniging, maar niemand wil zich daarvoor inzetten.
Ondernemingsgeest
Er blijkt trouwens een Algemene Aannemers Vereniging (AAV) te zijn, maar wie ze vertegenwoordigt, is onduidelijk. Dr Henry Blinker, beleidsmedewerker op OW en docent aan de ADEK Universiteit, zei (volgens De West) na afsluiting van de cursus ‘uitvoerende bouw’ dat deze cursus navolging verdient, maar dat veel afhangt van de ondernemingsgeest in de bouw. Volgens Blinker ligt hier een taak voor de AAV. Een voor de hand liggend voorstel van een buitenlandse consultant, maar van een goed ingevoerde Surinamer een wonderlijk advies, want de AAV bestaat nauwelijks. De telefoon wordt niet opgenomen en de AAV blijkt na vluchtig onderzoek weinig meer dan het persoonlijke vehikel van voorzitter Anthony Wong om, centraal in een netwerk gelegen, eigen opdrachten te verzamelen.
Bij de AAV is een handjevol leden actief en daaronder zeker geen ‘bouw-Chinezen’ Hier is een vergelijk mogelijk met de Vereniging van Kleine Winkeliers. Waren er in 1985 nog tweeduizend winkels waarvan tachtig procent Hindostaans, 25 jaar later zijn het er al zevenduizend, maar voor negentig procent Chinees, waarvan niemand lid wil worden van de Hindostaanse club. Voorzitter Rudi Balak is een slimme man en loste het probleem elegant op: “We vertegenwoordigen nu iedereen, want we vragen geen contributie meer.”
Bij de AAV vertegenwoordigt Anthony Wong ook iedereen, maar vooral zichzelf. Het is overigens de vraag of hij aannemer is, toch vreemd voor een voorzitter van de Algemene Aannemersvereniging. In het handelsregister staat zijn bedrijf Tessco bij importeurs, niet bij aannemers. Bij het ministerie van Handel en Industrie (HI) blijkt het dossier van Tessco onvolledig. Volgens mevrouw Kromotaroeno is het dossier een keer opgeschoond en ze vermoedt dat de vergunning van een voorganger steeds is verlengd. Wong is wellicht commercieel directeur, maar heeft op eigen naam bij HI geen papieren. Maar vervolgt Kromotaroeno: “Het kan zijn dat de vergunning van een zekere Tammenga is”, en ze voegt er veelzeggend aan toe: “als je een paar keer wat bouwt in Suriname, kan je dat als referentie opgeven bij OW en dan krijg je alsnog een aannemersvergunning”.
Tessco en Overbridge
Of Wong aannemer is en zo ja, hoe hij aan die vergunning kwam, blijft de vraag. Een feit is dat hij vooral importeert, zoals airco’s en zwevende plafonds. Probleem is dat hij niets weet van het installeren van die dingen, juist de taak van een aannemer. Hij huurt los personeel in voor het installatiewerk. Vastgoedbedrijf DDD, dat slechte ervaringen heeft met de installatie van airco’s en plafonds door Wong, geeft als commentaar: ‘De factuur klopte al niet. Staat er opeens een fikse transportvergoeding bijgeschreven, terwijl de offerte daarover niets vermeldde en de spullen gewoon bij de monteurs in de wagen lagen. Na protest bleek het een ‘vergissing’, maar het lijkt meer op een vaste truc. Het systeemplafond werd niet vastgemaakt aan de betonconstructie, maar aan loshangende aircobuizen, dus het hele plafond verzakte. De metalen koppelhuizen van de integrale airco boven de zwevende plafonds bleken afgedekt met glaswoldekens, maar dat moet nou juist niet. Een airco-installateur hoort dit te weten, want glaswoldekens nemen condensatievocht op en gaan lekken. Met zoiets haal je net de opleverdatum, een timing die Wong beheerst’.
Fenton Wagino van Newtech, professioneel bedrijf in airco’s, bevestigt dit: “Een glaswoldeken gaat nooit lukken. Je gebruikt daarvoor T3-platen, een soort foam dat niet verpulvert. Er is wel een variant met glaswol, maar dan zit het ingeklemd tussen plastic folie en ijzeren ringen, dat kan wel. Een losse deken is uit den boze.”
De voorzitter van de AAV zou het goede voorbeeld moeten geven, maar integendeel. Tessco’s aanpak heeft tot gevolg dat de plafondplaten gaan doorlekken en dat vuilniszakken vol glaswolsmurrie van het plafond moeten worden geschept. Wong is er op aangesproken, hij zou het repareren en nieuwe platen leveren. DDD: “Mails werden beantwoord met mooie beloften, maar hij is geen enkele nagekomen.”
Vader Henri Wong, rijk geworden met de verkoop van Hotel Ambassador aan het casinowezen, bleek de hoofdaannemer te zijn, hoewel als zodanig onbekend op de site van het handelsregister. Henri Wong is tegenwoordig eigenaar van recreatieoord Overbridge. Als je daar een perceel koopt, gaat Wong voor je bouwen en zoonlief hangt de airco’s op. Slim bedacht, maar Wong senior huurt ook los personeel in. Zodoende moest een door bouwbedrijf Overbridge aangelegde tegelvloer kort na oplevering weer verwijderd worden. De tegels braken, omdat het cement alleen in het midden aangebracht was. Reclameren had geen zin, na het geld ontvangen te hebben, is Overbridge onbereikbaar.
