Films & Zo, juli 2011
Good Hair
Als er in het woordenboek een specifieke betekenis zou moeten zijn voor ‘goed haar’, dan zou het een omschrijving moeten zijn van haar dat vanwege de stevigheid, kleur of vorm uitschiet boven ander haar van dezelfde soort. Wie echter in Suriname, of elk ander land waar de Afrikaanse diaspora wortel heeft geschoten, is opgegroeid, weet dat de term ‘goed haar’ een hele andere connotatie heeft dan bovengenoemde.
‘Goed haar’ heeft als gevoelsmatige betekenis platgezegd haar dat niet al te kroes is, dus minimaal met grotere krullen.
Acteur en stand up comedian Chris Rock, is dan ook oprecht geschokt als zijn zes jaar oude dochter op een dag huilend thuiskomt, omdat ze geen goed haar zou hebben. Uiteraard is het knappe meisje verdrietig, omdat ze geen stijl, blond haar heeft. Rock, die natuurlijk goed op de hoogte is van deze culturele last, ondervindt nu de impact van dit alles aan den lijve nu het zijn eigen dochter betreft. Hij besluit op onderzoek uit te gaan naar de houding van zwarte Amerikaanse vrouwen (en mannen) ten opzichte van hun haar.
Regisseur en filmmaker Jeff Stilson volgt in Good Hair Rock langs diverse kapsalons, kapperszaken, verschillende hair style shows en bij beroemdheden thuis, die een boekje opendoen over de maatschappelijke voordelen van stijl, Europees en ontkroest haar. Dit resulteert in een hilarische en tegelijkertijd onthutsende documentaire over mannen en vrouwen die zichzelf letterlijk in de schulden werken om met een maatschappelijk aanvaardbare curly of relaxer voor de dag te komen. Onthutsend omdat een groot deel van de geïnterviewden, die soms hoog opgeleid zijn, ervan overtuigd is dat gestraight haar bijvoorbeeld leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt en dat nappy, oftwel kroeshaar, lelijk en eigenlijk onaanvaardbaar is.
Ook onthutsend, omdat uit de documentaire blijkt dat er achter het ideaal van ontkroesing anno 2011 een miljardenindustrie schuilgaat, die er alles aan blijft doen om het minderwaardigheidscomplex in stand te houden.
Hilarisch, omdat dezelfde geïnterviewden met gevoel voor humor en zelfspot bulderend van het lachen vertellen over de kwellende pijnen, verbrande huid en andere ontberingen die ze ondergaan.
Wie deze documentaire ziet, zou los van het luchtige een somber beeld kunnen krijgen van de emancipatiestrijd om de acceptatie van kroeshaar. Gelukkig zijn er behalve overeenkomsten ook grote verschillen tussen de Surinaamse micro- en de Amerikaanse macro-samenleving. Het feit dat in het Surinaamse straatbeeld een grote opmars van kroes (is mooi en hot) op te merken is en dat specialisten als Chantal Snip en Mireille Liong A Kong met hun publicaties navolging krijgen, geeft de burger moed. En dat is erg geruststellend.
Robin Austen