Kunst en culturele verrijking op Lelydorp
In de districten Para en Wanica zorgt de grote populatie van Indianen, Boslandcreolen, Hindostanen en Javanen voor een unieke combinatie artistieke producten. Dat was de hoofdreden van het ministerie van Onderwijs en Volksont-wikkeling (Minov) om in dit gebied een dependance Kunst en Cultuur op te zetten, die medio juli werd geopend. Hariandi Todirijo werd aange-steld om dit kunstinitiatief tot wasdom te brengen.
Het beleid van het Directoraat Cultuur is behoud van de verschillende kunst- en cultuurvormen. Maar volgens Todirijo gaat de dependance nog verder. “Wij willen een mix, waarbij kunst- en cultuurelementen van elkaar worden overgenomen. Zoals de masala in peprewatra, Javaanse motieven in Saramaccaans houtsnijwerk, Hindostanen die liederen met Javaanse teksten zingen of Javanen die schilderijen maken met Indiaanse thema’s.”
Todirijo is geboren en opgegroeid op Lelydorp en ontwikkelde door de cultuurrijkdom in zijn omgeving een grote liefde voor kunst. Na zijn formele bouwkundige opleiding aan de Anton de Kom Universiteit vertrok hij met een studiebeurs naar de Technische Universiteit Delft om architectuur te studeren. Maar de passie voor kunst maakte dat hij naast zijn studie korte opleidingen over de verschillende vormen van kunst volgde zoals opera, fotografie, dichtkunst, beeldende kunst en cabaret. In 2009 kwam hij naar Suriname voor een korte vakantie. Uiteindelijk is hij niet meer teruggekeerd naar Nederland.
Cindy Biswane |
Ondernemerschap
Iets dat Todirijo ook geleerd heeft tijdens zijn kunstopleidingen in Nederland, is dat kunst economisch rendement kan opleveren. Hoofddoel van de dependance is daarom om mensen die zich in Lelydorp en omgeving met kunst bezighouden, tot ondernemerschap te stimuleren. “Een gezonde kunst- en cultuursector moet zo min mogelijk afhankelijk zijn van de overheid. De overheid zal vooral een voorziende rol moeten vervullen, om de creatieve industrie verder tot ontwikkeling te brengen. Particulier initiatief moet hierdoor een extra prikkel krijgen.” Om dat initiatief te stimuleren, worden alle actoren die affiniteit hebben met kunst en cultuur geregistreerd. Maar de vraag blijft of er markt is voor de verkoop, want kunst is duur. “Dat is wel zo, maar toch is het niet alleen voor rijke mensen. En in Lelydorp en omgeving zijn er genoeg kunstliefhebbers die een artistieke meerwaarde aan hun omgeving willen geven”, zegt Todirijo.
Cindy Biswane is startende ondernemer in de craftindustrie en is het met hem eens. Eerst zag zij het nut van een dependance niet in. Na haar participatie bij de opening van de dependance, is zij een aantal keren benaderd om haar craft in de hoofdstad tentoon te stellen. Hierdoor heeft haar craftwinkeltje, te Bernarddorp, een nieuw impuls gekregen. Naast haar eigen vervaardigde craft verkoopt zij Indiaanse kledingstukken en souvenirs van dorpsvrouwen om ervoor te zorgen dat ook deze vorm van creatieve expressie bewaard blijft. Biswane: “Veel vrouwen in Bernarddorp maken klederdrachten. Maar die konden zij alleen op nationale feestdagen verkopen. Van de overheid kregen zij alleen maar een verkoopstand langs de hoofdweg.” De verkoop langs de hoofdweg gebeurde slechts in het weekeinde. Met de nieuwe impulsen van haar winkeltje, is de verkoop toegenomen. Ze probeert ook andere vrouwen te stimuleren om hun culturele rijkdom niet verloren te laten gaan en deze om te zetten in een onderneming. “Todirijo onderhoudt het contact met de mensen. Bij elke activiteit neemt hij notitie. Hij spreekt ondernemers ook moed in. Er is nog veel werk te doen. De positieve benadering van Todirijo maakt al een groot verschil”, zegt Biswane.
