Ondernemer aan het woord: Patrick Krolis
Patrick Krolis (47)
Oprichter bodyNsoul Photography
Praat je over economische ontwikkeling, dan praat je over ondernemers met durf. Hoe redden ze het in hun branche en wat onderscheidt hen? Deze maand Patrick Krolis van bodyNsoul Photography.
Het is een warme namiddag in Paramaribo. Op het erf van bodyNsoul Photography wordt een jongeman gefotografeerd, in de schaduw van een grote boom. Binnen in de gloednieuwe studio wordt het licht gemeten voor een op handen zijnde fotoshoot, terwijl iemand anders met kleurkaarten in de weer is en testfoto’s maakt. Patrick Krolis, de oprichter van het fotografiebedrijf, zit geconcentreerd achter zijn volgestapelde bureau, hij bewerkt foto’s van gisteravond. De ruimte is gevuld met energie. Het is duidelijk: hier wordt gewerkt.
Terug naar 2003. Krolis is dan nog directeur bij Fernandes, maar na jarenlang meegedraaid te hebben in een grote organisatie, wil hij nu zelf ondernemen. Iets met ondersteuning van kleine, beginnende ondernemingen en advies uitbrengen op marketinggebied, dat lijkt hem wel wat. “Ik fotografeerde al ongeveer dertig jaar als hobby. Een eigen onderneming leek me fantastisch, ik zou het rustig aan doen, zodat ik veel vrije tijd overhield om te fotograferen.”
Het idee om het nuttige dan maar meteen met het aangename te verenigen, komt een aantal jaar later. “Het was ergens in 2006 op een vergadering van de Surinaamse fotografievereniging Sufov en ik stelde de vraag of je in Suriname van fotografie zou kunnen leven.” Het antwoord van de zaal is unaniem en overduidelijk: ‘absoluut onmogelijk’. Dit heeft op de eigenwijze Krolis echter een tegengestelde uitwerking: “Bij zo’n reactie denk ik dan direct: oh, gat in de markt! Het fotografiebedrijf is eigenlijk die avond ontstaan.”
Instant noodles
Krolis verdiept zich verder in de mogelijkheden van de Surinaamse markt en bouwt langzaam maar zeker een professioneel portfolio op. “Het vraagt van je om op een commerciële manier naar fotografie te kijken”, licht hij toe. “Tegelijkertijd blijf je natuurlijk ook op creatief vlak vernieuwen.” Begin 2008 begint het een echt serieuze onderneming te worden. “Fausto Fraser, met wie ik al vaker samen fotografeerde, deed mee.” Later komt Guillo Grant daar ook bij en een vierde partner, die inmiddels weer van het toneel verdwenen is.
“Natuurlijk is het in het begin lastig”, geeft Krolis toe, “er zijn verschrikkelijk veel valkuilen onderweg, maar de kunst is om continu te blijven opstaan. Er zijn dagen geweest dat we zeiden, ‘nou, we gaan vandaag wel werken, maar wat gaan we eigenlijk eten?’
Er was één dag die ik nooit zal vergeten. De hele ochtend hadden Fausto en ik keihard gewerkt, inmiddels was het lunchtijd en we hadden honger. Dat bleek een probleem. We hebben ons geld bij elkaar gelegd en kwamen net aan twee srd. Bij de Chinees op de hoek hebben we een pakje instant noodles gekocht, die we samen hebben gedeeld.”
Dat klinkt als behoorlijk aan de grond zitten, maar zo ziet de gedreven fotograaf, die in plaats van over problemen liever over uitdagingen praat, het niet. “Ondanks die dag zijn we er in blijven geloven”, glimlacht hij.
“En kijk nu. We zijn een groot en professioneel bedrijf. De babytijd als onderneming hebben we afgesloten, we zullen nu geen wiegendood meer sterven. Het is tijd voor onze peuterjaren.”
Auteursrechten
De eerste valkuil waarin het bedrijf tuimelt, is de kwestie van auteursrechten. “Iedereen wilde wel een fotograaf voor een uurtje betalen, maar niemand wilde betalen voor het recht om die foto’s vervolgens te gebruiken.” Dat is natuurlijk een probleem, gezien het feit dat fotografen over de hele wereld vooral aan dat laatste hun geld verdienen. In Suriname lijkt men daar anders over te denken. Voor een blik bruine bonen of een nieuwe blouse vinden we het logisch om niet alleen maar de arbeidsuren te betalen. Wanneer het om intellectueel eigendom gaat, liggen de sentimenten anders.
“Vaak is het geen onwil, maar gewoon onwetendheid”, legt Krolis uit. “In de supermarkt vind je ook allerlei namaakproducten. Blijkbaar is het hier dus heel normaal om alles maar van elkaar te kopiëren.” Voor de optimistische ondernemer echter geen onoverkomelijkheid: “Het is een kwestie van tijd en educatie”, meent hij. “Wanneer je uitlegt waarom er voor de auteursrechten betaald moet worden, dan accepteert men dat meestal wel. Natuurlijk, nog steeds zijn er bedrijven die een foto in lage resolutie van internet halen en dat opblazen tot billboard formaat. Maar ook zij hebben er uiteindelijk meer aan, om gewoon te betalen voor goede kwaliteit. Het is een bewustwordingsproces, dat heeft tijd nodig. En het is mooi om op die manier een maatschappelijke bijdrage te kunnen leveren.”
Droom
Waaróm hij eigenlijk voor fotografie gekozen heeft, dat hoef je Krolis geen twee keer te vragen. “Foto’s zijn speciaal”, stelt hij, terwijl hij bedachtzaam een trekje van zijn sigaret neemt. “Elke foto is de vastlegging van iets wat er daarvoor niet was en daarna niet meer zal zijn.” Al maakt hij tegenwoordig soms twintig-urige werkdagen, spijt van zijn beslissing heeft Krolis geen seconde gehad. “Ik heb de volledige vrijheid om mijn eigen droom uit te leven en daarom is het altijd leuk”, lacht hij. “Je ontmoet zoveel mensen. Het is niet alleen werk, het is een beleving. Wanneer je iemand fotografeert, zet je niet enkel een lichaam op de foto, maar ook iets van iemands persoonlijkheid, zijn ziel. Dat is wat het zo bijzonder maakt. Overigens komt daar de naam bodyNsoul ook vandaan.”
Saai zal het volgens de fotograaf voorlopig dan ook niet worden. “We blijven innoveren, anders fotograferen dan de norm, het geaccepteerde oprekken door on the edge te werken. Stilstaan, dat kennen we niet.”