FayaLobi
Hosseljournalisten
Een journalist is volgens mijn woordenboek ‘iemand die zorgt voor informatieverschaffing via de media’. Ik zou daar aan willen toevoegen: en doet dat op objectieve wijze en volledig onafhankelijk, niet beperkt door politieke, commerciële of andere invloeden. In die eerste categorie lopen er in ons land honderden rond, in de tweede zijn ze op de vingers van pakweg twee handen te tellen. Er zijn voorbeelden te over van mediawerkers die op het ene moment het nieuws brengen en het volgende ogenblik uitgebreid reclame maken, Bijvoorbeeld voor afslankproducten of bromfietsen. Nu kun je het de journalisten in kwestie meestal niet kwalijk nemen dat ze bijklussen.
Ook media-eigenaren betalen hun personeel vaak te weinig om fatsoenlijk van rond te komen. Kernvraag is hoe geloofwaardig een journalist is die er tal van bijbaantjes op nahoudt. Verschillende petten op het juiste moment van elkaar gescheiden houden, is immers moeilijk. Wat als uit onderzoek blijkt dat het afslankproduct of die aangeprezen brom levensgevaarlijk blijkt te zijn? Zal de mediawerker in kwestie dat dan ook durven melden in het nieuwsprogramma? Ik denk het niet. Het is de dood van de journalistiek, die in Suriname toch al van een niet te hoog niveau is. Aan onderzoeksjournalistiek wordt bijvoorbeeld nauwelijks gedaan. Dat valt ook mediadirecteuren te verwijten, die daar geen geld en mankracht voor willen of kunnen vrijmaken. Het draait dus vaak om geld dat journalisten een bijbaantje hebben. Aan de andere kant, als ze meer willen verdienen, dan zullen ze dat moeten afdwingen. Menig mediawerker is de naam journalist en het salaris dat daar aan gekoppeld is echter ook niet waard. Ik luister niet zelden met plaatsvervangende schaamte naar de vraagstelling van collega’s tijdens persconferenties en interviews: soms lijkt het wel alsof de vragensteller geen enkel benul heeft waar het over gaat. Een kwestie van voorbereiden, zou je zeggen. Maar ook dat behoort niet tot de capaciteiten van bepaalde mediawerkers. Er ligt hier een schone taak voor de Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname (SBJS), overigens bij gebrek aan activiteiten van de totaal tandenloze Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ): breng mediawerkers de fijnste kneepjes van het vak bij en doordring ze van het belang van schone journalistiek. Dan komen de waardering en de passende beloning vanzelf.