Surinaamse uiensoep
Oorsprong
Uien gebruiken we allemaal. De sterke smaak en geur geven vaak net dat beetje extra aan een gerecht. Maar uien gebruiken als hoofdbestanddeel bij een maaltijd, doen we maar zelden. En is eigenlijk alleen gebruikelijk in een soep, zoals in deze aflevering van Njang Switi.
De ui heeft een indrukwekkende geschiedenis. Uit geschriften van rond 3000 voor Christus blijkt dat de ui voor het eerst in Iran en Afghanistan werd verbouwd. In deze periode kwam het ook voor in China en later in het oude India. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht. In decoraties en hiërogliefen van piramides komt de ui veelvuldig voor. De piramidebouwers kregen uien als rantsoen; het is maar wat je lekker vindt. Maar aangenomen werd dat de ui de fysieke kracht bevorderde en ziekten hielp voorkomen. Uien werden ook in graftombes gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn tijdens de reis naar het hiernamaals. Na de introductie door de Romeinen in Europa werd de ui als groente snel populair. In de dertiende eeuw was er in Londen een levendige handel en werden er zelfs geïmporteerde uien verkocht. Vanaf dat moment nam de ui in belang toe, zowel in Europa als daarbuiten. Kolonisten introduceerden de ui vervolgens in Suriname en de regio.
Benodigdheden (voor 4 personen)
4 flinke uien
2 teentjes knoflook
1 rode peper
1 bosje kousenband
70 gram boter
50 gram blom
1,5 liter water
zout
Bereidingswijze
Snijdt de uien en knoflook zeer fijn en bak deze in 20 gram boter lichtbruin. Schenk het water erbij, voeg de hele peper en wat zout toe en laat dit gedurende een half uur koken. Meng de rest van de boter en de blom tot deze kruimelig is. Voeg de gekookte uienbouillon door een zeef toe. De stukken ui en knoflook die overblijven, kunt u zeer fijn stampen en eveneens toevoegen. Het geheel goed roeren, de fijngesneden en goed gewassen kousenband toevoegen en het geheel nog tien minuten laten koken. Eventueel nog wat zout naar smaak toevoegen. Serveren met rijst of geroosterd brood.