Muziek & Zo, maart 2012
Jazz Orchestra of the Concertgebouw Special guest: Ronald Snijders
Fluitist, etnomusicoloog en componist Ronald Snijders (Paramaribo 1951) heeft geen introductie nodig. De zoon van voormalig TRIS-kapelmeester Eddy Snijders, stond als kind al op het podium en zit dus bijna vijf decennia in het vak. De musicus staat behalve om zijn vakmanschap en eigenzinnigheid ook bekend om zijn productiviteit. Hij heeft met uiteenlopende musici samengewerkt, die hij veelal zelf uitkoos. Het is daarom interessant om te zien wat er gebeurt als één van Nederlands meest aansprekende bigbands, The Jazz Orchestra of the Concertgebouw hem uitkiest om samen een aantal van zijn composities uit te voeren. The Jazz Orchestra of the Concertgebouw staat vooral bekend om haar ‘Cool jazz’-achtige geluid.
Snijders daarentegen staat bekend om zijn sterke melodielijnen en vooral om ‘zijn’ ritmesectie, die de muziek altijd strak en stuwend naar een kookpunt brengen. Het eerste nummer is ‘Boulevard’, dat eerder op de cd Bijlmerjazz is opgenomen. Waar het intro nog vrij ingetogen begint, wordt het vuur al snel aangewakkerd wanneer de kenmerkende funky ’Snijders’ blazerslijnen worden ingezet. Gretig zet de fluitist zijn eerste solo in en daarmee is de toon gezet! ‘Bijlmerdrive’ begint stemmig en is mogelijk een reflectie op de inwoners van de Amsterdamse wijk, waarvan het overgrote deel een product is van de Afrikaan-se diaspora. ‘Funky ballade’ dekt misschien de lading het meest. Terwijl Snijders in zijn solo’s vaak energiek uitpakt, laat hij zich hier van een overpeinzende en gevoelige kant horen. In de derde compositie, ‘Metrofunk’, waant de luisteraar zich in oosterse sferen. Snijders weet daarin met zijn dwarsfluit het geluid van de Indiaase tabla bijzonder goed te imiteren. Ook het laatste nummer ‘The B-Funk’ klinkt authentiek en fris. De meerwaarde van geïmproviseerde muziek, is dat een nieuwe uitvoering nooit hetzelfde klinkt als het origineel. Natuurlijk zitten er aan deze eigen interpretaties grenzen. Het voorlaatste nummer heeft de veelzeggende titel ‘Badji’. Ingewijden weten dat een badji een rustige kaseko is. Bij het horen van deze muziek ontstaan er bij menigeen spontaan visioenen van dames in prachtige kotomissies. Dit nummer was voor het orkest misschien wel de vuurdoop voor wat betreft Surinaamse muziek, die het overigens zeer goed heeft doorstaan. Ook drummer Haye Jellema heeft alle zeilen bijgezet om het badji-gevoel te benaderen. Desalniettemin zou het voor hem geen kwaad kunnen om een keer bij collega-drummers Eddy Veldman of Walther Muringen in de keuken te kijken voor deze specialiteit! Deze samenwerking klinkt al met al zeer geslaagd en bewijst dat de muziek van Ronald Snijders grenzeloos is en een veel breder publiek verdient! Het is overigens jammer dat de cd alleen als promotie bij de septembereditie van het blad Jazzism te verkrijgen is.
Robin Austen