Vreetfestijn en het kindeke Jezus
Het kerstfeest is een wonderlijk iets: we gedenken de geboorte van Jezus Christus, een moment om ons te bezinnen over van alles en nog wat. Maar wat doen we vooral? Uitgebreid koken en ons volstouwen met allerlei lekkers. Hoe is dat eetfestijn ontstaan? En bovenal: is het wel gezond?
Kerst is een feest van christenen, die op 25 december gedenken dat het kindeke Jezus werd geboren. Overigens is het nog maar de vraag of 25 december echt de geboortedag is. Tal van geschiedkundigen hebben nader onderzoek gedaan en denken dat hij in het voorjaar is geboren, vermoedelijk in maart. En waarschijnlijk is hij niet eens geboren in wat wij het jaar 1 noemen, maar zes jaar later, of wellicht op nog een heel ander moment. Velen denken dat we kerst eind december vieren, omdat de vroege kerkvaders dat zo hebben berekend: ze zouden negen maanden hebben opgeteld bij de dag waarop Jezus volgens hen werd verwekt. Hoe ze weten wanneer hij werd verwekt, is natuurlijk een raadsel. Hoe dan ook: in feite is kerst een mengeling van christelijke en heidense tradities. Lang voordat het christendom opkwam, werd er al gefeest rond 24 en 25 december. De datum ligt in Europa vlak bij de kortste dag van het jaar, midwinter, waarna de dagen weer langer worden en het voorjaar in aantocht is. Toen de kerkvaders rond het jaar 300 voor het eerst de geboortedag van Jezus op 25 december vaststelden, deden ze dat waarschijnlijk niet voor niks. Ze kozen vermoedelijk met opzet één van de grootste heidense feestdagen uit. Op die manier dachten ze de oude godsdiensten makkelijker te kunnen verdringen en zelf nieuwe gelovigen aan te trekken.
Donkerste dagen
Over het waarom van het lekker en vooral veel eten met kerst, doen verschillende verhalen de ronde. Vast staat dat de traditie in Europa is geboren en in eerste instantie zelfs weinig met de geboorte van Jezus te maken had. Al voordat kerst zijn intrede deed, werd in de donkerste en koudste dagen van het jaar overvloedig gegeten. Enerzijds uit een vorm van bijgeloof dat het aanstaande jaar dan voorspoed zou brengen, maar het had ook een praktische reden: door het vee te slachten en het vlees goed te bereiden, hoefde je in de lange winter de dieren niet meer te voeden. En dat scheelde geld. Dus toen de kerkvaders bepaalden dat 25 december de geboortedag van Jezus was, schoven die gebeurtenis en de bestaande praktische tradities naadloos in elkaar over.
Helemaal zeker zullen we nooit weten of het allemaal echt zo is gegaan. Laten we het er maar gewoon op houden dat de mens iedere gelegenheid aangrijpt om flink en vooral feestelijk te eten. Uit mijn Hollandse jeugd staat het jaarlijkse kerstmaal mij in ieder geval absoluut bij. Twee dagen lang eten tot je er zo ongeveer bij neervalt. Op zich al vreemd dat kerst in veel landen twee dagen telt, want Christus werd toch echt op één dag geboren. Maar na zijn geboorte ontstond de slimme commercie, die bepaalde dat we twee dagen feest moeten vieren. Zoals er om die reden ook een tweede paasdag en, commercieel iets minder succesvol, tweede pinksterdag is ontstaan. Het wachten is waarschijnlijk op een tweede nieuwjaarsdag. Of misschien wel een tweede Dag van de Revolutie op 26 februari!
