Miscommunicatie, paniek, verdriet en dood in de gezondheidszorg
In de gezondheidszorg lopen zaken niet elke dag op rolletjes. Vaak genoeg staan we zelfs verbaasd dat er geen grotere ongelukken gebeuren. Soms gaat het echt goed mis en slaat de verbazing om in ontzetting. Op 21 februari stierf, als gevolg van een verkeers-ongeluk, de 22-jarige bromfietser Oemesh Singh. Hij lag in het Streekziekenhuis van Nickerie. Daar hoorde hij op dat moment niet meer te zijn. Gezien zijn toestand, had hij al in Paramaribo op de Intensive Care moeten liggen. Maar in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) was geen plaats en het Diakonessenhuis weigerde hem op te nemen. Hoe kon dit gebeuren? Waar is het misgegaan? Wie heeft er fouten gemaakt? Vast staat dat onder meer geld belangrijker bleek te zijn dan de gezondheid van het slachtoffer. Een reconstructie.
In de nacht van zaterdag 19 op zondag 20 februari bromde Oemesh Singh fluitend naar huis. De weg was leeg en verlaten. Tenminste, dat dacht hij. In de bocht van de Maynardstraat, ter hoogte van aannemersbedrijf Baitali, doemde plotseling een wit bestelbusje op. Te laat. Met een luide knal werd de ongelukkige bromfietser aangereden en belandde aan de andere kant van de trens. Het busje reed door. Oemesh bleef zwaargewond achter. Hij moet daar een tijdje hebben gelegen, voordat de politie werd gewaarschuwd. Pas om kwart voor vier in de ochtend kreeg de dienstdoende wachtzuster van het Streekziekenhuis Nickerie (SZN) melding van een zware aanrijding aan de Maynardstraat. Ze stuurde direct een ambulance.
Volgens het rapport van de Spoedeisende Hulp van het SZN was bij binnenkomst niet direct te achterhalen wie het slachtoffer was. De familie wist nog van niks. ‘De patiënt was wel aanspreekbaar, maar niet helder van geest. Hij klaagde over pijn en was erg onrustig’. Op het eerste gezicht waren er verwondingen aan de buik en het rechter bovenbeen. Er werden foto’s gemaakt en om half twaalf die ochtend werd Oemesh geopereerd. De chirurg ontdekte scheuren in de lever en veel bloed in de buikholte. Vooral vanwege het vele bloedverlies en de problemen bij het stelpen, werd overplaatsing naar de Intensive Care noodzakelijk geacht. Het SZN beschikt niet daarover. Oemesh moest naar Paramaribo en wel zo snel mogelijk.
De chirurg van het SZN, drs. Veen belt naar het AZP, maar de Intensive Care daar ligt tjokvol. Bij het St. Vincentius Ziekenhuis krijgt hij te horen dat ze geen traumapatiënten opnemen. Tegen één uur ’s middags heeft hij drs. Bergen, de dienstdoende chirurg van het Diakonessenhuis, aan de telefoon. “Drs. Bergen had een plaats beschikbaar op de intensive care en was bereid de patiënt op te nemen”, vertelde Veen later. Maar Bergen had er ook bij gezegd dat de algemeen directeur van het SZN eerst moest afstemmen met de algemeen directeur van het Diakonessenhuis. Namens het SZN belt bestuursvoorzitter Lila vervolgens met directeur Rakesh Gangaram Panday van het Diakonessenhuis.
Telefoon
Zondagmiddag om half vier gaat zijn mobiele telefoon. Bestuursvoorzitter Lila vertelt dat hij moest bellen in verband met de overname van een patiënt uit het SZN. Hij kan niet aangeven waarom die niet naar het AZP kon. Ook wist hij niets over de conditie. Gangaram Panday zegt aan Lila dat opname alleen mogelijk is als er vooraf betaald werd. De directeur wil dus geld zien, en wel het verschil tussen de opnamekosten en de te verwachten vergoeding van het ministerie van Sociale Zaken. Want Oemesh was Guyanees en illegaal in Suriname. Voor de wet bestond hij dus eigenlijk niet. Een garantstelling van het SZN accepteert hij niet. “Een ziekenhuis staat garant voor zijn personeel, niet voor patiënten.”
