Saamaka
Menno Marrenga woont al tientallen jaren langs de Boven-Surinamerivier. Hij deelt zijn belevenissen met de lezers
Massacommunicatie of miscommunicatie
Het was al bijna vier uur toen ik de generator eindelijk aan de praat kreeg en toen moest ik fatsoenshalve wel in het dorp overnachten. Dat doe ik niet graag. Alle bagage de oever op sjouwen, alsmaar door mensen om me heen, slapen in een hut met ratten en de volgende ochtend laat weg, omdat ik eerst nog alle kapotte motoren moet sjouwen en uitleggen dat ik ze toch niet ter plaatse kan repareren, omdat ik mijn werkplaats niet bij me heb. Liever zoek ik onderweg tegen de avond een strandje op, rol daar mijn slaapzak uit en breng de nacht door in gezelschap van sterren, kikkers en overpeinzingen. Maar ja, het was feest want de generator deed het eindelijk weer en ik was de eregast, dus ik kon niet zomaar wegvaren en vertellen dat ik het gezelschap van kikkers prefereerde.
Ik was al een beetje daas, want de hele dag had ik zitten werken bij een blèrende radio. Urenlang had ik moeten aanhoren dat er maar één God is, maar wel één in alle muziekstijlen, van kaseko tot rap en reggae – het werd gekreund, uitgeschreeuwd en gescandeerd, uur na uur. Nu ben ik fysicus, dus heus wel te vinden voor een goed gesprek over metafysica. Er zitten interessante aspecten aan oneindigheid, combinaties als oppermacht en goedaardigheid, dat soort dingen. Maar het kerkgenootschap dat de regionale omroep heeft afgehuurd mikt alleen op naamsbekendheid en dat gaat op den duur net zo irriteren als honderd Coca-Cola reclames achter elkaar die niets zeggen over de ingrediënten van het product. Te hard en slecht gemoduleerd bovendien. Toen om half zeven de generator gestart werd, steeg een dorpsbreed gejuich op. De meisjes lieten de vlechtjes in mijn haar in de steek en renden naar de hut waarin de dvd-speler stond. Ik ging er maar achteraan, want een boek lezen ging toch niet lukken, dat wist ik al. Dus even later zat ik samen met dertien kinderen in een hut van twaalf vierkante meter waarin ook nog een gasfornuis en die dvd-speler stonden; ik op de ereplaats vlak voor de beeldbuis, drie jongetjes ruziënd om de ereplaats op mijn schoot en twee meisjes wedijverend om de mooiste vlechtjes in mijn haar. En op de beeldbuis drie Vlaamse deernen, gekleed in de jurkjes van hun jongere zusjes en met een onwaarschijnlijke hoeveelheid levenslust. En drie kindertjes in de hut dansten mee, allemaal op die twaalf vierkante meters. Denk nou niet dat er nooit iets gebeurt in Saamaka. Vijf jaar geleden moesten de kinderen nog zelf drum en voetbal spelen – heel ouderwets. Toen kwam de dvd en hoefde dat niet meer. Maar ook die dvd’s zijn alweer veranderd. Twee jaar geleden waren het heel andere films. Humor: zoals Saving Private Ryan, ze kwamen niet bij van het lachen over hoe die blanken elkaar uitmoordden. En natuurfilms: hoe ze het met elkaar kunnen doen, van voor en van achteren, van onderen en van boven, de walvissen van National Geographic en de paradijsvogels van BBC zijn daar niets bij. De hele familie gezellig voor de buis: moeders, ooms, pubers en kinderen, een slimme oom gaf deskundige toelichting. Dat soort dvd’s zie ik nu niet meer. Misschien was het toch nog te ingewikkeld, al die standjes en die Chinees brullende Duitsers. In ieder geval, tegenwoordig is het dance, dance, dance en videoclips. Belgische deernen, rastafari’s met ongeëmancipeerde dansmeisjes, dansende Franse meneren in afgezakte broeken voor de Eiffeltoren, Ndyuka’s in afgezakte broeken of knalrode bh’s dansend in de Palmentuin en voor de beeldbuis dansen de kinderen mee. Van half zeven tot half twaalf, toen was de dieselolie op, stopte de generator en de dvd-speler dus ook.
Later, bij de petroleumlamp, hebben we toch nog een goed gesprek gehad, twee dorpsoudsten, de werkplaatsman en ik. Geen kikkers. Maar het kan dus nog wel: communiceren, als die massacommunicatiemiddelen maar uit staan.