Hash is meer dan bier en versnipperd papier
Iedere maandagmiddag verzamelen ze zich op de meest uiteenlopende plaatsen: de Hash House Harriers. Ze rennen en wandelen wekelijks door buurten waar veel anderen nooit komen en leren onbekende plekken kennen. De wijze waarop ze dat doen lijkt in eerste instantie puberaal, met veel getoeter, misleidende bewegwijzering en na afloop het nodige bier. Tijd dus om de wandelschoenen aan te trekken en zelf te ondervinden wat al die deelnemers nu zo aantrekt in de Hash.
Maleisië, 1938: een Britse diplomaat besloot, na een weekeinde met veel bier, maandag na het werk een stukje te gaan rennen om zijn conditie weer op peil – en de alcohol uit zijn lijf – te krijgen. Dat beviel hem zo goed, dat hij besloot dit elke maandagmiddag te gaan doen. Goed voorbeeld doet goed volgen en spoedig sloten enkele collega’s zich bij hem aan. Aanvankelijk was het vertrekpunt een chique Chinees restaurant dat de naam The Hash House droeg. Maar steeds dezelfde route lopen gaat vervelen en dus werd na enige tijd besloten wekelijks ergens anders te starten. De Chinees, bang zijn omzet te verliezen, besloot de troep te laten volgen met een bakfiets vol koud bier. En zo is volgens de overlevering de Hash geboren: als groep een eind hardlopen op maandagmiddag om van je kater af te komen en terug fit te worden, om vervolgens weer dorst te krijgen en tenslotte te socialiseren met veel, heel veel koud bier.
Diplomaten worden na enkele jaren overgeplaatst, zo ook deze heren, en in hun nieuwe standplaatsen werd de wekelijkse traditie voortgezet. 73 jaar na dato wordt op meer dan 120 plaatsen in de wereld de Hash gelopen. Sinds 1989 is er ook een Hash in Paramaribo.
Engelse jachthond
Omdat de traditie ontstond bij The Hash House en omdat aanvankelijk alleen maar hardlopers meededen, werd de groep Hash House Harriers genoemd, naar de snelle Engelse jachthond van het ras Harrier. Maar al gauw meldden ook vrienden, vriendinnen en zelfs kinderen zich aan bij de start. Het gevolg was dat verschillen in conditie en snelheid ontstonden, ofwel een groep renners en een groep wandelaars. Er zijn toen enkele eenvoudige regels bedacht om de twee groepen bij elkaar te houden. Die regels zijn opgesteld naar het voorbeeld van de Engelse jacht, de Hash is van oorsprong immers Brits.
Degenen die het spoor uitzetten, zijn de Hares, ofwel de hazen. Degenen die op maandagmiddag het spoor volgen zijn de Hounds, de honden. Elke week worden via loting twee of drie Hares aangewezen die een route uitzetten. Eerst beslissen ze waar Home zal zijn, de start- en tevens finishplaats. Van daaruit zetten ze een route uit die ze markeren met hoopjes versnipperd papier.
In de route, circa vijf kilometer voor de wandelaars en 7,5 kilometer voor de renners, zijn ook valse sporen en dwaalsporen opgenomen. Als de Hash van start gaat, lopen de renners voorop. Op verschillende momenten komen ze een van versnipperd papier gemaakt kruis tegen, een zogeheten cutback, wat betekent dat ze terug moeten keren naar de laatst gepasseerde zijweg of kruising. Meestal zijn de wandelaars intussen ook op dat punt aangekomen. Op die manier blijven de twee groepen bij elkaar in de buurt. Verder kan op een kruising een papieren cirkel liggen, een check, waarbij de renners uit de verschillende richtingen die ze in kunnen gaan de juiste richting moeten zien te vinden. Als het goede spoor is gevonden, wordt door hen luidkeels ‘On-On’ geroepen, om de juiste richting aan te geven. Soms klinkt de Hash-Horn, een jachthoorn, in het gezelschap, bedoeld om de groep enigszins bij elkaar te houden. Elke Hash heeft drie tot vier checks en evenveel cutbacks. Hierdoor komen de renners aan het door hen geprefereerde aantal kilometers, terwijl de wandelaars een voor hen prettige afstand lopen. Na ongeveer een uur komt iedereen min of meer gelijk aan op Home, waar het koude bier klaar staat en de sociale kant van de Hash, de After-Hash, begint.
Het witte verleden
Anne de Vries, die al sinds het prille begin in 1989 in Suriname vrijwel iedere week meedoet, vertelde me over de Hash. Toen ik het thuis nog eens door mijn geheugen liet gaan, klonk het me toch allemaal een beetje vreemd in de oren. Dat volwassen mensen al rennend ‘On-On’ roepen, dat de leden een soort jachthonden zijn die een spoor moeten zoeken en dan daarna een partijtje gaan zitten bier hijsen en dat één van de heren dan nota bene op een jachthoorn toetert… Anne had gezegd dat ik toch maar eens mee moest lopen, het was niet alleen gezond, maar ook gezellig. Bovendien leerde je volgens hem ook stad en land beter kennen, omdat je met de Hash in buurten komt waar je anders niets te zoeken hebt.