|
Melissa Colum |
Toerisme
In vergelijking met Paramaribo, is in Lelydorp nog veel groen te vinden. Dit werkt volgens Todirijo positief op de gemoedstoestand van de mensen en zal bijdragen aan de kunstambiance die hij in gedachten heeft voor de omgeving. Daarom krijgt het bekende warungcomplex ook een artistieke facelift. De hele omgeving zal een toeristvriendelijke aanblik krijgen. Dit om ook meer toeristen te krijgen die op hun beurt meer kunst kunnen kopen en de economische bedrijvigheid een impuls kunnen geven. “Bij de opening van de dependance werd de expo ‘Moksi dorpu’ gehouden. Kunstenaars hadden naast hun grote werken ook kleinere gemaakt. Betaalbaar voor de lokale bevolking en ook makkelijk door de toerist mee te nemen in het vliegtuig.” Dat het toerisme in het district Wanica groeit, is volgens Todirijo ook te zien aan het aantal logeergelegenheden dat toeneemt.
Todirijo: “Doel is om een evenementenladder te maken van de geplande activiteiten. In de vorm van een folder zal de informatie aan winkels en horeca verspreid worden. Het uiteindelijke streven is om activiteiten te organiseren die de kunstenaars gelegenheid geven te verkopen, terwijl toeristen zich tegelijkertijd vermaken en kunnen kopen. Daarom zal er ook een kunst- en cultuurbus, bekleed met bamboe, kokosbladeren en kledingstukken van de verschillende culturen, elk weekeinde met traditionele instrumenten culturele muziek verzorgen. Deze zal eveneens als tourbus worden ingezet naar de verschillende recreatieoorden van Para.”
Net als ondernemerschap, is ook kennisoverdracht zeer belangrijk voor behoud van de kunst- en cultuursector. Daarom voert Todirijo gesprekken met Thomas Asinga en Melissa Colum, die als enigen in het Para-gebied een pottenbakkerij exploiteren. Colum: “Oorspronkelijk komt dit traditionele ambacht uit Galibi in het district Marowijne, waar mijn schoonmoeder Cornelly Aloema vandaan kwam. Zij verhuisde ongeveer 35 jaar geleden met deze kennis naar Para.”
Het pottenbakken is bij de Indiaanse Karaïben een vrouwenbezigheid. De kennis wordt van generatie op generatie, van moeders op dochters overgedragen. Deze kennis dreigt uit te sterven. De dochters van Aloema zijn niet geïnteresseerd. Gelukkig is schoondochter Melissa dat wel.
Asinga is bang dat na hem en zijn vrouw deze culturele kunstuiting uitsterft. Hij maakt zelf geen kruiken, maar houdt zich bezig met houtsnijwerken. Zijn vrouw en moeder maken de kruiken en hij plaats de versieringen. Asinga: “De mensen uit Paramaribo hebben meer belangstelling voor deze vorm van kunst.” Vanwege de belangstelling gaven hij en zijn vrouw korte cursussen. Maar veel mensen lieten het halverwege de cursus afweten. De afstand naar de pottenbakkerij was het probleem. “De dependance kan vanwege de ligging goed inspringen. Hierdoor kan gewerkt worden aan kennisoverdracht”, vindt Asinga.
Overheid als donor
Todirijo heeft zijn handen vol. Tal van projecten over voornoemd gebied staan op stapel om uitgevoerd te worden. Voorlopig wordt de
dependance nog bijgestaan door het Directoraat Cultuur. “Maar het ligt niet in mijn beleid dat de overheid als donor functioneert. De verantwoordelijkheden moeten samen gedeeld en gedragen worden met de actoren voor een sterker en stabieler product”, besluit Todirijo.