Buitenlandse bouwvakkers
Hoe kunnen Tessco en Overbridge als bedrijf overleven? En hoe kan Henry Blinker de AAV aanbevelen? De verklaring ligt in de intieme sfeer van Paramaribo, de ritselclub waar vrienden elkaar de bal toespelen. Opdrachten komen toch wel, hoe slecht je het ook doet. Kenmerkend was dat zelfs een architectenbureau onder lekkende plafonds moest werken, waarmee Tessco toekomstige opdrachten verspeelde.
Een ander voorbeeld is de demontage van de houten blikloods van Brandon om verplaatst te worden naar Fort Nieuw Amsterdam. Het moest een voorbeeldproject worden, met veel Nederlands subsidiegeld, vooral verstrekt om leerlingen van de Technische School op te leiden in het vak van restaureren.
In die periode zegt Anthony Wong in de krant dat hij ‘bang is voor oneerlijke concurrentie van Aziatische bouwvakkers. Die werken voor minder dan de helft van wat Surinaamse werklieden verdienen. Als het zo doorgaat dan zijn we de pisang!’ (dWT, 11 juli 2008). Verderop: ‘Dan zal het volk brodeloos worden’.
De AAV-topman heeft een onbehaaglijk gevoel over de toekomst. Hij vermoedt dat nog meer Aziatische bouwlieden in het land neerstrijken. ‘Niet alleen voor woningbouw, maar ook voor grote openbare werken. Als dit gebeurt, zitten zeker vijfduizend personen zonder werk’, zegt Wong bezorgd. Hij wisselt hier van pet en lijkt vakbondsvoorzitter te zijn geworden.
Op de site van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) komen we hem opnieuw tegen: ‘Tessco is belast met het ontmantelen van de oude blikslager. Ze wordt daarbij bijgestaan door Jan Blok en Victor Kersten, twee Nederlandse deskundigen van het Zuiderzeemuseum, een internationaal gerenommeerd openluchtmuseum te Enkhuizen. De SGES is belast met de coördinatie c.q. toezicht op het project’.
Victor Kersten, weer in het Zuiderzeemuseum, verklaart: “Het liep totaal niet. We hebben Anthony Wong nooit gezien, directeur Stephen Fokké van SGES kwam wel eens kijken. Van de opleiding kwam helemaal niets terecht. We kregen van Wong goedkope Brazilianen die we via een tolk alles moesten uitleggen. Niks kennisoverdracht aan Surinamers.”
Verder onderzoek leert dat in eerste instantie restauratietimmerman Yayo de klus zou doen en dat hij ook de opleiding zou verzorgen. Maar op die manier werd alles zo duur dat er voor de opdrachtgevers niks aan het project viel te verdienen. Dus kwamen ze via Arty Lamur, tweede man bij SGES, man terecht bij bevriende Anthony Wong. Die deed het graag, maar inderdaad allemaal Brazilianen. Niemand van hen is in het vak gebleven (bron Yayo).
Verbazend dat Fokké dit allemaal liet passeren, juist voor de restauratie van houten panden is expertise van groot belang. De beroerde gang van zaken lijkt er echter niet toe te doen, want in 2009, het jaar daarop, volgt een riante beloning voor Anthony Wong: ‘Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting heeft met de ondertekening van drie overeenkomsten een aanzet gegeven voor vergroting van de productiecapaciteit van de bouw in Suriname. Het gaat om financiële ondersteuning aan o.a. de Algemene Aannemers Vereniging. De financiering zal geschieden uit middelen van het Sectorfonds. De overeenkomsten werden mede ondertekend door Anthony Wong en Henry Blinker’ (Dagblad Suriname, 1-8-2009).
Zo gaat het dus, het zijn steeds dezelfde heren en het Sectorfonds is in diepe slaap. Het zou interessant zijn de geldstromen te volgen, want wie controleert Anthony Wong? Wat blijft waar aan de strijkstok hangen? En gaat hij met subsidiegeld weer Brazilianen inhuren?
Tips voor de bouwer
De consumenten van de bouwsector, ofwel de opdrachtgevers, zijn in het door Lim A Po van Kiesel zo kernachtig geformuleerde Wilde Westen vooral op zichzelf aangewezen. Je kan niet achterover leunen. Een rondgang onder opdrachtgevers laat het volgende beeld zien: of een aannemer een vergunning heeft, zegt niets. Je moet voortdurend controleren! Worden de bouwmaterialen gebruikt die in het bestek staan? Houdt men zich aan de afgesproken planning? Vragen aannemers voorschotten, om daarna niet meer te verschijnen? Worden inferieure Chinese bouwmaterialen gebruikt, waarvan de opdruk Germany ‘originees’ blijkt te zijn?
Van de overheid is niets te verwachten. De bouwvergunning is het moeizaam verworven bioscoopkaartje voor een Western, waar je met pistool op de heup moet zien te overleven. Vraag referenties, twijfel aan het vakmanschap van de bouwvakker, bewaak het bouwproces elke dag, geef geen voorschotten, controleer bouwmaterialen. Alleen op die manier lukt het en kan je een prachtige panden neerzetten.