Ik had ze wel eens langs mijn huis zien rennen, vroeger. Dat was een overwegend witte vertoning: veel witte mensen in witte kleren en sommigen droegen wijde korte broeken, waaruit die echte melkflesbenen staken. Zelf ook wit, vond ik ze maar een malle bezienswaardigheid en geen haar op mijn hoofd dacht toentertijd eraan om ze te vergezellen. Anne zei dat oorspronkelijk inderdaad vooral blanke mensen meededen, maar dat in de loop der tijd dit karakter bewust is afgeschud en dat de PH3, Paramaribo Hash House Harriers, nu volkomen Surinaams is. Ik geloofde hem maar half, maar besloot toch om zijn advies ‘Give it a try’ ter harte te nemen en proefondervindelijk vast te stellen hoe het is om met de Hash House Harriers mee te lopen.
Ware bezienswaardigheid
De eerste Hash die ik meeloop heeft als verzamelpunt een leeg perceel aan de Saramaccastraat. De voorzitter houdt een kleine toespraak en bezoekers die meelopen worden voorgesteld: dit keer zijn er een paar Hash-wandelaars uit Amerika. Buitenlanders die meelopen, leren zo de stad een beetje kennen en maken meteen contact met plaatselijke bewoners. En Anne had gelijk, ik zie direct een gemengd Surinaams publiek van zowel ouderen als jongeren, mannen als vrouwen. De Hash voert dit keer door de straatjes van Frimangron en ja hoor, de Hashers zijn nog steeds een ware bezienswaardigheid. De vrouwen zijn op straat gekomen en staan met de armen over elkaar en met de kleintjes aan hun rokken, ze lachen ons vriendelijk toe. De mannen zeggen soms wat ondeugends en op de muurtjes staan de tieners om ook vooral maar niets te missen. De bewoners zijn vriendelijk gestemd. Ik fiets wel eens door Frimangron, maar dan ga je zo snel dat je nauwelijks iets ziet van de wijk. Al wandelend kun je rustig kijken door de poorten tot ver op de achtererven, waar nog een huisje achter een huisje achter nog een huisje staat. Het is alsof ik in een driedimensionaal schilderij loop.
Na alle bedrijvigheid in de kleine straatjes lopen we, nog steeds in stevige pas, terug naar de drukke Saramaccastraat. Daar gaan we een onopvallende poort door, lopen een heel stuk naar achteren richting Surinamerivier en ineens zijn we in een oase van rust. Water klotst tegen de keien, zeeschepen liggen geduldig aan de oevers. Op een echte Surinaamse hoge bank, omzoomd met wat struikgewas, drinken we het koude bier bij een kampvuur. Kapoentje – aan het lidmaatschap blijkt een bijnaam gekoppeld te zijn – komt naar voren en hij speelt op zijn jachthoorn een lied voor Iron Lady, die vandaag jarig is. Ik ben verkocht, ik word diezelfde avond nog lid.
De Pistolero Bar
Mijn tweede Hash, een week later, is uitgezet in de omgeving van Lelydorp. Hash lid Lucky Luck woont daar in de buurt en heeft een route uitgezet die begint bij een authentiek, in hout opgetrokken, Chinees winkeltje. Het lijkt zo uit het Wilde Westen te zijn overgeplaatst en wordt door ons omgedoopt in De Pistolero Bar. Een stokoud vrouwtje, negentig jaar heb ik me laten vertellen, runt het zaakje met haar zoon. Op een hoge plank zien we een strijkijzer staan dat nog uit de tijd van president Jules Wijdenbosch stamt en voor Sf 34.000 geprijsd is. In een uitstalkast liggen voor 0,50 srd piepkleine rode metalen blikjes met tijgerbalsem, die vandaag bijna allemaal over de toonbank gaan. Nostalgische herinneringen aan onze kindertijd schuiven in onze broekzakken.
De run gaat door een prachtig gebied, dat de meesten van ons nooit eerder gezien hebben. Het is er schoon, de erven zijn geharkt en de tieners met hun brommers staan onder bomen met hun liefjes. De route loopt via zandwegen, achtererven en door een grote tuin met velden sierplanten, omzoomd door vruchtbomen: een goed lopend exportbedrijf. Het doet ons allemaal goed om een nieuw stukje van Suriname ontdekt te hebben.
Anne de Vries heeft geen woord overdreven: ‘The Hash, just give it a try’.