EuroSuri
Chris Polanen woont en werkt als dierenarts en schrijver in Nederland
Stagiaires in Suriname
Ook dit jaar waren er weer dierenartsassistenten nodig voor de actie waarbij wij in twee weken tijd zoveel mogelijk Surinaamse honden zouden steriliseren. Stagiai-res dus. Dit jaar waren de meisjes die zich meldden, een stuk jonger dan vorig jaar. Sommigen achttien, anderen nog maar zeventien.
Op de voorlichtingsavond die wij (Stichting Vrienden Dierenbescherming Suriname) voor de meisjes organiseren, komen behalve de meisjes ook bijna alle ouders. Ze bekijken ons onderzoekend, argwanend zelfs. Alsof hun dochter voor het eerst met een vriendje uitgaat en ze drommels goed weten wat er allemaal kan gebeuren. Hun voornaamste zorg is toezicht. “Zal er toezicht zijn op de meisjes? Blijft er tot het einde toezicht? Zonder toezicht kunnen ze daar echt niet blijven hoor.” Ik hoor de angst in de stemmen. Zelf vader van een tienerdochter, kan ik mij het wel voorstellen.
Ik kijk mijn medebestuursleden aan. Wie van ons gaat toezicht houden op de meisjes? Het toezicht dat de ouders bedoelen, zal buiten kantooruren moeten plaatsvinden. Ik zie mijzelf diep in de nacht halfdood in een hoek van een disco hangen. Met ogen die ik nauwelijks open kan houden, observeer ik de interacties van de meisjes met Surinaamse jongens. We antwoorden voorzichtig. Er zal een docent van de school meegaan en wij zullen natuurlijk een oogje in het zeil houden, maar constant toezicht… De ouders vragen door. “Is het veilig voor de meisjes? Komt er veel aids voor in Suriname?” “Er lopen natuurlijk veel Nederlandse stagiaires in Paramaribo rond”, antwoord ik, “en eh… het is niet echt onveilig.”
De ouders gaan gelukkig niet verder in op het begrip veiligheid. Maar hoe zat het met aids? Terwijl ik nog nadenk over een diplomatiek antwoord, kiest mijn medebestuurlid Mirna voor een duidelijk advies. “Surinaamse jongens kunnen erg charmant zijn, maar ga er maar niet mee naar bed”, zegt ze. Ik probeer mijn lachen in te houden. Aan de gezichten van de ouders zie ik dat ze dit onderwerp allesbehalve grappig vinden. Geen van de bestuursleden voelt zich geroepen het verhaal te vertellen van één van de stagiaires van vorig jaar, die verliefd werd op een Surinaamse jongen en kort daarop naar Suriname vertrok.
Tot onze verbazing geven de ouders uiteindelijk toch toestemming en een maand later beginnen we aan de klus, waarvan ik uit ervaring weet dat deze zowel voor dierenartsen als assistenten slopend zal zijn.
De meisjes zijn nog onervaren, maar leren snel. Ze laten zich niet ontmoedigen door de hitte of de insecten die hen, ondanks alle repellents, lek prikken. Ze wennen snel aan het bloed, de urine, de vlooien en de teken waar ze de hele dag door mee geconfronteerd worden.
Ze trotseren op hun fietsen felle zon, tropische buien en Surinaamse mannen. Huiveren van de kakkerlakken die hun kamers doorkruisen. Schrikken van een zwerver die zijn broek voor ze laat zakken. Ergeren zich aan de chauffeur met wie ze honden gaan ophalen, die vaak verdwaalt en ze aan zijn zoon probeert te koppelen.
Ze zien schrijnende gevallen van verwaarloosde en mishandelde honden. Maken kennis met Surinaamse gastvrijheid en gezelligheid, genieten van het Surinaamse eten dat ze elke dag op het asiel krijgen en vragen elke dag wanneer ze pom krijgen (ze hebben er over gehoord en lijken erdoor geobsedeerd).
Ze maken kennis met het Surinaams-Nederlands. Ze worden ‘poppetjes’ genoemd en de honden ‘wijfjes.’ Ze sluiten vriendschap met de jonge chauffeurs van de taxicentrale die ze veilig door het nachtelijke Paramaribo loodsen en ze nog meer Surinaamse uitdrukkingen leren.
Na twee weken zijn de meisjes aan het eind van hun krachten. “Leuk, leerzaam, maar heel zwaar”, oordelen ze over de stage. Wij prijzen ze om hun inzet en het tempo waarin ze geleerd hebben.
Als de drugshond bij aankomst op Schiphol aan onze handbagage snuffelt, hoor ik één van de meisjes zeggen: “Moet dit wijfje niet gesteriliseerd worden?”
“Nee poppetje, dit is een rashond, wij opereren alleen Surinaamse straathonden”, antwoordt een ander. Ze hebben echt veel geleerd.