Uitgekeken
Armand Snijders beoordeelt elke maand een of meer tv-programma’s
Lichaamstaal
U zult mij nooit ook maar iets op televisie zien presenteren. Om de reden dat ik daar totaal niet geschikt voor ben; mijn motoriek deugt niet, ik stotter zodra een camera in de buurt komt en ik heb last van zenuwtrekjes in mijn gezicht, waar ik de kijker niet mee wil confronteren. Ik ben als geïnterviewde vaak genoeg in beeld gekomen en als ik mijzelf in deze rubriek zou moeten beoordelen, dan zou ik niet mals zijn in mijn kritiek. Dus logisch dat ik niet ga presenteren, toch? Zoals ik ook nooit de politiek in zal gaan, omdat ik niet van jokken hou, niemand aan een eindeloos lijntje wil houden en niet in de verleiding wil komen om grof te stelen.
Terug naar dat eerste, het op de buis verschijnen: er zijn er genoeg die daar wel geschikt voor zijn. Zo kijk ik graag naar Marciano Zalman (ATV Sport), die uitstraalt en ook laat zien dat hij weet waarover hij praat. Datzelfde geldt voor Ernesto de Rooij (Suriname Vandaag), die geboren lijkt te zijn om een actualiteitenprogramma aan elkaar te kletsen. Voor vele anderen zijn aangeboren, natuurlijke beperkingen geen reden om de camera te mijden. Eigenlijk wel fijn voor de kijker, die heeft tenminste wat om te lachen. En voor mij, het levert immers een dankbaar onderwerp op.
Het wemelt op de televisie van mensen die beter een voorbeeld aan mij hadden kunnen nemen. Maar dat, vermoedelijk gevoed door een enorm ego, niet hebben gedaan.
Televisiedominees zijn waarschijnlijk de lui met het grootste ego, die zie ik iedere dag en masse, meestal aan het eind van de middag, mijn voorzaal vullen met hun evangelische geleuter. Ik scheer ze als ‘dominees’ uit puur gemak maar over één kam, zelf noemen ze zich ‘evangelist’, ‘bishop’, pasto(o)r of iets anders dat bij een geboren zieltjeszoeker past. Aan mij is hun boodschap niet besteed. Tot overmaat van ramp zijn ze vaak compleet ongeschikt om die boodschap via de camera te verspreiden. Anderen wekken vooral meelij op. Neem nu de hoogbejaarde Joshua Daniel (zie foto). Iedere week strooit hij namens een vage kerk Bijbelteksten over ons heen, maar als ik hem aanschouw, heb ik vooral de neiging geld te geven aan de organisatie die zich inzet voor de bestrijding van Parkinson. Zijn hoofd schudt zo op zijn romp, dat ik af en toe vrees dat de televisie van de tafel valt. Zijn handen doen overigens vrolijk mee. Hij doet mij eerlijk gezegd een beetje denken aan Ram Sardjoe, de gewezen VHP-voorzitter. Achter het politieke kansel kon hij zijn hoofd ook nooit trillingvrij houden. Overigens pleit het voor Joshua Daniel dat hij niet dat ingebakken valse lachje van Sardjoe aan het gelovige volk toont. Geloof is immers een serieuze zaak.
Over Parkinson gesproken, moet ik opeens denken aan een collega van Ernesto de Rooij, Roy Young Afat. Afgezien van het feit dat hij de uitstraling, bezieling en het talent mist om zo’n gewichtig programma te presenteren, is er iets ernstig mis met zijn motoriek, met name van zijn linkerarm (voor de kijkers rechts). Als hij praat, lift dit lichaamsdeel onophoudelijk lichtjes op, op het ritme van zijn stem. Het zal geen noemenswaardige medische kwaal zijn, maar als je dat eenmaal doorhebt, ga je je daar als kijker op fixeren. Tenminste, dat doe ik. Misschien is dat een tik van mij, maar irriteren doet het wel. Het zal er wel mee te maken hebben dat hij zo belabberd presenteert, dus concentreer ik mij ergens anders op.
Wie weer níet beweegt, is de dame (haar naam is mij ontgaan) die af en toe namens de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) in een voorlichtingsprogramma komt vertellen dat het verplicht en verstandig is om een zwemvest aan te doen als je in een bootje het water op gaat. Ze heeft de uitstraling van een blik bruine bonen en vertelt het hele verhaal in zulke lange, monotome zinnen, dat je accuut besluit demonstratief nooit een zwemvest te zullen dragen. Zelfs de overlijdensberichten worden vrolijker en dynamischer voorgelezen.