Tulbanden en amandelstaven
Mijn Hollandse kerstmenu bestond uit vijf tot zeven gangen. Een lichte soep vooraf, gevolgd door huzarensalade met koude cocktailworstjes, zilveruitjes, sardien, asperges, zalm en andere niet te versmaden culinaire lekkernijen. Het hoogtepunt volgde daarop: gemarineerde haas. In Suriname kennen we hay, maar die kan in geen velden of wegen op tegen de Hollandse soortgenoot van weleer, waar je al etend de hagelkogels nog uit de schedel kon vissen. Uiteraard ontbraken de typisch Hollandse aardappelen en tal van pannen met groenten en een fruitcocktail nog niet. De lange vreetavond werd afgesloten met verschillende soorten kazen, een pompeuze ijstaart en, voor wie dat nog aankon, Irish coffee. Een indrukwekkend maal dus, zeker als je bedenkt dat in de uren daarvan de tulbanden, amandelstaven, kerstbroden en chocolade kerstkransjes ook al de ronde hadden gedaan.
In Suriname gaat het er allemaal wat rustiger rond de eettafel aan toe, zo heb ik gehoord. Wat wel opvalt, is dat steeds meer moslims en hindoes meedoen met het christelijke feest. “Vroeger aten we gewoon kip, rijst en kouseband, maar tegenwoordig maakt ook mijn familie iets bijzonders klaar met de kerst”, zegt de Javaanse Natascha. “Je kunt er bijna niet omheen, je wordt door alle kerstfilms op televisie, de liedjes op de radio en de mooi versierde winkels en etalages gewoon meegesleept in de feestelijke sfeer. Maar we eten niet overdreven veel hoor. Tenminste, niet meer dan op andere dagen.” Misschien maar goed ook, want je kunt je afvragen of het wel zo gezond is om zoveel tegelijk naar binnen te stouwen? Reden om op bezoek te gaan bij levensmiddelentechnoloog Ricky Stutgard. Nu heeft hij vooral verstand van de kwaliteit van etenswaren en dranken en wat minder van calorieën en ideale gewichten, hij zal in ieder geval advies kunnen geven over wat we wel en beter niet kunnen eten.
Als klokkenluider ten aanzien van alles wat niet deugt op de Surinaamse levensmiddelenmarkt, zou je verwachten dat hij ieder voorgeschoteld maal rond de feestdagen met argusogen bekijkt. Dat valt echter tegen. Of mee, het is maar hoe je het bekijkt. “Ik heb wel een beetje een beroepstik als ik in de supermarkt iets koop, ik let altijd op de vervaldatum op een blik doperwten of zo. Je moet kritisch zijn, maar er zijn wel grenzen. Dat geldt voor alles. Handen wassen is bijvoorbeeld goed, maar je moet niet tot in het oneindige blijven schrobben. Dan verwijder je de micro-organismen die voor afweer zorgen, wat je juist extra kwetsbaar maakt. Met eten is het bovendien zo dat je vaak uit beleefdheid niet kan weigeren. Hoe zou jij het vinden als jij een paar keer bij mij komt en mijn eten eet, terwijl ik als ik bij jou ben steeds eten weiger? Dat kan ik niet maken, toch?”
Wandy Soemodihardjo, diëtiste |
“Natuurlijk is zoveel eten niet gezond! Het is nooit de bedoeling geweest om je tijdens de feestdagen vol te proppen, het gaat vooral om het genieten en de gezelligheid. Maar heel wat mensen vinden dat veel eten daarbij hoort. Tijdens de feestdagen denkt men niet aan de gezondheid. Dus gaat men een week lang eten bij het bedrijf waar men werkt, bij familie, vrienden en thuis. Bij elke gelegenheid is er sprake van overdaad. Natuurlijk is het logisch dat je in die periode iets luxueuzer kookt, een speciaal gerecht maakt en wilt eten. Je moet echter wel keuzes maken. Bij een buffet bijvoorbeeld heeft men de neiging alles te pakken, terwijl je ook een beperkt aantal lekkere dingen kan nemen. Mensen die koken moeten degenen voor wie ze eten maken, ook keuzemogelijkheden bieden. Zorg voor een salade, voor producten met zetmeel en met eiwitcomponenten, naast al die wat minder gezonde dingen. Alles wat je teveel eet, moet je er uiteindelijk door extra trainen weer af zien te krijgen. Gezond eten wil niet zeggen dat het vies eten is, het kan ook heel lekker zijn.” |
Trimmen
Tijdens de feestdagen zet Stutgard nagenoeg al zijn twijfels over de kwaliteit van levensmiddelen opzij. “Ik eet dan altijd veel te veel. Trouwens, niet alleen met kerst, eigenlijk van 25 december tot 2 januari. Dan komen er wel een paar kilootjes bij ja, dus daarna ga ik weer trimmen. Met kerst is er altijd barbecuevlees, een wijntje en pindasoep horen er ook bij. Ik ga bij veel mensen langs om te eten en ze komen bij mij. Iedereen heeft eten klaarstaan. Dit jaar is trouwens wel een bijzondere kerst voor mij, het is de eerste zonder mijn moeder die eerder dit jaar is overleden. Zij was een belangrijke schakel in al dat eten dat er was. Ze maakte altijd de lekkerste dingen, dat moeten we nu zelf zien te doen.”