In Nickerie had de familie Singh intussen met veel moeite geld bij elkaar gesprokkeld. Ze dachten dat het om vervoerskosten ging. Duizend srd, om precies te zijn. Want zoveel kost een ambulance naar Paramaribo. Ze brachten het naar het SZN. Daar kregen ze te horen dat het transport was afgelast. Er was geen plaats in Paramaribo. In de vroege ochtend van maandag 21 februari overlijdt Oemesh Singh aan de gevolgen van inwendig bloedverlies.
Illegaal
Gangaram Panday noch Lila, kunnen zich herinneren op welke manier in hun telefonische onderhandelingen op zondagmiddag 20 februari is gesproken over de ernst van Singh’s conditie. Beide heren verklaarden achteraf ‘dat de medische aspecten rond de patiënt niet duidelijk zijn besproken en dat er zeker niet is gesproken over een levensbedreigende situatie’. Het gesprek ging alleen over de financiële kanten van de opname. De transportkosten speelden daarbij nauwelijks een rol. Ze wisten dus dat Oemesh een illegale Guyanees was, zonder ziektekostenverzekering.
Het zat Gangaram Panday niet lekker. De volgende dag – Oemesh was toen al overleden, maar in Paramaribo wisten ze dat nog niet – belde hij naar de medisch directeur van het AZP, drs. Lindy Liauw-Kie-Fa, om met haar de regels voor verwijzing nog eens door te nemen. Hij zei daarbij dat ‘het Diakonessenhuis de kosten van de zorg voor de patiënten van Sozavo niet langer kon dragen’.
Onderzoek
Dood van een patiënt door medisch falen, is niet ongewoon in onze gezondheidszorg. Vaak heeft het te maken met nonchalance, onjuiste diagnose, slechte organisatie, verkeerde medicatie en soms zelfs met minachting voor de patiënt. In de meeste gevallen wordt de casus met een overdaad aan specialistische termen afgedekt. Er bestaat een Medisch Tucht College in Suriname, maar je hoort daar maar bitter weinig van. Rechtszaken en schadeclaims maken doorgaans weinig kans.
In het geval van Oemesh Singh betrof het een verkeersongeval, dat alleen al daardoor extra aandacht kreeg en waarbij de publieke verontwaardiging zich vooral richtte op de weigering om de patiënt op te nemen.
Het ministerie van Volksgezondheid, kon hier dan ook niet zomaar omheen en stelde een onderzoek in. Drs. Th. Hiemcke en zijn collega Mahender Mangroo van de Inspectie Volksgezondheid concluderen in hun rapport dat er ernstige fouten zijn gemaakt. De algemeen directeur van het Diakonessenhuis, Rakesh Gangaram Panday, wordt niet gespaard, maar volgens de onderzoekers hebben ook de dienstdoende specialisten gefaald in de onderlinge communicatie en bij de controle van beoordelingen en besluiten.
Levensbedreigend
De indicatie dat Oemesh terstond naar de intensive care moest, had vooral te maken met het inwendig bloedverlies en de moeizame pogingen in Nickerie om dat te stelpen. Volgens de behandelende chirurg van SZN, drs. Herman Veen, ademde de patiënt op zondag nog spontaan. Dat was dus niet de reden om hem naar Paramaribo te transporteren. Zelfs als zich beademingsproblemen hadden voorgedaan, dan zou het lokale ziekenhuis daar tijdelijk in kunnen voorzien. Het was duidelijk dat er een oplossing moest worden gevonden voor het bloedverlies. Het SZN beschikte immers niet over voldoende voorraad bloed. Ook drs. Bergen van het Diakonessenhuis vond dat Oemesh Singh zo snel mogelijk moest worden overgeplaatst naar het Diakonessenhuis. Merkwaardig genoeg heeft hij zich weinig moeite getroost om zijn algemeen directeur daarvan te overtuigen. Integendeel, hij heeft zich zonder morren neergelegd bij diens – op z’n zachtst gezegd – twijfelachtige beslissing. Eén en ander zou er op kunnen wijzen dat de specialisten de ernst van de situatie hebben onderschat. Maar ook dat is niet erg waarschijnlijk. Sterker nog, in het onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid wordt koeltjes vastgesteld dat “de kans dat de patiënt het vervoer per ambulance naar Paramaribo en de opname in de Intensive Care van het Diakonessenhuis zou hebben overleefd, buitengewoon klein lijkt”.
Een nieuwe, cynische conclusie dringt zich op. Misschien was Oemar Singh tegen de achtergrond van de heersende omstandigheden in Suriname, in de ogen van de moderne, calculerende medicus op die bewuste zondagmiddag al afgeschreven…. De ziekenhuizen klagen steen en been. Dat doen ze al jaren. Elke maand is het weer de vraag of er genoeg geld op de rekening staat om de lonen te betalen. De overheid subsidieert druppelsgewijs, ze veronderstelt dat de instellingen op den duur hun eigen broek moeten kunnen ophouden.
Bezuinigingen
Maar diezelfde overheid weigert iets te doen aan de inkomstenkant, bijvoorbeeld door de ligdagtarieven te verhogen. Zo kan er niet worden geïnvesteerd, de apparatuur wordt niet meer vervangen en de post afschrijvingen is allang uit de boeken verdwenen. Directie en bestuur van de ziekenhuisinstellingen raken in paniek en stellen rigide richtlijnen vast om erger te voorkomen. Eén van die richtlijnen in het Diakonessenhuis was dat bij opname van min- of onvermogende patiënten altijd moet worden afgestemd met de algemeen directeur. Tenzij er sprake is van een levensbedreigende situatie.
Zo kon het dus gebeuren dat directeur Gangaram Panday op die noodlottige zondagmiddag van 20 februari rechtstreeks betrokken raakte bij de overplaatsing van Oemesh Singh uit Nickerie. Niemand weet met welke zorgen Gangaram Panday op dat moment rondliep. Een algemeen directeur is verantwoordelijk voor de totale organisatie, dus ook voor de boekhouding, de schulden, de achterstallige betalingen van de overheid en de stijgende loonkosten als gevolg van FISO-II. Die problemen laten je niet los als je op vrijdagmiddag je werkkamer afsluit. Alleen daarom al is het onverantwoordelijk dat een algemeen directeur zich rechtstreeks met het opnamebeleid bemoeit. Of dat nu binnen of buiten werkuren gebeurt. Gangaram Panday weigerde opname van Oemesh Singh, omdat hij niet direct zekerheid kreeg over de betaling van de kosten en bovenal niet op de hoogte zou zijn geweest van de levensbedreigende situatie waarin Oemesh verkeerde.
Schuldigen
In deze zaak is het moeilijk om hoofdschuldigen aan te wijzen. Maar alle lijnen lopen uiteindelijk richting de regering Bouterse-Ameerali, die weigert de gezondheidszorg aan te pakken en verzuimt een humaan betalingsstelsel te hanteren om de zorginstellingen overeind te houden. Dat de ziekenhuizen regels vaststellen voor opname van on- en minvermogende patiënten, is tegen die achtergrond begrijpelijk. Het is natuurlijk wel de vraag of je de onderkant van de samenleving moet straffen voor het falende regeringsbeleid. De grootste kostenposten van de ziekenhuizen zijn personeel, apparatuur en onderhoud. Maar de ziekenhuizen verdienen te weinig om dat zelf te betalen. De regering zal daarom met de zorginstellingen, het Staatsziekenfonds (SZF) en de particuliere verzekeringsmaatschappijen aan tafel moeten om overeenstemming te bereiken over de verhoging van de ligdagtarieven. Het is onvermijdelijk dat de premies dan ook omhoog gaan.
En dat is niet het enige. Het SZF is op meer punten toe aan een grondige herstructurering. Zo zou de volksverzekeraar eens moeten afstappen van de kruidenierspolitiek om zijn patiënten maar een beperkt specialistenbezoek toe te staan. Het gaat hier immers wel om de gezondheid van mensen. De onderzoekers van de Inspectie voor de Volksgezondheid formuleren het als volgt: ‘Indien de overheid tijdig had gezorgd voor goede financiële verhoudingen in de ziekenhuizen, was dit leed en nog veel onbekend verdriet onze samenleving bespaard gebleven’.