Feestneger
Het eten is dus ook voor Stutgard een belangrijk onderdeel van de voor velen meest feestelijke periode van het jaar. “Met alle respect voor andere religies, maar ik vind het maar niets dat op feestdagen als bijvoorbeeld Divali alleen maar vegetarisch wordt gegeten. Ik ben een feestneger en op feesten hoort er vlees te zijn”, zegt hij lachend.
Kerst noemt Stutgard de meest bijzondere feestdag. “Niet zo zeer omdat ik christen ben, het is gewoon de hele sfeer er omheen. Het is ook het enige feest waarvoor al twee maanden eerder met de voorbereidingen wordt begonnen. Woningen worden verlicht, speciale kerstmuziek, aanbiedingen in de winkels, er wordt echt naar toegeleefd. Vooral de laatste twintig jaar zie je in Suriname dat mensen zich steeds meer betrokken gaan voelen. Niet alleen christenen, ook moslims en hindoes doen mee. Ze verlichten allemaal hun huizen, geven elkaar cadeautjes en zorgen voor lekker eten. Dat heb je bij andere feesten niet, die zijn vooral bedoeld voor een bepaalde groep.”
Wil Stutgard dan helemaal geen waarschuwende geluiden laten horen met het oog op de eetfestijnen die voor de deur staan? Misschien die enorme kalkoenen dan, die in de diepvriezer van de supermarkt naar ons lonken; afgaande op hun opgeblazen proporties zijn die toch volgepropt met hormoonpreparaten? De levensmiddelentechnoloog waagt zich er niet aan om daar een uitspraak over te doen. “Zolang het vlees bij een constante temperatuur is ingevroren, is het veilig, dan kun je het eigenlijk oneindig bewaren. Zo hebben ze ooit het vlees van een mammoet die honderden eeuwen in een ijsschots heeft gezeten en intact is gebleven, bereid. Er was niets mis mee, omdat het onder hele constante omstandigheden was geconserveerd.” Gelukkig heeft hij toch nog een tip: “Zo’n grote kalkoen kun je beter niet in zijn geheel braden, dan is de kans groot dat het vlees binnenin niet goed gaar is. En dat brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Snij het in plakken, dan bak je het sneller, malser en veiliger.”
Op de valreep komt Stutgard toch nog met een opgestoken vingertje. Niet bedoeld voor alle lekkerbekken die zichzelf tijdens de feestdagen gaan verwennen, maar voor de samenstellers van de inmiddels ook in ons land ingeburgerde kerstpakketten. “Ik krijg nog wel eens klachten van mensen die in hun pakket vervallen producten hebben aangetroffen. Er zijn dus ondernemers die misbruik maken van het vertrouwen van de consument en de kerstboodschap beschamen. Ik vind dat schandalig.”
Maar voor de rest is de kerstperiode iets om vrolijk van te worden. Gezellig met elkaar, cadeautjes geven en ontvangen, een beetje bezinnen en vooral heel veel eten. Dat laatste hoeft dus niet eens met mate. Zolang u begin januari samen met de goede voornemens voor het nieuwe jaar, de trimschoenen maar weer onder het stof vandaan haalt.